Justinianus I
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
483 - 565 | |||||
---|---|---|---|---|---|
Portret van Justinianus I op een gouden munt (een tremissis van 1.43 g) geslagen in Constantinopel. Het opschrift is D N IVSTINIANVS P P AV[G]. |
|||||
Tijdvak | Dynastie van Justinus | ||||
|
|||||
Staatsvorm | dominaat | ||||
Persoonlijke gegevens | |||||
Naam bij geboorte | Petrus Sabbatius | ||||
Naam als keizer | Flavius Petrus Sabbatius Justinianus | ||||
Gehuwd met | Theodora | ||||
Oom van | Justinus II | ||||
Neef van | Justinus I | ||||
Portaal Romeinse Rijk - Keizers van Rome |
Flavius Petrus Sabbatius Iustinianus (Tauresium, 482/483 - Constantinopel, 14 november 565), bekend als Justinianus I de Grote (Grieks: Ιουστινιανός/Ioustinianos; Nederlands, verouderd: Justiniaan), was keizer van Byzantium van 1 augustus 527 tot 13 november 565, en is een van de grootste vorsten uit de Byzantijnse geschiedenis. Hij probeerde met enig succes de eenheid in het Romeinse Rijk te herstellen.
Inhoud |
[bewerk] Inleiding
Justinianus werd in 482 of 483 geboren als Petrus Sabbatius in het plaatsje Tauresium in de buurt van het tegenwoordige Skopje, in een gebied waarvan de bevolking Latijn sprak. Zijn oom Justinus, die keizer was van 518 tot 527, was afkomstig uit dezelfde streek. Op zeker moment werd Petrus Sabbatius door zijn oom geadopteerd, en bij die gelegenheid nam hij de naam Justinianus aan. Justinianus kwam naar Constantinopel, waar Justinus hem voortreffelijk onderwijs liet genieten. In de hoofdstad maakte Justinianus snel carrière. In 520 werd hij hoofd van de paleiswacht en in 521 volgde een consulaat. Toen Justinus op 1 augustus 527 stierf, volgde Justinianus hem op; voor die tijd had hij al een deel van de regeringstaken op zich genomen. Justinianus keerde terug naar een orthodoxe politiek, nam daarmee afstand van de pro-monofysitische politiek van Anastasius I en herstelde de relaties met Rome. In 529 sloot hij ook de Academie van Athene, die nog altijd het heidense neoplatonisme propageerde. De heidense aanwezigheid was daarmee zeker niet ten einde. In sommige streken van het rijk (zoals rond Edessa) zouden eilanden van heidendom het tot in de tiende eeuw uithouden.
Justinianus kon steunen op een aantal uitstekende hoge ambtenaren en generaals, zoals Belisarius en later Narses (opperbevelhebbers), Johannes de Cappadociër (financiën) en Tribonianus (justitie). De keizer zelf was zeker niet onbegaafd, maar hij wilde wel alles tegelijk en dat zou uiteindelijk veel van zijn werk weer ongedaan maken.
[bewerk] Interne gebeurtenissen
Justinianus hield van grootse bouwplannen, maar die kostten ook veel geld. Zijn meest bekende bouwwerk is de beroemde Hagia Sophia. Zijn regering wordt ook gekenmerkt door de evenzeer beroemde Codex Justinianus van 529, een samenvatting en compilatie van het Romeins Recht welke gebaseerd was op de instituten van Gaius en die een ware mijlpaal in de geschiedenis van de wetgeving vormde.
Er waren echter ook binnenlandse moeilijkheden. In 532 brak er een oproer uit, dat naar de strijdkreet van de oproerkraaiers, Nika! ("Overwin!"), het Nika-oproer genoemd wordt. Het was namelijk zo dat de wagenrennen in het grote stadion van Constantinopel immens populair waren. De twee teams die tegen elkaar streden, werden de Groenen en de Blauwen genoemd, naar de kleuren die de wagenmenners droegen in het stadion. Oorspronkelijk waren de Groenen en Blauwen afkomstig uit het oude Rome, maar ze waren meeverhuisd naar Constantinopel toen dit de hoofdstad werd van het Romeinse Rijk. De rivaliteit tussen de twee 'supportersgroepen' was zo groot dat de strijd vaak na de rennen werd voortgezet in de straten van de stad, met meestal veel doden en gewonden tot gevolg. De rivaliteit had ook een politieke kant en soms kozen de keizers partij in de onderlinge twisten. Justinianus had oorspronkelijk de Blauwen gesteund tegen de Groenen, maar probeerde nu van beide partijen afstand te nemen. Het gevolg was dat het onmogelijke mogelijk bleek. Groen en Blauw rezen samen op in woede. Er werd zelfs een neef van Anastasius tot keizer uitgeroepen, maar de krachtdadige keizerin Theodora wilde daar niets van weten. Uiteindelijk kostte het wel een bloedbad, aangericht door Belisarius, die toen hoofd van de keizerlijke lijfwacht was, maar zij hield haar eega in het zadel. De uitkomst was een duidelijke overwinning voor de gecentraliseerde monarchie ten koste van de stem van het volk, zoals die zich in de men-partijen geuit had.
[bewerk] Buitenlandse betrekkingen
Justinianus trachtte de kring van betrekkingen die Byzantium met de buitenwereld onderhield verder uit te breiden. De contacten met China via de zijderoute werden bemoeilijkt door het Perzische Rijk, zodat hij met de Turkstalige volken ten noorden van de Kaukasus een verdrag sloot. Byzantium had goede hoop met hen een duurzame relatie van wederzijds (handels)belang op te bouwen. Ook aan de zuidzijde probeerde Byzantium het Perzische Rijk te omzeilen door met het rijk van Aksum in Ethiopië contacten te leggen om een veilige route naar India te kunnen openen. De grip van de Perzen op de handel in de Indische Oceaan was echter te sterk, ook voor hun Ethiopische mededingers.
