Elsene
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. |
Elsene (Frans: Ixelles) is een van de 19 gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De gemeente telt ruim 78.000 inwoners. Ze bevindt zich in het zuidoosten van Brussel en wordt in tweeën gedeeld door de Louizalaan, die behoort tot de gemeente Brussel. Elsene is daardoor naast Baarle-Hertog en Mesen de enige Belgische gemeente waarvan het grondgebied uit meerdere, niet-aangrenzende delen bestaat.
Op het grondgebied van de gemeente liggen de hoofdcampus (campus oefenplein) van de Vrije Universiteit Brussel en de campus de la Plaine van de Université Libre de Bruxelles.
Elsene grenst met de klok mee aan Sint-Gillis, Brussel-stad, Etterbeek, Oudergem, Watermaal-Bosvoorde, Ukkel en Vorst.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Omstreeks 1800 was Elsene nog een landelijk dorp. Buiten de dorpskom waren er twee gehuchten: Boondaal en Ten Bos. De verstedelijking nam vanuit Opper-Elsene een aanvang vanaf 1830 - in de periode waarin het huidige gemeentehuis als buitenverblijf voor de befaamde zangeres Maria Malibran werd opgericht -, werd aangezwengeld door de aanleg van de Leopoldswijk (vanaf 1840) en bereikte omstreeks 1850 de omgeving van het gemeentehuis, dat in 1849 werd ondergebracht in het buitenverblijf van La Malibran. Tegen 1870, nadat de Louizalaan was aangelegd, was ook Neder-Elsene verstedelijkt. De Maalbeek verdween daarbij grotendeels in een ondergrondse waterleiding. In 1890 had de verstedelijking zich ook doorgezet in het gehucht Ten Bos. Omstreeks 1930 bereikte de bouwwoede het gehucht Boondaal, nadat op het terrein waar de wereldtentoonstelling van 1910 had plaatsgevonden de Natiënlaan (tegenwoordig Franklin Rooseveltlaan) was aangelegd en de wijk Solbos haar landelijke karakter had verloren ten gevolge van de verhuis van de Université Libre de Bruxelles naar deze wijk, waar vanaf 1924 met financiële steun uit de Verenigde Staten een nieuwe universitaire campus uit de grond werd gestampt.
Terwijl Neder-Elsene in die tijd overwegend Nederlandssprekend bleef, ging de verstedelijking van Opper-Elsene gepaard met een ingrijpende verfransingsgolf. Structureel ging Elsene feitelijk deel uitmaken van de Brusselse stadsagglomeratie, hetgeen de verfransing in de hand werkte. Omstreeks 2000 was het aandeel van de Nederlandstalige bevolking in de gemeente vermoedelijk gereduceerd tot ergens tussen zeven en acht procent.
Tegen het einde van het interbellum was het Elsense grondgebied praktisch volgebouwd. Tussen de stad Brussel en de gemeenten Sint-Gillis en Etterbeek overweegt het 19e eeuws gebouwenpatrimonium. In de wijken die tussen de meer zuidoostelijke gemeentes zitten geprangd, overweegt de architectuur uit het interbellum en van na de Tweede Wereldoorlog.
Van de oorspronkelijke 938 hectare verloor de gemeente er 304 ten gevolge van een tiental grenswijzigingen, die plaatsvonden tussen 1851 en 1913. Alleen al in 1864 slokte de stad Brussel de sinds 1863-64 aangelegde Louizalaan en haar omgeving op, alsook een groot deel van het Ter Kamerenbos: in het geheel zo’n 234 hectare.
In de Abdij Ter Kameren is sinds 1874 het Militair (nu Nationaal) Geografisch Instituut ondergebracht. Vanaf 1926 kreeg deze instelling in de voormalige kloostergebouwen onder impuls van Henry van de Velde het gezelschap van het Hoger Instituut voor Sierkunsten (het Institut supérieur des Arts décoratifs). dat later werd omgedoopt tot École nationale supérieure des Arts visuels (de nationale hogeschool voor visuele kunsten).
