Mercurius (planeet)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Eerste foto van de nog nooit geziene zijde van Mercurius. (14 januari 2008) |
|
---|---|
Karakteristieken | |
Aantal manen | Geen |
Diameter | 4880 km |
Massa | 3,302×1023kg |
Valversnelling | 3,58 m/s2 |
Rotatietijd (dag) | 58 dagen 15 uur 30 min |
Omlooptijd zon (jaar) | 88 dagen |
Afstand tot de zon | 57,91×106 km |
Atmosfeer | Zeer dun. |
Temperatuur (min) | 90 K (-183°C) |
Temperatuur (max) | 700 K (427°C) |
Kleur | Donkergrijs |
Kern | IJzerrijk, ca 3600 km diameter |
Samenstelling atmosfeer | |
Zuurstof | 42 % |
Natrium | 29 % |
Waterstof | 22 % |
Helium | 6 % |
Kalium | 0,5 % |
Argon | sporen |
Koolstofdioxide | sporen |
Water | sporen |
Stikstof | sporen |
Mercurius is de dichtst bij de zon staande planeet en is, sinds Pluto de status planeet heeft verloren, de kleinste planeet van ons zonnestelsel. De planeet is vernoemd naar de Romeinse god Mercurius vanwege de snelle draai om de zon. Net als de aarde is het een terrestrische planeet met een vast oppervlak dat veel overeenkomsten vertoont met dat van de maan. Opmerkelijk is dat deze kleine planeet een vrij sterk magnetisch veld heeft. Mercurius heeft géén manen.
Inhoud |
[bewerk] Karakteristieken
[bewerk] Temperatuur en zonlicht
Mercurius kent enorme temperatuurverschillen tussen dag en nacht. De oorzaak hiervan ligt in de uiterst lange rotatietijd; Een aswenteling duurt 58 aardse dagen. In combinatie met de omloop om de zon in 88 dagen duurt één dag op Mercurius ruim 176 aardse dagen. Het verschil tussen de gemiddelde dag- en nachttemperatuur bedraagt zo'n 500°C. Ter vergelijking: op aarde schommelt dat tussen de 5 en 20°C. De hoogte van de maximumtemperatuur wordt verklaard door de relatief korte afstand tot de zon en de grote verschillen door het (vrijwel) ontbreken van een atmosfeer. Het zonlicht op Mercurius' oppervlak is ongeveer negen keer zo intens als op aarde.
[bewerk] Atmosfeer
De atmosfeer van Mercurius is uiterst dun en bestaat voornamelijk uit sporadisch voorkomende atomen zuurstof, natrium en waterstof die vrijwel direct naar de ruimte ontsnappen. De atmosferische druk aan het oppervlak is kleiner dan 10-11 bar. De levensduur van een natriumatoom in de atmosfeer is ongeveer drie uur. Dit verlies wordt continu gecompenseerd door zonnewind die wordt ingevangen door het magnetisch veld en damp die vrijkomt bij inslaande meteorieten. Het vrijwel afwezig zijn van een atmosfeer zorgt ervoor dat de hemel zowel 's nachts als overdag zwart is. Omdat Mercurius een stuk dichter bij de zon staat, verschijnt de zon er ongeveer 2,5 maal zo groot aan de hemel als op aarde. De best zichtbare planeet vanaf Mercurius is Venus die met een magnitude van ongeveer -6,6 het helderste object van de nachtelijke Mercuriushemel is. De aarde en maan zijn er ook prominent aanwezig met een magnitude van respectievelijk -5,2 en -1,2.
[bewerk] Magnetosfeer
Mercurius heeft een relatief sterk magnetisch veld met 1% van de magnetische veldkracht van het aardmagnetisch veld. Mogelijk wordt dit magnetisch veld, net als dat van de aarde opgewekt door een 'dynamo' van een circulerend vloeibaar kernmateriaal. De huidige schattingen geven echter aan dat de kern van Mercurius niet heet genoeg zou zijn om haar ijzer-nikkel te doen smelten, maar misschien is er in de kern materie die het smeltpunt naar beneden kan halen. Het is ook mogelijk dat het magneetveld een overblijfsel is van een vroeger dynamo-effect dat nu niet meer actief is. Het magnetisch veld is gefossiliseerd in gestold magnetisch materiaal.
[bewerk] Oppervlak
[bewerk] Inslagstructuren
Het oppervlak van Mercurius is bezaaid met inslagkraters en lijkt veel op dat van de maan. De meest in het oog springende inslagstructuur is het multi-ring Caloris Bassin, met een diameter van 1350 km en omringd door een gebergte van ongeveer 2 km hoog. Verder zijn er nog talloze valleien, heuvels en vlaktes te vinden. Opmerkelijk feitje is dat de meeste kraters op Mercurius een naam hebben en zijn vernoemd naar beroemde schrijvers en artiesten.
