Geschiedenis van Zwitserland
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een belangrijke gebeurtenis in het ontstaan van Zwitserland, is het vernieuwen van een verdrag tussen de gebieden (nu kantons) Uri, Schwyz en Unterwalden vermoedelijk in augustus 1291. Het verdrag legde opnieuw vast dat de drie kantons elkaar zouden steunen in geval van nood. Dit verdrag en vele andere samenwerkingsverbanden groeide uit tot wat nu de Zwitserse confederatie wordt genoemd.
Inhoud |
[bewerk] Tijd voor Christus
In de oude steentijd, waaruit de eerste overblijfselen van bewoning in grotten stammen, was Zwitserland voor grote delen met gletsjers bedekt. Het gebied van de stad Chur wordt waarschijnlijk al 11.000 jaar bewoond. Er zijn overblijfselen van paalwoningen in de meren vanuit de steentijd, kopertijd en bronstijd. Zwitserland werd bewoond door verschillende Keltische volkeren, zoals de Helvetiërs, Lepontiërs, Seduners en de Raetiërs.
[bewerk] Romeinse tijd
In de 1e eeuw voor Christus wilden de Helvetiërs, die in het Rhônedal woonden, doorstoten naar tegenwoordig Frans gebied. Ze werden echter tegengehouden door Julius Caesar en teruggestuurd. Nog voor de verovering door de Romeinen werden de steden Colonia Julia Equestris (tegenwoordige Nyon) en Augusta Raurica (het tegenwoordige Kaiseraugst) gesticht.
In de 1e eeuw werd het gebied van het tegenwoordige Zwitserland geïntegreerd in het Romeinse rijk. Als eerste behoorden het noorden en westen van Zwitserland tot de provincie Gallia Belgica en later tot Germania Superior. Het oosten van Zwitserland behoorde tot de provincie Raetia. De centraal-Alpen Wallis en Haute-Savoie behoorden tot Vallis Poenina en Alpes Graiae. Het centrum van Zwitserland was toentertijd Aventicum (het tegenwoordige Avenches), waar nog altijd overblijfselen uit die tijd te bewonderen zijn. De Romeinen bouwden straten, hoofdzakelijk op de lijn Genève naar Arbon. De steden Arbor Felix (Arbon), Basilia (Bazel), Curia (Chur), Genava (Genève), Lousanna (Lausanne), Octodorus of Forum Claudii Vallensium (Martigny), Salodurum (Solothurn), Drusomagnus (Sion), Turicum (Zürich), Urba (Orbe), Vitidurum (Winterthur) stammen alle uit deze tijd. Romeinse Castra waren er in Tenedo (Zurzach) en Vindonissa (Windisch).
Na de val van Limes kon het West-Romeinse Rijk de provincies Raetia en Helvetia niet meer houden en trok zich terug. De gallo-romeinse stammen trokken zich in de Alpen terug en de stam van de Alemannen bezetten het vlakke land. Hiermee kwam ook het Duits naar Zwitserland, dat het Latijn (later Reto-Romaans) terug naar de Alpen dreef.
[bewerk] Christendom
Vanaf de vierde eeuw verbreidde het christendom zich vanuit het westelijk deel van Zwitserland over geheel Zwitserland. In Genève, Sion en Bazel ontstonden in de 4e eeuw kerken en bisdommen. In de 5e eeuw werden ook kerken en kloosters gesticht in Graubünden. De drijvende kracht achter de verbreiding van het christendom waren vooral de Bourgondische koningen, die opgevolgd werden door de Franken in de 6e eeuw.
In het oostelijk deel van Zwitserland werd tot de 7e eeuw nog Wodan, uit de godsdienst rondom de Germaanse mythologie, door de Alemannen vereerd. Dit eindigde door het zendelingenwerk van Ierse monniken, die onder andere de Abdij van Sankt Gallen uit de 8e eeuw hebben doen ontstaan.
[bewerk] Vroege Middeleeuwen
In 534 werd het Bourgondische West-Zwitserland en in 536 het hertogdom Allemanië een deel van het Frankenrijk. Door het verdrag van Verdun in het jaar 843 kwam het gebied van West-Zwitserland bij Lotharingen (vanaf 888 bij het hertogdom Bourgondië) en het overig deel van Zwitserland bij het Duitse rijk.