De Kroonlaan werd in de vroege jaren 1880 verrijkt met het in Vlaamse neorenaissancestijl gebouwde Militair Hospitaal, dat ondertussen grotendeels plaats heeft geruimd voor woningbouw en kantoorruimte. Enkel twee hoekgebouwen zijn bewaard gebleven. De gedemonteerde, steen per steen genummerde voorgevel van de middenvleugel van het gebouw aan de Kroonlaan is tegen de beloftes van de projectontwikkelaar in, nooit opnieuw opgebouwd.
In Elsene werd het gebouw voor het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (N.I.R./I.N.R.) ingeplant in 1934-39, als onderdeel van een grootscheeps project dat het uitzicht van het aanvankelijk kleinschalig bebouwde Flageyplein in belangrijke mate heeft veranderd. Na een warrige periode en een aantal jaren leegstand ten gevolge van de verhuis naar de gemeente Schaarbeek van de inmiddels in Belgische Radio & Televisieomroep/Radio-Télévision belge omgedoopte omroep, kreeg het modernistisch ogende gebouw in pakketbootstijl van architect Joseph Diongre een nieuwe bestemming als hoofdzakelijk door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd maar multicultureel benut cultureel centrum.
Het voormalige militaire oefenplein werd verdeeld onder de Franstalige en Nederlandstalige levensbeschouwelijk vrijzinnige universiteiten, de U.L.B. en de V.U.B..[1]
[bewerk] Evolutie van het inwoneraantal
[bewerk] 19e eeuw
Jaar | 1806 | 1816 | 1830 | 1846 | 1856 | 1866 | 1876 | 1880 | 1890 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Inwoneraantal | 2440 | 2593 | 4438 | 14.251 | 18.371 | 23.210 | 31.992 | 36.324 | 44.497 |
Opmerking:resultaten volkstellingen op 31/12 |
[bewerk] 20e eeuw tot aan herinrichting gemeenten
Jaar | 1900 | 1910 | 1920 | 1930 | 1947 | 1961 | 1970 | 1976 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Inwoneraantal | 58.615 | 72.991 | 81.245 | 83.912 | 90.711 | 94.211 | 86.450 | 80.151 | |
Opmerking:resultaten volkstellingen op 31/12 tot en met 1970 + 31/12/1976 |
[bewerk] Na de gemeentelijke herinrichting
Jaar | 1977 | 1980 | 1985 | 1990 | 1995 | 2000 | 2005 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inwoneraantal | 80.151 | 76.545 | 75.665 | 73.128 | 72.309 | 73.174 | 77.729 |
Opmerking:Inwoneraantal op 01/01 - Bron:NIS |
[bewerk] Wijken
De Elsense wijken zijn erg verscheiden. Tot de meest opmerkelijke behoren de volgende:
- Naamsepoort en Gulden-Vlieslaan: de grote reclamepanelen en de luxueuze handelszaken wijzen er op zich al op dat deze buurt een van de drukste handels- en uitgaanswijken is van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- Matonge: geliefd winkel- en uitgaanscentrum voor zwarte Afrikaanse immigranten uit onder meer de Democratische Republiek Congo, de voormalige Belgische kolonie. De naam verwijst trouwens naar een volkswijk in de gemeente Kalamu, (Kinshasa); de Elsense wijk is echter niet unicultureel aangezien er onder meer via de winkeltjes ook een aanwijsbare aanwezigheid is van Aziatische gemeenschappen zoals de Indische en Pakistaanse;
- Sint-Bonifatiuskerk en omgeving: de uitgaanswijk rondom de kerk trekt vooral jongelui, studenten, jonge stedelingen en mensen uit artistieke kringen aan;
