College van burgemeester en schepenen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
In België wordt het bestuur van een gemeente uitgeoefend door het college van burgemeester en schepenen, soms ook schepencollege genoemd.
De burgemeester wordt in de maand vooraf door een meerderheid in het nieuwe bestuur (onder andere met een handtekeningenlijst) aan de provinciegouverneur voorgesteld en (na een grondig nazicht op mogelijke bezwaren) door de gouverneur de eed afgenomen en benoemd. De schepenen worden aangesteld door de gemeenteraad zelf. De gemeenteraad bepaalt een rangorde bij de schepenen. Dit gebeurt tijdens de afroeping, stemming, aanvaarding, eedaflegging en benoeming op de eerste gemeenteraad van het nieuwe gemeentebestuur. De rangorde is van belang om te bepalen wie de burgemeester vervangt tijdens zijn of haar afwezigheid.
Tijdens de eerste vergadering van de nieuwe gemeenteraad worden ook de OCMW-raadsleden door de gemeenteraadsleden verkozen. De voorzitter van het OCMW, die door de OCMW-raadsleden wordt aangesteld, kan volgens het nieuwe Vlaamse gemeentedecreet ook deel uitmaken van het college (verplicht vanaf 2013).
Het college beslist in de regel bij consensus. Een schepen die het op een gegeven moment niet meer eens is met het gevoerde beleid, kan niet uit het college ontslagen worden. In de praktijk worden hem meestal wel al zijn bevoegdheden (buiten het college) ontnomen.
In Nederland spreekt men over het College van Burgemeester en Wethouders.