Cartoons over Mohammed in Jyllands-Posten
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Begin 2006 ontstond er wereldwijd ophef over een serie cartoons over Mohammed in Jyllands-Posten. Deze satirische cartoons, waarvan enkele van Mohammed, werden op 30 september 2005 in het Deense dagblad Jyllands-Posten afgedrukt. Een aantal ervan werd op 10 januari 2006 herdrukt in het Noorse christelijke dagblad Magazinet en later in andere Europese bladen.
Inhoud |
[bewerk] Aanleiding
Aanleiding voor de affaire was het feit dat de schrijver Kaare Bluitgen tevergeefs had gezocht naar een illustrator voor een kinderboek over Mohammed. Jyllands-Posten reageerde hierop met een verzoek aan veertig tekenaars om een karikatuur van Mohammed te maken als illustratie bij een artikel over zelfcensuur en vrijheid van meningsuiting. Moslims (maar ook niet-moslims) namen er aanstoot aan en zagen ze als provocatie, beledigend of godslasterend.
[bewerk] Achtergrond
Het afbeelden van Mohammed is voor veel moslims een taboe, vooral als hij in verband wordt gebracht met terrorisme. Mohammed wordt door moslims geïdealiseerd als toppunt van perfectie en onfeilbaarheid, zijn leven is volgens hen een 'reflectie van de woorden van God' en heeft met zijn leven de Soenna gegeven. Dit voor moslims perfecte voorbeeld betekent voor hen dat een belediging aan het adres van Mohammed, niet alleen een belediging van de man is, maar ook van de islam en de gelovigen. Een in de ogen van moslims beledigde opmerking over Mohammed raakt voor moslims dan ook direct de geloofsgetuigenis: "Er is geen godheid dan God en Mohammed is de boodschapper van God"
Voor een verklaring van de woede-uitbarsting is ook van belang dat sommige moslims een verband leggen met de Oorlog tegen het terrorisme, die zij als een oorlog tegen de islam ervaren.
[bewerk] Inhoud
De prenten hebben als thema de gewelddadige en vrouwonvriendelijke gedragingen van sommige moslims. Van de 12 prenten laat één van de afbeeldingen 'Mohammed' met tulband en kromzwaard zien, de ogen afgedekt met een zwart balkje. Hij wordt geflankeerd door twee vrouwen die geheel gehuld zijn in een chador, met uitzondering van een venster voor de ogen dat even groot is als het zwarte balkje. Op een andere prent houdt 'Mohammed', staande op wolken een stoet rafelige, nasmeulende jongemannen tegen met de waarschuwing dat er geen maagden meer zijn, een toespeling op het geloof van radicale moslims dat zij als martelaar in het hiernamaals worden begroet door 72 maagden.
Een derde prent laat 'Mohammed' zien met op zijn hoofd een tulband in de vorm van een bom met aangestoken lont. Kurt Westergaard, de tekenaar van deze cartoon, is naar eigen zeggen geïnspireerd door het internationale terrorisme, die volgens hem zijn geestelijke munitie uit de islam betrekt. Hij bedoelde zijn tekening als protest tegen het hanteren van een dubbele standaard met betrekking tot de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. [1]
De prenten leggen een verband tussen Mohammed en het kwaad dat sommige van zijn volgelingen aanrichten. Dit stuit bij veel moslims op verzet, aangezien dit afbreuk doet aan hun beeld van Mohammed als heilige en vredestichter. Aan de serie van twaalf prenten zijn later nog drie prenten toegevoegd, van veel mindere kwaliteit en waarschijnlijk gemaakt door moslims die het vuur verder wilde aanwakkeren.
Niet alle islamitische stromingen handhaven overigens een strikt verbod op het afbeelden van de profeet. Vooral in Perzische handschriften is Mohammed geregeld in miniaturen afgebeeld. Dat gebeurde echter op een volgens moslims respectvolle wijze en vaak werd het gezicht van Mohammed gesluierd of in een afgewende houding weergegeven.
De cartoonist Lars Refn gaf zijn tekening een verstopte boodschap mee. De tekening toont een scholier met een Arabisch uiterlijk met het onderschrift "Mohammed Valbyskole 7A". Op het schoolbord waarvoor hij staat, staat in het Farsi: "De redactie van Jyllands Posten is een bende reactionaire provocateurs." De gemiddelde lezer van de originele prenten zal zich hiervan waarschijnlijk niet bewust zijn geweest.
Twee cartoons laten niet Mohammed, maar de auteur Bluitgen met tulband zien. Zij parodiëren de campagne van de krant als PR-stunt voor Bluitgens boek.