- Flageyplein en vijvers van Elsene: omstreeks 1900 en in het Interbellum een betere wijk; het voormalige Nationaal Instituut voor de Radio-omroep werd omgebouwd tot een trendy cultureel centrum dat grotendeels door de Vlaamse Gemeenschap wordt gefinancierd maar in het algemeen toch veeleer vlaamsonvriendelijk functioneert; op het Flageyplein bevindt zich ook de (Franstalige] architectuurschool van Ter Kameren. De wijk kent onder zijn verscheiden allochtone bevolking ook een vanwege het Pessoa-monument en de bars in het oog springende Portugese kolonie;
- Fernand Cocqplein: het plein waar het gemeentehuis staat en zijn omgeving, tendeert ertoe in aansluiting op de Sint-Bonifatiuswijk uit te groeien tot een jeugdige, trendy wijk;
- Kasteleinsplein en Baljuwstraat: de ambachtelijke winkeltjes, kruideniers- en reformzaken, boekhandels en modieuze restaurants van de wijk rond dit plein en deze straat worden vooral gefrequenteerd door een Franstalig publiek;
- Quartier latin: de wijk kent een druk studentenleven dat zijn uitdrukking vindt in tal van photocopy shops, bars en restaurants, en dankt haar naam vooral aan de nabijheid van een Franstalige universiteit; de naam wijst daarbij niet enkel op het Latijn als oude universiteitstaal maar evenzeer op raciaal onderscheidende en taalkundige verzuchtingen.
De gemeente is de enige in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die door de aanhechting van grondgebied door een andere gemeente - met name door de stad Brussel in 1864 bij de aanleg van de Louizalaan - in twee helften werd gedeeld.
De gemeente grenst aan de steden Brussel en Sint-Gillis-Obbrussel (gemeente met oude stadsrechten) en de gemeenten Etterbeek, Vorst, Oudergem, Ukkel en Watermaal-Bosvoorde[2].
[bewerk] Bezienswaardigheden
[bewerk] Musea
- Museum voor Schone Kunsten: stemmig museumpje met voornamelijk een verzameling beeldende kunst in een gebouwencomplex waarvan de kern een gebouw van omstreeks 1850 is dat een vroeger leven had als slachthuis voor het in 1892 werd omgebouwd om een museale functie te vervullen, (schilderijen, beelden en tekeningen van o.m. Dürer, Troost, Morisot, Rodin, Claus, Van Rysselberghe, Khnopff, Frédéric, Delville, Wouters, Picasso, De Smet, Permeke, Ernst, Miró, Magritte, Delvaux, Poliakoff en aanplakbiljetten van o.m. Toulouse-Lautrec).
- Museum Constantin Meunier: huis en atelier (1899-1900) van de schilder-beeldhouwer waar Constantin Meunier in 1905 overleed.[3]
- Wiertzmuseum: museum gewijd aan de schilder en beeldhouwer Antoine Wiertz, ingericht in het atelier en woonhuis van de kunstenaar en de woning van de conservator (de eerste conservator die het huis bewoonde was Hendrik Conscience).
- Museum Camille Lemonnier: museum op de Waversesteenweg gewijd aan Camille Lemonnier, een Franstalige literator uit de kring van La Jeune Belgique, waar o.m. de werkkamer van de schrijver is wederopgebouwd, terzelfder tijd is het 19e eeuwse huis als Maison des Écrivains (huis der schrijvers) het hoofdkwartier van een schrijversvereniging; het museum heeft een mooie kunstverzameling, deels hebbende toebehoord aan Lemonnier zelf (met werk van Rodin Claus, Ensor, Rodolphe en Juliette Wytsman, ...)[4].
[bewerk] Kloosters, kerken en kapellen
- Cisterciënserinnenabdij Ter Kameren: werd gesticht in 1201 en opgeheven in 1796. Het gebouwencomplex bestaat voornamelijk uit 18e eeuwse gebouwen, op de kerk (grotendeels 14e eeuw) en overblijfselen van het kloosterpand (omstreeks 1250) na. In een deel van de gebouwen werd het (Frans)talige Nationaal Hoger Instituut voor Visuele Kunsten (École nationale supérieure des arts visuels) gehuisvest.
