Bahai
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het bahá'í-geloof is een monotheïstische religie[1] die gesticht is door Bahá'u'lláh in het Perzië (het huidige Iran) van de negentiende eeuw. Er zijn waarschijnlijk ongeveer zes miljoen bahá’ís in meer dan tweehonderd landen en gebieden ter wereld.
In de bahá’í-leer wordt de geschiedenis van de godsdiensten gezien als een evolutionair proces voor de educatie van de mensheid door Gods boodschappers, die “Manifestaties van God” worden genoemd. Bahá’u’lláh wordt gezien als de meest recente van deze manifestaties, die gezonden zullen blijven worden “tot het einde dat geen einde heeft”. Hij maakt er aanspraak op de langverwachte leraar te zijn voor de hele mensheid, voorzegd in het christendom, de islam, het hindoeïsme, boeddhisme en in alle andere grote tradities van weleer. Het doel van zijn komst en van zijn boodschap is om een basis neer te leggen voor eenheid onder de volkeren van de wereld en een tijdperk van vrede in te luiden. De verwerkelijking hiervan is volgens de bahá’ís onafwendbaar.[2]
Inhoud |
[bewerk] Terminologie
Zie Baháí-terminologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Bahá’í betekent letterlijk “van bahá” en bahá is het Arabisch voor licht, glorie, of heerlijkheid en staat voor Bahá’u’lláh, de Heerlijkheid Gods of de Glorie van God. De term bahá’í wordt als zelfstandig naamwoord gebruikt voor een volgeling van Bahá’u’lláh en wordt ook gebruikt in samenstellingen als bahá’í-geloof, bahá’í-literatuur, bahá’í-gemeenschap.
[bewerk] Demografie
Bahá'í-bronnen schatten het aantal bahá'ís wereldwijd boven de 6 miljoen.[3] Encyclopedieën en andere bronnen geven schatting tussen 2 en 8 miljoen bahá'ís wereldwijd in de vroege eenentwintigste eeuw, met de meeste schattingen tussen 6 en 7 miljoen.
In het World Almanac and Book of Facts 2004 staat:
De meerderheid van de bahá'ís leven in Azië (3,6 miljoen), Afrika (1,8 miljoen) en Latijns-Amerika (900.000). Volgens sommige schatting is de grootste bahá'í-gemeenschap in India, met 2,2 miljoen bahá'ís, gevolgd door Iran, met 350.000 en de Verenigde Staten, met 150,000. Naast deze landen variëren de aantallen sterk. Momenteel heeft geen enkel land een bahá'í-meerderheid. |
De bahá'í-religie word in het Britannica Book of the Year (1992-heden) vermeld als de tweede meest wijdverspreide onafhankelijke wereldgodsdienst in termen van het aantal vertegenwoordigde landen. Britannica schrijft dat het geloof gevestigd is in 247 landen en gebieden; meer dan 2.100 rassen en stammengroepen vertegenwoordigt; geschriften heeft die in meer dan 800 talen zijn vertaald; en wereldwijd zeven miljoen aanhangers heeft [2005].[4]
In Nederland zijn er ongeveer 1.300 bahá'ís in 178 gemeenten. Momenteel zijn er 31 plaatselijke Geestelijke Raden.
[bewerk] Leringen
Zie Bahá'í-leringen voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Aan de basis van alle bahá’í-leringen staat de idee van de eenheid van God, de eenheid van religie, en de eenheid van de mensheid. Dit vormt de kern van het bahá’í-geloof en werkt door in alle theologische en sociale leringen van dit geloof.
