Nikkel
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nikkel is een scheikundig element met symbool Ni en atoomnummer 28. Het is een zilverwit/grijs overgangsmetaal.
Inhoud |
[bewerk] Ontdekking
In het gebied dat tegenwoordig bekend is als Syrië zijn bronzen voorwerpen gevonden die nikkel bevatten. De oudste sporen van het gebruik van nikkel leiden terug tot 3500 v.Chr. Uit oude Chinese geschriften blijkt dat nikkelhoudende mineralen zoals nikkoliet werden gebruikt om glas een groene kleur te geven.
Vaak werd nikkel aangezien voor koper, een element waarmee nikkel veel overeenkomsten heeft. In 1751 probeerde Axel Frederik Cronstedt het "koper" te isoleren uit nikkoliet. Tot zijn verbazing bleef er een zilverwit poeder over dat hij nikkel noemde.
Vanaf 1881 werd nikkel gebruikt voor muntgeld. De naam nikkel is afkomstig van het Duitse Kupfernickel (Duivelskoper). Nikkelerts werd namelijk verward met kopererts. Omdat men in plaats van het gewenste koper het ongewenste nikkel verkreeg, beweerde men dat de duivel stiekem het kopererts had omgewisseld om mijnwerkers te bedotten. Een soortgelijke etymologie kent het element kobalt.
[bewerk] Toepassingen
Het grootste deel van het wereldwijd geproduceerde nikkel wordt gebruikt in bij de productie van roestvrij staal en allerlei legeringen waaronder hastelloy, incoloy, inconel. Andere toepassingen zijn:
- Oplaadbare (nikkel-cadmium) batterijen
- Muntgeld (euromunten, alleen €1 en €2)
- Als katalysator (zogenaamd "Raneynikkel") voor vetharding en de ontzwaveling van aardolie.
[bewerk] Opmerkelijke eigenschappen
Nikkel is ferromagnetisch. De aardkern bevat naast ijzer een aanzienlijke hoeveelheid nikkel.
[bewerk] Verschijning
De belangrijkste bronnen van nikkel zijn de mineralen limoniet, garniriet en pentlandiet. De laatste komt alleen voor in magma dat in vulkanen naar de oppervlakte komt.
Ongeveer 30% van alle wereldwijd gedolven nikkel komt uit bronnen in Ontario, Canada. Verder zijn er bronnen te vinden in Rusland (35%; rond Norilsk), Australië, Cuba en Indonesië.
[bewerk] Isotopen
Meest stabiele isotopen | |||||
---|---|---|---|---|---|
Iso | RA (%) | Halveringstijd | VV | VE (MeV) | VP |
58Ni | 68,077 | stabiel met 30 neutronen | |||
59Ni | syn | 7,6×104 j | EV | 1,072 | 59Co |
60Ni | 26,223 | stabiel met 32 neutronen | |||
61Ni | 1,140 | stabiel met 33 neutronen | |||
62Ni | 3,634 | stabiel met 34 neutronen | |||
63Ni | syn | 100,1 j | β | 3,672 | 63Cu |
64Ni | 0,926 | stabiel met 36 neutronen |
In de natuur komen er vijf stabiele nikkel isotopen voor, waarvan 58Ni het meest. Er zijn ongeveer 20 radioactieve isotopen bekend met halfwaardetijden uiteenlopend van enkele seconden tot duizenden jaren. 56Ni wordt in enorme hoeveelheden geproduceerd in type II supernova's. Via 56Co vervalt dat tot het stabiele 56Fe.
59Ni wordt vaak gebruikt bij ouderdomsbepalingen van meteorieten en bij onderzoek naar het zonnestelsel.
[bewerk] Toxicologie en veiligheid
In poedervorm is nikkelsulfide carcinogeen. Nikkeltetracarbonyl (Ni(CO)4) is een extreem giftig gas. Metallisch nikkel kan allergische reacties opwekken.
[bewerk] Externe links
- International Chemical Safety Card van Nikkel
- PeriodiekSysteem.com over: Nikkel
- Lenntech over: Nikkel
- (en) EnvironmentalChemistry.com over: Nikkel
- (en) WebElements.com over: Nikkel
Chemische elementen en isotopen |
---|
Periodiek systeem: Standaard · Alternatief · Elektronenconfiguratie |