[bewerk] Vulkanisme
Bij het opnieuw bestuderen van de Mariner 10 foto's eind jaren '90, werd ontdekt dat sommige delen van het oppervlak veel gladder waren dan andere. Deze gladde gedeeltes waren bedekt met gestolde lava; een bewijs dat er in het verleden actief vulkanisme op Mercurius moet zijn geweest.
[bewerk] Tektoniek
Tussen de inslagkraters zijn ook verschillende steile kliffen zoals Discovery Rupes. Deze worden geïnterpreteerd als hellingen die veroorzaakt zijn door opschuivingen. Dit type van geologische breuken is typisch voor een oppervlak dat verkleind is. Men neemt dan ook aan dat dit een voorbeeld is van contractietektoniek, waarbij Mercurius, wanneer ze afkoelde, kromp. Deze inkrimping moest door de vaste korst worden gecompenseerd door de vorming van opschuivingsbreuken.
Daarnaast heeft men op gematigde breedten ook lijnstructuren opgemerkt, die men verklaart als horizontaalverschuivingen die ontstonden als gevolg van mechanische spanningen in de korst door de langzame vertraging van de rotatie van de planeet.
[bewerk] Samenstelling
De kern van Mercurius bestaat hoofdzakelijk uit ijzer en is relatief groot. 42% van het totale planetaire volume wordt door de kern in beslag genomen (ter vergelijking: bij de aarde neemt de kern 17% van het volume in). Rondom de kern bevindt zich een mantel van zo'n 600 km dik die voornamelijk uit siliciumoxiden bestaat. De dichtheid is, ondanks de grote hoeveelheid ijzer, met 5430 kg/m3 iets kleiner dan die van de aarde. Dat komt omdat de aarde groter en dus de druk binnenin groter is.
[bewerk] Mercuriusovergang
Zie Mercuriusovergang voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Ongeveer 13 à 14 keer per eeuw komt het voor dat Mercurius tussen de zon en de aarde door trekt en dat het silhouet tegen de zonneschijf te zien is. Dit verschijnsel wordt Mercuriusovergang genoemd en is vergelijkbaar met de zonsverduistering.
[bewerk] Verkenning
[bewerk] Waarnemingen
3000 v.Chr. was Mercurius al bekend bij de Sumeriërs en zij noemden hem Ubu-idim-gud-ud. De eerste gedetailleerde observaties werden verricht door de Babyloniërs die het gu-ad of gu-utu noemde. De Grieken hadden zelfs twee namen voor Mercurius: Apollo voor Mercurius aan de ochtendhemel en Heraclitus voor de avondhemel, hoewel ze wisten dat het om slechts één planeet ging.
Hoewel Mercurius met het blote oog waar te nemen is, nemen slechts weinig mensen Mercurius bewust waar. Dit komt omdat hij nooit verder dan 28° van de zon verwijderd staat en dus in Nederland alleen in de ochtend- of avondschemering te zien is. Op het Noordelijk halfrond is Mercurius het beste in de maanden januari tot juni in de avondschemering waar te nemen (avondverschijning) en in de maanden augustus tot december het beste als ochtendverschijning waar te nemen. Hij is soms dagen lang verrassend helder, als men de planeet eenmaal gevonden heeft. Een binoculair kan hierbij behulpzaam zijn. Hij heeft een magnitude van -2 tot +3.
[bewerk] Mariner 10
De eerste ruimtesonde die Mercurius van dichtbij heeft gezien, is de Mariner 10 die in 1974 en 1975 opnames maakte waardoor ongeveer 45% van het Mercuriusoppervlak in kaart gebracht kon worden. Uit 18 foto's is een compositie gemaakt, waarvan een deel bovenaan deze pagina is weergegeven. De resolutie van deze foto's is ongeveer 2 km per pixel.
[bewerk] MESSENGER
De tweede wederom door NASA georganiseerde vlucht naar Mercurius is MESSENGER. Deze ruimtesonde is op 3 augustus 2004 gelanceerd en heeft in januari 2008 voor de eerste keer foto's van Mercurius doorgestuurd. Na een aantal ingewikkelde constructies moet MESSENGER uiteindelijk in 2011 in een baan om Mercurius terechtkomen om onderzoek te verrichten naar de samenstelling, atmosfeer en het zwakke magnetische veld van de planeet.
[bewerk] BepiColombo
De Japanse en Europese ruimtevaartorganisaties JAXA en ESA werken samen om in 2011 de ruimtesonde BepiColombo naar Mercurius te sturen. BepiColombo zal het nog niet gefotografeerde deel van de planeet in kaart brengen en daarnaast op zoek gaan naar water.
[bewerk] Externe links
het Zonnestelsel |
---|
Zon - Mercurius - Venus - Aarde - Mars - Ceres - Jupiter - Saturnus - Uranus - Neptunus - Pluto - Eris |