[bewerk] Late Middeleeuwen
De Zähringer grondvestten in de 12e eeuw op de Zwitserse Hoogvlakte enige steden: Bern, Murten, Fribourg (Freiburg im Üchtland) en Thun. Enige tijd was Zürich ook in hun bezit.
De Habsburgers hadden in Zwitserland hun stamkasteel, de Habsburg met hun stedelijke residentie in Brugg. Aargau behoorde tot hun stamland. Door het uitsterven van enige grafelijke geslachten in de 13e eeuw, concentreerde het grondbezit zich bij de adel. Door een slimme trouwpolitiek werden landerijen van de Zähringer, Lenzburger en Kyburger uit de kantons van Schwyz, Nidwalden, Glarus en Zürich aan het grondgebied van de Habsburgers toegevoegd. Echter de steden Freiburg, Bern, Bazel en Zürich bleven vrijsteden. In West-Zwitserland heersten de graven van Savoye.
[bewerk] Zwitsers Eedgenootschap
In de 13e eeuw werd de Gotthardpas geopend door de bouw van de Duivelsbrug (Teufelsbrücke) en werd daarmee een belangrijke politieke factor. Zeker de Habsburgers waren zeer geïnteresseerd in de controle hierover.
De woudkantons Uri en Schwyz regelden in de 13e eeuw een vrijheidsbrief, waardoor ze een grote mate van vrijheid kregen. In 1273 werd Rudolf I van Habsburg keizer van Duitsland. Hij plande voor zijn zoon een hertogdom Zwaben, inclusief de Gotthard, waardoor het gedaan zou zijn met de rechtsvrijheid. Dit leidde in 1291 tot oprichting van het Zwitsers Eedgenootschap. De woudkantons Uri, Schwyz en Unterwalden als oerkantons, zwoeren, volgens de legende op 1 augustus 1291 op de Rütli-weide, een eeuwig verbond. De Habsburgse voogden werden tegelijkertijd verdreven.
In 1292 werden de vrijheidsbrieven niet vernieuwd door Albrecht I, zoon van Rudolf I. In 1315 wilde Leopold I van Oostenrijk de macht over Binnen-Zwitserland overnemen. Maar de Zwitsers versloegen zijn leger bijna volledig in de Slag bij Morgarten.
In 1332 sloot Luzern zich bij de oerkantons aan. In 1351 sloot ook Zürich zich aan na problemen met de Habsburgers. In 1353 sloot ook Bern zich aan bij de eeuwige bond. Hiermee ontstonden de 8 oude Steden van het Zwitsers Eedgenootschap. Het ging daarbij niet om een statenbond, maar meer om bilaterale verdragen tussen de verschillende partners.
In 1386 vervolgde zich de strijd met de Habsburgers. Aartshertog Leopold III van Oostenrijk werd bij Sempach in de slag van Sempach door de eedgenoten verslagen. Binnen het eedgenootschap kwam het tot een oorlog tussen Zürich en Schwyz, omdat ze beide uit waren op de landerijen van de laatste graaf van Toggenburg.
Van 1474 tot 1478 werden de Bourgondische oorlogen gevoerd met hertog Karel de Stoute van Bourgondië. Een spreuk hierover: Karel de Stoute verloor bij Grandson zijn goed, bij Murten zijn moed en bij Nancy zijn bloed. Na de verovering van Vaud door Bern ondernam Karel de Stoute een veldtocht (De Bourgondische Oorlogen). Op 2 maart 1476 werd hij verslagen in de Slag bij Grandson bij het meer van Neuchâtel. Daarna werd hij op 22 juni 1476 verslagen in de slag bij Murten. De Zwitsers kwamen op 5 januari 1477 de bevriende hertog van Lotharingen te hulp in de slag bij Nancy, waarbij Karel de Stoute stierf. De faam van de Zwitsers was hiermee gezet, waardoor de vorsten van Europa dan veel Zwitserse huursoldaten in hun oorlogen inzetten. Dit heeft veel rijkdom naar Zwitserland gebracht. Fribourg en Solothurn, die aan de zijde van de Eedgenoten hadden gevochten, verlangden hierna opname in het Zwitsers Eedgenootschap, wat gebeurde in 1481. In 1499, na de Schwabenoorlog, kregen de Zwitsers ook hun onafhankelijkheid van het Heilige Roomse Rijk.