[bewerk] Herovering van het Westen
In 532 sloot Byzantium echter een 'eeuwige' vrede met Khusro I van Perzië. Dat stelde Byzantium in staat zich aan de herovering van het westen te gaan wijden. In tegenstelling tot wat er in 468 gebeurd was, was een expeditie tegen de Vandalen in Afrika nu wel een succes. In 533 werd koning Gelimer verslagen, hoewel het tot 548 duurde tot heel Noord-Afrika onder controle was.
Ook de Ostrogoten moesten er aan geloven. In 535 nam Belisarius Sicilië en Napels in terwijl een ander leger vanuit Dalmatië binnenviel. Ravenna werd ingenomen en in 540 werd koning Witiges naar de hoofdstad aan de Bosporus weggevoerd. De Ostrogoten gaven echter niet op en er volgde een oorlog van twintig jaar, voor in 555 Italië eindelijk weer Romeins was. Het was inmiddels ook een rokende puinhoop. Tot aan deze Gotische oorlog was Italië de periode van het verval van het West-Romeinse Rijk betrekkelijk ongeschonden doorgekomen. Zelfs de plundering van Rome door de Vandalen 100 jaar eerder was nog niet zo'n grote ramp, ook al werd Rome toen 'gestript' van haar gedurende eeuwen verzamelde schatten, uiterlijke pracht en verloor ze haar prestige. Maar de Vandalen vertrokken weer, en omdat onder koning Theodorik de Ostrogoten de bevolking, de Romeinse administratie en haar overige instellingen vrijwel ongemoeid lieten kon het dagelijkse leven gewoon voortgezet worden. Nu was echter geheel Italië, inclusief Rome en de andere belangrijke steden herhaaldelijk geplunderd en belegerd met nietsontziende woede tegen de bevolking die voortdurend op de vlucht was en gedecimeerd werd door epidemieën en hongersnoden. Er is wel gesteld dat deze Grieks-Gotische oorlog het echte einde van de oudheid in deze streken was. Rome stond er zelfs enige tijd als lege spookstad bij en van belastingheffing en administratie was bijna niets meer over. Na de uiteindelijke nederlaag van de Goten werd het vroegere beschavingspeil niet meer bereikt en al gauw vielen bovendien de Longobarden het verwoeste land binnen.
veldslagen van Justinianus I
Iberische oorlog: Vandaalse oorlog: Gotische oorlog: |
Ook in Spanje kreeg in 554 Byzantium weer voet aan de grond, ten koste van de Visigoten, zodat de Middellandse Zee weer echt een Mare Internum begon te worden, maar meer dan een bruggenhoofd was het niet en de Visigoten boden evenals hun Ostrogotische neven verbitterd tegenstand.
[bewerk] Nieuwe problemen
Inmiddels was de 'eeuwige' vrede met Perzië al weer voorbij, omdat de Sassanidische sjah Khusro I in 540 Syrië binnenviel en Antiochië vernietigde. Hij deed hetzelfde met Armenië en Lazica en nam dat laatste gebied aan de Zwarte Zee in bezit. Byzantium kon zich hier niet goed tegen weren, omdat het al op drie fronten zwaar in gevechten gewikkeld was.
Ook op de Balkan begon de toestand er dreigend uit te zien. Een nieuwe groep barbaren begon aan een lange reeks invallen: de Slaven. Dit vijfde front was weliswaar goed versterkt met een reeks forten, maar zonder mankracht viel er niets te verdedigen. De Slaven stroomden over de hele Balkan tot Korinthe en de Egeïsche Zee toe. Byzantium had duidelijk te veel hooi op de vork genomen en zag de bodem van de schatkist snel in zicht komen. Ook had de grote epidemie van 541 en de daarop volgende jaren het rijk op fatale wijze verzwakt.
In 562 werd er tenminste weer vrede met de Perzen gesloten, dit maal voor een halve eeuw, en Byzantium kreeg Lazica terug, zij het ten koste van nog meer schatting. In 568 ging echter een groot deel van de veroveringen in Italië weer verloren, dit maal aan de Langobarden die heel wat barbaarser waren dan de Goten. Het Exarchaat van Ravenna hield nog wel een aantal gebieden onder controle, maar het hele schiereiland zou het nooit meer terugkrijgen. Ook Cordova, de basis in Spanje, ging eerst in 572 en uiteindelijk voorgoed in 584 weer in Visigotische handen over. De rest zou veertig jaar later volgen.
[bewerk] Eindbalans
De eindbalans van Justinianus' bewind is dus niet positief: hij had erg veel geld uitgegeven met bijzonder weinig blijvend gevolg, behalve misschien het Exarchaat in Afrika en het feit dat de keizer via het Exarchaat van Ravenna tenminste nog enige grip op het religieus zo belangrijke Rome herwonnen had. De Vandalen en Ostrogoten waren niet meer, want na hun nederlaag assimileerden de overlevenden snel in de Romeinse bevolking, maar de Slaven en Langobarden die ervoor in de plaats kwamen, waren zeker geen verbetering. Justinianus stierf in 565 en liet een uitgeput rijk na aan zijn neef Justinus II.
[bewerk] Trivia
- Justinianus is in het Latijn het verkleinwoord van Justinius. Het zou dus in het Nederlands eigenlijk Justiniusje worden.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe link
- James Allan Evans, art. Justinian (527-565 A.D.), in DIR (1998).
- The Roman Law Library by Professor Yves Lassard and Alexandr Koptev
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Justinian I op Wikimedia Commons.
|