Shoghi Effendi, het benoemde hoofd van de godsdienst vanaf 1921 tot 1957, schreef de volgende samenvatting van wat hij de onderscheidende principes van de leringen van Bahá'u'lláh te zijn, die samen met de wetten en de verordeningen van de Kitáb-i-Aqdas, de basis van het bahá'í-geloof vormen:
Het onafhankelijke onderzoek naar waarheid, ongehinderd door bijgeloof of overleveringen; de eenheid van de gehele mensheid; het principe waar alles om draait en de fundamentele leer van het Geloof; het grondbeginsel van de eenheid van alle religies; de verwerping van alle vormen van vooroordeel met betrekking tot religie, ras, klasse of nationaliteit; de harmonie die moet bestaan tussen religie en wetenschap; de gelijkwaardigheid van man en vrouw, de twee vleugels, waarop de vogel der mensheid omhoog kan wieken; het invoeren van verplicht onderricht; het aannemen van een universele hulptaal; de afschaffing van de uitersten van rijkdom en armoede; de instelling van een wereldgerechtshof voor het bijleggen van geschillen tussen naties; de verheffing van werk, gedaan in de geest van dienstbaarheid, tot de rang van gebed; de verheerlijking van gerechtigheid als het heersende grondbeginsel in de menselijke samenleving, en van religie als een bolwerk voor de bescherming van alle volkeren en naties; en de vestiging van een duurzame en universele vrede als het hoogste doel van de gehele mensheid - deze treden naar voren als de essentiële elementen van [het Geloof van Bahá'u'lláh].[5] |
[bewerk] Organisatie
[bewerk] Het verbond
Zie Verbond van Bahá’u’lláh voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Het verbond dat Bahá’u’lláh heeft gesloten met zijn volgelingen heeft betrekking op het bewaren van de eenheid binnen de bahá'í-gemeenschap. Het heeft ervoor gezorgd dat er hoegenaamd geen afsplitsingen zijn, omdat het de bahá'ís altijd heeft voorzien van leiding. Eerst in de persoon van `Abdu'l-Bahá, daarna Shoghi Effendi, toen kort enkele aangewezen Handen van de Zaak en sinds de eerste verkiezing in 1963 het Universele Huis van Gerechtigheid.
[bewerk] Bestuur
Zie Bahá'í-bestuur voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De oorsprong van het Bahá'í-bestuursstelsel ligt in de Kitáb-i-Aqdas van Bahá'u'lláh en het Testament van 'Abdu'l-Bahá. Bahá'u'lláh beschrijft het verkozen Universele Huis van Gerechtigheid en ‘Abdu'l-Bahá stelde het benoemde erfelijke behoederschap in en verduidelijkte het verband tussen de twee instituten. In zijn Wil, benoemde 'Abdu'l-Bahá zijn oudste kleinzoon, Shoghi Effendi, als eerste behoeder van het Bahá'í-geloof.
Shoghi Effendi vertaalde bahá'í-literatuur; ontwikkelde globale plannen voor de uitbreiding van de bahá'í-gemeenschap; ontwikkelde het Bahá'í-wereldcentrum; onderhield een omvangrijke correspondentie met gemeenschappen en individuën rond de wereld en bouwde de administratieve structuur van de religie, daarmee de gemeenschap voorbereidend voor de verkiezing van het Universele Huis van Gerechtigheid. Hij stierf in 1957 onder omstandigheden waarin hij geen opvolger kon benoemen.[6]
Op plaatselijke, regionale en nationale niveaus, verkiezen bahá'ís Geestelijke Raden, die elk uit negen leden bestaan. Er zijn ook benoemde individuën die op plaatselijk, nationaal en internationaal niveau werken, die als functie het verspreiden van de bahá’í-leringen en het beschermen van de gemeenschap hebben. Zij dienen niet als ‘geestelijkheid’, die het Bahá'í-geloof niet kent.
Het Universele Huis van Gerechtigheid, dat voor het eerst in 1963 werd verkozen, is het hoogste bestuursorgaan van het Bahá'í-geloof. Zijn negen leden worden elke de vijf jaar gekozen door de leden van alle nationale Geestelijke Raden. Iedere mannelijke bahá'í, 21 jaar of ouder, is verkiesbaar in het Universele Huis van Gerechtigheid te worden gekozen; alle andere posities zijn open voor mannelijke en vrouwelijke bahá'ís.