In 1501 sloten Bazel en Schaffhausen zich aan en in 1513 Appenzell. Deze constellatie noemde zich de 13 oude Steden van het Zwitsers Eedgenootschap. Lugano en Locarno werden veroverd. Sankt Gallen, Biel, Rottweil, Mulhouse (tegenwoordig deel van Frankrijk), Genève, bisdom Sankt Gallen en Neuchâtel sloten zich aan. In 1506 werd de Zwitserse Garde (Cohors Helvetica) opgericht, na aanvraag door Paus Julius II, voor de bescherming van het Vaticaan, hetgeen nog altijd voortduurt. In 1513 werd het hoogtepunt van de macht van de Zwitsers bereikt met de bescherming van de Hertog van Milaan. In 1515 werd na de Slag van Marignano tijdens de Oorlog van de Liga van Kamerijk vrede gesloten met koning Frans I van Frankrijk, waarna verdere interventies in Italië niet meer door de Zwitsers werden uitgevoerd. De Zwitsers verklaarden zich vanaf dan neutraal.
[bewerk] Reformatie en contrareformatie
In 1519 werd door Huldrych Zwingli de reformatie gestart, niet alleen uit theologisch, maar zeker ook uit politiek oogpunt. De reformatie breidde zich uit over de Zwitserse Hoogvlakte, voornamelijk doordat de mensen een mogelijkheid zagen onder de heerschappij van de kerk vandaan te komen en zelfbestuur te kunnen krijgen. In 1531 werd er oorlog gevoerd als gevolg van de reformatie, waarbij Zwingli stierf. Het principe van vrije geloofskeuze werd ingevoerd, waarbij ook gedeeltelijk een tegenreformatie, terug naar het katholieke geloof, optrad. De kantons van Zürich, Bern, Bazel, Schaffhausen en delen van Graubünden bleven gereformeerd, de kantons van Uri, Schwyz, Nidwalden, Obwalden, Luzern, Zug, Solothurn en Fribourg blijven rooms-Katholiek. De samenwerking tussen de protestantse en kátholieke kantons was vaak uiterst moeizaam. In feite leefden deze kantons grotendeels langs elkaar heen, hetgeen goed mogelijk was vanwege het losse karakter van de bondsstaat. Er was geen sprake van tolerantie van andersdenkenden binnen de afzonderlijke kantons.
In 1541 zette de reformatie zich in een tweede aanloop door in Genève onder leiding van Johannes Calvijn. In 1618 en 1619 werd in de Synode van Dordrecht de eenheid in het gereformeerde geloof vastgelegd, onder andere met de aanwezigheid van veel Zwitserse theologen.
[bewerk] Oude Regime
Zwitserland kreeg uiteindelijk de al lang bereikte soevereiniteit volkenrechterlijk officieel in de Vrede van Westfalen op 24 oktober 1648, die ook een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog en de Dertigjarige Oorlog. Tijdens de Franse Revolutie in 1798 verloor Zwitserland de stad Mulhouse aan Frankrijk en Valtellina aan de Cisalpijnse Republiek, en zo aan het latere Italië.
[bewerk] Helvetische Republiek
Zie Helvetische Republiek voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
[bewerk] Statenbond, tijd voor de bondsstaat
In de Mediatieakte van Napoleon Bonaparte in 1803 kwam het tot een nieuwe grondwet en nieuwe verdeling van gebieden. Zwitserland kreeg zijn autonomie terug. De toenmalige onderdanengebieden en verbonden gebieden, Sankt Gallen, Graubünden, Aargau, Thurgau, Ticino en Vaud, werden eigen kantons, waardoor het aantal kantons tot 19 werd verhoogd. In 1815 werd door het Weense congres de altijd durende neutraliteit van Zwitserland door de Europese grootmachten erkend. Wallis, Neuchâtel en Genève werden als kantons in het Zwitsers Eedgenootschap opgenomen, waardoor het aantal kantons naar 22 uitgebreid werd.