- Heilige Drievuldigheidskerk: de voorgevel van deze kerk uit 1895 is afkomstig van de voormalige barokke Augustijnerkerk (1620-41) (van architect Jacob Frankaert) op het de Brouckèreplein, die na een tijdlang onder meer als Postgebouw te hebben gediend plaats had geruimd voor de Anspachfontein.[5]
- Sint-Bonifatiuskerk: in wat nu het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is, is deze kerk de eerste die volledig in neogotische stijl werd ontworpen, de bouw begon vanaf 1847 onder leiding van architect Jozef Dumont. De leiding over de bouwplaats werd overgenomen door architect De Corte en de kerk werd uiteindelijk in 1893 voltooid wanneer de aanvankelijk in zandsteen gebouwde torenspits vervangen werd door een met leisteen bezette klokkentoren.[6]
- Heilig Kruiskerk: dateert van 1860-63 maar werd in 1951 uitwendig verbouwd door architect Paul Rome. Het interieur is nog grotendeels neogotisch.
- Sint-Adrianuskerk: de betonnen kerk uit 1939-41 in de Generaal Dossin de Saint Georgeslaan, van architect Van den Nieuwenborg en R. Maquestiaux van romaanse en gotische inspiratie, werd met sierbaksteen afgewerkt; de kerk bediende vooral het gehucht Boondaal, dat in het decennium voor en na de oorlog grondig was verstedelijkt, en verving daarbij de veel kleinere Sint-Adrianuskapel. De meest opmerkelijke kunstschatten zijn afkomstig uit die kapel:
- een volledig bewaard gepolychromeerd Antwerps (?) retabel met het martelaarschap van Sint-Christoffel (circa 1520), met beschilderde luiken die op grond van de afgebeelde personen omstreeks 1603-04 dateerbaar zijn;
- twee in een neogotische lijst samengebrachte fragmenten van een Brussels retabel (circa 1500) uit de kring van de houtsnijdersdynastie Borreman met taferelen uit de marteldood van Sint-Adrianus.[7]
- Kapel van Boondaal: de Sint-Adrianuskapel staat op de plek waar al in 1463 een kapelletje was gebouwd waarnaar de relikwieën van Sint-Adrianus werden overgebracht. De kapel werd toevertrouwd aan de geweermakers, die tot haar verrijking bijdroegen, vergroot in 1658 en opnieuw opgebouwd in 1842. Ze doet thans dient als een polyvalente zaal met culturele bestemming.[8]
- St Andrew's Church: de Schotse kerk[9].
[bewerk] Opmerkelijke burgerlijke gebouwen en bouwkundige gehelen
- Het zogenaamde Flageygebouw: het vroegere Nationaal Instituut voor de Radio-omroep/Institut National de Radiodiffusion (NIR-INR) op het Eugène Flageyplein, een modernistisch gebouw van architect Joseph Diongre, waarvan de bouw omstreeks 1935 is begonnen.[10]
- Vijvers van Elsene: met het monument uit 1894 door beeldhouwer Charles Samuel voor Charles de Coster, auteur van La légende et les aventures héroiques, joyeuses et glorieuses d’Uilenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandres et ailleurs met in de omgeving talrijke opmerkelijke gebouwen in eclecticistische, Art Nouveau- en Art décostijl van architecten als Léon Delune, Aimable Delune, Ernest Blérot en Stanislas Jasinski.