[bewerk] Ontstaansgeschiedenis
Zie Bahá'í-geschiedenis voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De bahá'í-geschiedenis bestaat uit een opeenvolging van leiders, die begint met de verklaring van de Báb op 23 mei 1844 in Shiraz, Iran en sinds 1963 op een administratieve orde rust. Het geloof was geïsoleerd binnen het Ottomaanse Rijk, tot er na de dood van Bahá'u'lláh in 1892 aanhangers in dertien landen in Azië en Afrika waren. Onder de leiding van zijn zoon, 'Abdu'l-Bahá, bereikte de godsdienst een positie in Europa en Amerika. Na de dood van 'Abdu'l-Bahá in 1921, ontstond onder leiding van Shoghi Effendi, 'Abdu'l-Bahá's kleinzoon, een administratieve orde met een systeem van zowel verkozen raden als benoemde individuën.
Voor een bespreking van de eenheid binnen de bahá’í-gemeenschap en de geschiedenis van alle afsplitsingen wordt verwezen naar het Engelstalige artikel Bahá’í divisions. Afsplitsingen tellen enkele honderden of duizenden aanhangers, beduidend minder dan 0,1% van alle mensen die zich bahá’í noemen. In enkele, vooral grotere landen bestaan nog steeds enkele groepen die zich hebben afgesplitst.
[bewerk] Nederland
In Nederland begint de geschiedenis van de bahá'í-gemeenschap in de periode 1912-1917. Er is niet veel bekend van de bahá'ís uit die tijd en er was geen registratie. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen enkele bahá'í uit de Verenigde Staten en Iran in Nederland wonen. In 1948 werd in Amsterdam de eerste plaatselijke Geestelijke Raad gekozen. In 1962 werd voor het eerst de nationale Geestelijke Raad gekozen.[7]
[bewerk] Bahá’í Huis van Aanbidding
Zie Bahá’í Huis van Aanbidding voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Een bahá'í huis van aanbidding is de aanduiding van een plaats van aanbidding, of tempel, van het bahá'í-geloof. De bahá'í-leringen voorzien de huizen van aanbidding omringd door faciliteiten gericht op sociale, humanitaire, educatieve en wetenschappelijke doeleinden. Bij een paar bahá'í-tempels is al een enkele van deze neveninstellingen gevestigd.
Er zijn momenteel zeven bahá'í huizen van aanbidding verspreid over de wereld, en een achtste is in aanbouw in Chili. Veel bahá'í-gemeenschappen bezitten stukken grond waar huizen van aanbidding gepland zijn als de bahá'í-gemeenschap verder groeit. De bahá’í huizen van aanbidding zijn bedoeld voor gebed en meditatie en zijn voor iedereen vrij toegankelijk. De meeste bahá'í-bijeenkomsten vinden plaats in plaatselijke bahá'í-centra, in de woonhuizen van particulieren, of in gehuurde ruimten.
[bewerk] Bahá'í-symbolen
Zie Bahá'í-symbolen voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Het officiële symbool van het bahá'í-geloof is de vijf-puntige ster.
Andere gebruikte symbolen:
- Negen-puntige ster
- Ringsteen-symbool
- Kalligrafie van de Grootste Naam.
[bewerk] Bahá'í-kalender
Zie Bahá'í-kalender voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De bahá'í-kalender, ook de badí'-kalender genoemd, wordt gebruikt in het Bahá'í-geloof, is een zonnekalender met regelmatige jaren van 365 dagen en schrikkeljaren van 366 dagen. De jaren zijn samengesteld uit 19 maanden van 19 dagen elk, plus een extra periode van "Schrikkeldagen" (4 in normale jaren en 5 in schrikkeljaren).