[bewerk] Bondsstaat
In 1845 kwam het tot een polarisering tussen de liberale, stedelijke, overwegend protestantse kantons en de conservatieve, katholieke bergkantons, die tot een poging tot afscheiding van de kantons van Luzern, Uri, Schwyz, Unterwalden, Zug, Fribourg en Wallis van het Eedgenootschap zou leiden. In 1847 kwam het zelfs tot een oorlog tussen de Zwitserse Confederatie en de afgescheiden "Sonderbund". Onder leiding van de Zwitserse generaal Henri Dufour behaalden de troepen van de Confederatie na enige schermutselingen de overwinning. In 1848 werd hierna het moderne Zwitserland opgericht, als een bondsstaat. In 1856 bracht een tegenrevolutionaire actie in Neuchâtel nog spanningen met Pruisen. Tot dan was Neuchâtel nog een vorstendom van Pruisen, weliswaar binnen het Zwitsers Eedgenootschap. Door bemiddeling van Napoleon III kon een oorlog echter voorkomen en werd Neuchâtel geheel onafhankelijk van Pruisen.
Tijdens de Sardisch-Franse oorlog tegen Oostenrijk in 1859, de Italiaanse-Oostenrijkse oorlog in 1866 en de Duits-Franse oorlog in 1870 gelukte het Zwitserland zijn neutraliteit te bewaren, onder andere door versterkte bewaking van de grenzen. De neutraliteit heeft ertoe geleid, dat veel internationale organisaties zich in Zwitserland hebben gevestigd. Ook vele belangrijke congressen worden in Zwitserland gehouden. Het land tussen Montreux, Interlaken en Sankt Moritz werd voor Europeanen een geliefd vakantiegebied. De universiteiten in Zwitserland waren de enige in het Duitstalige gebied, die vrouwen lieten studeren. Deze mogelijkheid werd door veel vrouwen in Europa gebruikt. Ook de oprichting van de Eidgenossissche Technische Hochschule in Zürich versterkte de internationale leidende rol van Zwitserland.
[bewerk] Bijzondere data
1847 — Tussen Baden en Zürich wordt de eerste treinverbinding geopend.
1846 — In Genève wordt door Henri Dunant het Rode Kruis opgericht (de vlag van het Rode Kruis is bijna gelijk aan de Zwitserse vlag, alleen rood en wit zijn verwisseld).
1874 — Een nieuwe grondwet wordt opgezet.
1914-1918 — Eerste Wereldoorlog — Zwitserland blijft neutraal, maar mobiliseert wel.
1920 — Zwitserland wordt lid van de Volkenbond, die in Genève zijn hoofdkantoor had.
1938 — Reto-Romaans wordt officieel de vierde taal van Zwitserland.
1939-1945 — Tweede Wereldoorlog — Zwitserland blijft neutraal, maar mobiliseert wel. 26.000 joden worden opgenomen in Zwitserland, hoewel de asielpolitiek streng was.
1963 — Zwitserland wordt lid van de Raad van Europa.
1971 — Invoering van het vrouwenstemrecht (als laatste land in Europa).
1979 — Oprichting van het kanton Jura, door een afsplitsing van het kanton Bern.
1988 — Besluit om geen lid te worden van de Europese Gemeenschap.
1992 — Besluit om geen lid te worden van het Europese Economische Gemeenschap.
2000 — De bilaterale verdragen met de EG worden afgesloten.
2002 — Zwitserland wordt lid van de Verenigde Naties.
[bewerk] Bronnen
- Geschichte der Schweiz. 6. Auflage. Ulrich im Hof, ISBN 3-17-014583-5
- Zie Duitse Wikipedia voor verdere bronnen
Geschiedenis van Europa |
---|
Geschiedenis van: Albanië - Andorra - België - Bosnië en Herzegovina - Bulgarije - Denemarken - Duitsland - Estland - Finland - Frankrijk - Georgië - Griekenland - Hongarije - Ierland - IJsland - Italië - Kroatië - Letland - Liechtenstein - Litouwen - Luxemburg - Macedonië - Malta - Moldavië - Monaco - Montenegro - Nederland - Noorwegen - Oekraïne - Polen - Portugal - Roemenië - Rusland - San Marino - Servië - Slovenië - Slowakije - Spanje - Tsjechië - Turkije - Vaticaanstad - Verenigd Koninkrijk - Wit-Rusland - Zweden - Zwitserland |