- Verschillende gebouwen die onder de noemer Art Nouveau kunnen worden samengebracht, in verschillende Elsense wijken en van o.m. Victor Horta, Paul Hankar, Paul Hamesse, Octave van Rysselberghe en Fernand Symons..[11]
- Fernand Cocqplein: waar het gemeentehuis staat, een verbouwing van het zogenaamde pavillon Malibran, genoemd naar de zangeres María Felicia García Sitches en gebouwd in opdracht van haar tweede man, de vermaarde violist en componist Charles de Bériot naar de plannen van architect Charles Vanderstraeten, vader van de latere burgemeester van Elsene.[12]
- wijk van het Klein-Zwitserlandplein: met het beeld Adolescentie van Jules Herbays.[13]
- Begraafplaats van Elsene: enkele mooie grafmonumenten en de graven van verschillende lokale en minder lokale beroemdheden (Wiertz, generaal Boulanger, Meunier, Solvay, Horta, Ysaÿe, Broodthaers, ...). [14]
Op het grondgebied van de gemeente bevindt zich ook een deel van de campus van de Université Libre de Bruxelles (ULB) en van de Vrije Universiteit Brussel (VUB, de Nederlandstalige tegenhanger en afsplitsing van de Franstalige universiteit), waardoor de wijk rondom de begraafplaats van Elsene tot de meest rumoerige van de gemeente behoort.
[bewerk] Politiek
[bewerk] Burgemeesters
- Henri Joseph Van Elewyck (1830)
- Charles Vander Heyden (1830)
- Hippolyte Legrand (1830-1836)
- Guillaume Gilbert (1836-1846)
- Charles Vanderstraeten (1846-1854, 1858-1861)
- Pierre Kerckx (1854-1857)
- Albert Joseph Hap (1861-1870)
- Victor Greyson (1870-1872)
- Louis Macau (1872-1880)
- Raymond Blyckaerts (lib.) (1880-1888, 1895-1901)
- Englebert Albert Leemans (1888-1895)
- Adolphe de Vergnies (1901-1903)
- Emile Duray (1904-1918)
- Fernand Cocq (lib.) (1918-1921)
- Adolphe Buyl (lib.) (1921-1923)
- Armand Huysmans (lib.) (1929-1935)
- Eugène Flagey (lib.) (1935-1956)
- Charles Janssens (PLP) (1956-1973)
- Albert Demuyter (PRL) (1973-1993)
- Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp (MR) (1993-2000)
- Willy Decourty (PS) (2001-)
[bewerk] Bestuur 2007-2012
Het bestuur van Elsene bestaat uit een coalitie van de MR en LB, de lijst van de burgemeester, die een kartellijst is van PS en sp.a.
De volgende personen maken deel uit van het bestuur:
College van burgemeester en schepenen | |
---|---|
Burgemeester | Willy Decourty (LB (PS)) |
Schepenen | Dominique Dufourny (MR) Pierre Lardot (LB (PS)) Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp (MR) Monique Cassaert (LB (PS)) Nathalie Gilson (MR) Béa Diallo (LB (PS)) Olivier de Clippele (MR) Delphine Bourgeois (MR) Pascal Dufour (LB (sp.a)) |
[bewerk] In Elsene geboren en/of gewoond
Geboren
- Jules de Burlet - Belgisch politicus en diplomaat, eerste minister van 1894 tot 1896
- Alfred Cahen - diplomaat
- François Craenhals - striptekenaar
- Marc Dutroux - misdadiger
- Jacques Feyder - regisseur
- Michel de Ghelderode - schrijver
- Greg - striptekenaar -en scenarist
- Audrey Hepburn (Keyenveldweg) - actrice
- Camille Lemonnier - naturalistisch schrijver
- Jaco Van Dormael - regisseur
- Agnès Varda - regisseuse
- Antoinette Spaak - politica
- Leo Kardinaal Suenens - Belgische Aartsbisschop
- Louis Van der Swaelmen - architect
- Jacques Cuisinier - architect
Gewoond
- Johan Anthierens - journalist, bracht hier een deel van zijn jeugd door
- Charles De Coster - schrijver