[bewerk] Vervolgingen
Bahá'ís worden nog steeds vervolgd in Islamische landen, vooral in Iran, waar meer dan 200 gelovigen werden geëxecuteerd tussen 1978 en 1998. In maart 2006 is bekend geworden dat de Iraanse overheid bezig is om systematisch informatie te verzamelen over bahá’ís in Iran. Asma Jahangir, speciale VN-rapporteur inzake Vrijheid van Godsdienst of Overtuiging, noemt dit een 'onaanvaardbare belemmering van de rechten' van de bahá'í-gemeenschap in Iran.[8] Op 24 mei 2006 werden 54 bahá'ís in Shiraz gearresteerd voor het werken aan aan programma’s voor sociaal-economische ontwikkeling.[9] Drie van hen kregen in november 2007 straffen van 3 jaar opgelegd, de overig 51 moeten een heropvoedingcursus van de staat volgen.[10]
Op 14 mei 2008 werden zes vooraanstaande bahá'ís, allen lid van een nationaal coördinerende groep, gearresteerd en waarschijnlijk naar de Evin gevangenis gebracht. Een zevende lid werd in maart al gearresteerd. [11] Momenteel zijn meer dan 20 bahá'ís gevangen in Iran, sommigen verstoken van alle communicatie met anderen en de meesten zonder formele aanklachten.[12] In de afgelopen maanden zijn er gevallen geweest van brandstichting, bedreiging, ontvoering en klopjachten. Huizen en winkels van bahá’ís zijn in brand gestoken of platgewalst en een aantal begraafplaatsen is omgeploegd.[13]
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Noten
- ^ Schaefer, Sekte of Openbaringsreligie
- ^ Universele Huis van Gerechtigheid, Belofte.
- ^ Bahá'í International Community (2006). Worldwide Community (en). Bezocht op 14 mei 2007.
- ^ Encyclopædia Britannica (2002). Worldwide Adherents of All Religions by Six Continental Areas, Mid-2002 (en). Bezocht op 14 mei 2007.
- ^ Shoghi Effendi, God Schrijdt Voorbij.
- ^ Taherzadeh, blz. 347-363
- ^ Vries, Babi Question.
- ^ Bahá'í-gemeenschap Nederland. Achtergronden Iran (nl). Bezocht op 20 februari 2008.
- ^ Bahá'í-gemeenschap Nederland. Actie voor gevangen jonge bahá’ís in Iran (nl). Bezocht op 20 februari 2008.
- ^ Bahá'í-gemeenschap Nederland. "Ten onrechte veroordeelde bahais hielpen kansarme jongeren" (nl). Bezocht op 20 februari 2008.
- ^ Bahá'í-gemeenschap Nederland. "Nationaal coördinerende groep van alle bahá’ís in Iran opgepakt" (nl). Bezocht op 4 juni 2008.
- ^ Bahá'í International Community. "Iran Update" (en). Bezocht op 19 juni 2008.
- ^ Bahá'í-gemeenschap Nederland. "Islamitisch regime tracht jongste godsdienst uit te roeien" (nl). Bezocht op 9 juni 2008.
[bewerk] Bronnen
- Effendi, Shoghi (1983). God Schrijdt Voorbij (nl). Den Haag:Stichting Bahá'í Literatuur.
- Schaefer, Udo (1984). Sekte of Openbaringsreligie - Een plaatsbepaling van het Bahá'í-geloof binnen de godsdienst-wetenschap (nl). Den Haag:Stichting Bahá'í Literatuur. ISBN 90-70765-21-7.URL bezocht op 2007-09-25.
- Sears, William (1961). Dief in de Nacht (nl). URL bezocht op 2008-06-09.
- Taherzadeh, Adib (2000). The Child of the Covenant (en). Oxford, UK:George Ronald. ISBN 0853984395.
- Universele Huis van Gerechtigheid, Het (1986). De Belofte van Wereldvrede (nl). Den Haag:Stichting Bahá'í Literatuur. ISBN 90-70765-40-3.URL bezocht op 2007-09-07.
- Vries, Jelle de (2002). The Babi Question You Mentioned... - The Origins of the Bahá'í Community of The Netherlands, 1844-1962 (en). Leuven, België:Peeters Publishers. ISBN 9042911093.URL bezocht op 2007-05-14.
[bewerk] Externe links
- (nl) Bahá'í-gemeenschap Nederland
- (nl) Bahá'í-gemeenschap België
- (en) The Bahá'ís (Officiële website van de internationale bahá'í-gemeenschap)
- (en) Bahá'í Reference Library
- (en) Bahá'í World News Service
Wereldreligies (Religieportaal) |
---|
Bahá'í - Boeddhisme - Christendom - Confucianisme - Hindoeïsme - Islam - Jaïnisme - Jodendom - Sikhisme - Taoïsme |