- Georges Boulenger - Frans generaal, die zelfmoord pleegde op het graf van zijn vrouw
- Fernand Khnopff - symbolistisch schilder
- Vladimir Lenin - revolutionair, heeft enkele maanden in Elsene gewoond
- Maria Malibran - operazangeres, woonde hier een paar maand
- Karl Marx - filosoof, woonde er met zijn familie ongeveer twee jaar
- Constantin Meunier - schilder-beeldhouwer
- Paul Nougé - surrealistisch schrijver
- Amélie Nothomb - schrijfster, woont in Elsene
- Pierre-Joseph Proudhon - Frans denker, verbleef hier in ballingschap
- Auguste Rodin - beeldhouwer, woonde op verscheidene plaatsen in Elsene
- Ernest Solvay - chemicus en industrieel
- Léon Spilliaert - schilder, leefde zijn laatste vier jaar in Elsene
- Emile Vandervelde - politicus, stierf in Elsene
- Antoine Wiertz - schilder
[bewerk] Fotogalerij
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie Elsene van Wikimedia Commons. |
Het schilderij in Matonge |
Winkelbuurt aan de Naamsepoort |
[bewerk] Voetnoten
- ^ Jozef van Overstraeten, volledig herwerkt door Jan Gerits, Gids voor Vlaanderen. Toeristische en cultuurhistorische encyclopedie van de Vlaamse Gemeenten, Vlaamse Toeristenbond, 1985, blz. 294-297
- ^ De Franse Wikipedia over 'Ixelles' in de redactie van 11/11/2007
- ^ Jozef van Overstraeten, volledig herwerkt door Jan Gerits, Gids voor Vlaanderen. Toeristische en cultuurhistorische encyclopedie van de Vlaamse Gemeenten, Vlaamse Toeristenbond, 1985, blz. 297
- ^ Jozef van Overstraeten, volledig herwerkt door Jan Gerits, Gids voor Vlaanderen. Toeristische en cultuurhistorische encyclopedie van de Vlaamse Gemeenten, Vlaamse Toeristenbond, 1985, blz. 297
- ^ Jozef van Overstraeten, volledig herwerkt door Jan Gerits, Gids voor Vlaanderen. Toeristische en cultuurhistorische encyclopedie van de Vlaamse Gemeenten, Vlaamse Toeristenbond, 1985, blz. 296-297
- ^ Gérard des Marez, Guide illustré de Bruxelles, Touring Club de Belgique, 1917, blz. 367
- ^ Jozef van Overstraeten, volledig herwerkt door Jan Gerits, Gids voor Vlaanderen. Toeristische en cultuurhistorische encyclopedie van de Vlaamse Gemeenten, Vlaamse Toeristenbond, 1985, blz. 295-297
- ^ Gérard des Marez, Guide illustré de Bruxelles, Touring Club de Belgique, 1917, blz. 375
- ^ De Franse Wikipedia over 'Ixelles', in de redactie van 11/11/2007
- ^ Jacques Aron, Patrick Burniat, Pierre Puttemans, Guide d’Architecture moderne, Bruxelles et Environs, 1890-1990, Éditions Didier Hatier, 1990, p.68
- ^ Jacques Aron, Patrick Burniat, Pierre Puttemans, Guide d’Architecture moderne, Bruxelles et Environs, 1890-1990, Éditions Didier Hatier, 1990, blz. 15-87
- ^ Michel Hainaut en Philippe Bovy, brochure Á la Découverte de l‘Histoire d‘Ixelles (1). De la Place Fernand Cocq à la rue Saint-Boniface, Gemeente Elsene, 1997,
- ^ Michel Hainaut en Philippe Bovy, brochure Les Statues Ixelloises, Gemeente Elsene, 1999, blz. 20
- ^ De Nederlandse Wikipedia over de 'Begraafplaats van Elsene', in de redactie van 11/11/2007
[bewerk] Externe link
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | |
---|---|
Anderlecht | Brussel | Elsene | Etterbeek | Evere | Ganshoren | Jette | Koekelberg | Oudergem | Schaarbeek | Sint-Agatha-Berchem | Sint-Gillis | Sint-Jans-Molenbeek | Sint-Joost-ten-Node | Sint-Lambrechts-Woluwe | Sint-Pieters-Woluwe | Ukkel | Vorst | Watermaal-Bosvoorde |