De Deense imam Raed Hlayhel uit Århus, Ahmad Abu Laban, een geestelijk leider uit Kopenhagen en diverse organisaties eisten excuses van de krant, maar kregen nul op het rekest. Leiders van de Deense organisatie Islamitische Geloofsgemeenschap zochten later steun in Egypte, Syrië en Libanon. Abu Laban heeft zich in een interview met Al Jazeera achter een oproep van Saoedi-Arabië tot het boycotten van Deense producten geschaard.
Volgens de Deense krant Politiken weigerde Jyllands-Posten in 2003 nog een serie van vier cartoons over Jezus. De krant was toen bezorgd dat de tekening van cartoonist Christoffer Zieler over de verrijzenis van Jezus "mogelijk spanningen zou veroorzaken". Overigens waren deze cartoons niet in opdracht van de krant getekend, maar door de tekenaar zelf ingestuurd, en speelden ze niet in op de actualiteit.
[bewerk] Chronologie
- Eind september 2005: Jyllands-Posten verzoekt 40 Deense cartoonisten om Mohammed te tekenen 'zoals u hem ziet'.
- 30 september 2005: Jyllands-Posten publiceert 12 cartoons met als onderwerp de profeet Mohammed.
- 30 september 2005: iemand belt Jyllands-Posten en bedreigt de cartoonisten met de dood.
- 9 oktober 2005: de organisatie Islamisk Trossamfund (Islamistische Geloofsgemeenschap) van Aboe Laban eist excuses van Jyllands-Posten. Excuses worden geweigerd.
- 14 oktober 2005: demonstratie in Kopenhagen.
- 17 oktober 2005: de Egyptische krant Al Faqr drukt 6 van de cartoons af zonder dat dit tot enige onrust leidt.[2]
- 19 oktober 2005: elf ambassadeurs van islamitische landen verzoeken de Deense premier om een onderhoud om overheidsoptreden tegen Jyllands Posten te bepleiten. De premier nam een formeel standpunt in (de Deense regering kan geen invloed uitoefenen op het publicatiebeleid van een krant) en weigerde de ambassadeurs te woord te staan.
- 27 oktober 2005: een twintigtal moslimorganisaties, verenigd in de Islamisk Trossamfund, klaagt Jyllands Posten aan wegens godslastering. Op 6 januari besluit de Officier van Justitie te Viborg om het onderzoek niet door te zetten. De organisaties gaan tegen dit besluit in beroep.
- November-december: Deense moslims bezoeken religieuze leiders in het Midden-Oosten. Zij verspreiden naast de 12 gepubliceerde cartoons drie andere cartoons. Eén daarvan is gebaseerd op een foto van een man met een varkenssnuit en varkensoren.
- December 2005: de ministers van buitenlandse zaken van de Arabische Liga bekritiseren de Deense premier voor de manier waarop hij met de zaak is omgegaan.
- 1 januari 2006: de Deense premier benadrukt in zijn nieuwjaarstoespraak het belang van vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en wederzijds respect.
- 10 januari 2006: de Noorse krant Magazinet herdrukt de cartoons.
- 21 januari 2006: de International Union of Muslim Scholars schaart zich achter een consumentenboycot van Deense producten.
- 26 januari 2006: Saoedi-Arabië start een handelsboycot.
- 29 januari 2006: Libië sluit zijn ambassade in Denemarken.
- 30 januari 2006: hoofdredacteur van Jyllands-Posten publiceert een verklaring op internet in het Deens, Engels en Arabisch en verontschuldigt zich voor de aanstoot die de cartoons hebben gegeven, maar biedt geen excuses aan voor publicatie omdat dit niet in strijd was met Deens recht en met de gedragscode voor de Deense pers.
- 3 februari 2006: op de Deense tv veroordeelt Aboe Laban de boycot van de Deense producten, maar op de Arabische zender Al-Jazeera steunt hij de boycot.
- 26 oktober 2006: De rechtbank in het Deense Århus spreekt de leiding van Jyllands-Posten vrij. Zeven Deense moslimorganisaties hadden een aanklacht ingediend, omdat zij vonden dat de teksten beledigend waren. De rechtbank achtte de prenten niet beledigend en vond dat de krant niet de bedoeling had om moslims te kleineren.[1]
- 13 februari 2008: Drie moslims die een aanslag wilden plegen op Kurt Westergaard worden in Denemarken gearresteerd[2]. Naar aanleiding daarvan publiceren een aantal kranten uit solidariteit met de tekenaar opnieuw de cartoons.
- 27 maart 2008: De prent van 'Mohammed' met op zijn hoofd een tulband in de vorm van een bom met aangestoken lont, heeft een prominente rol gekregen in het begin en einde van de korte film Fitna van Geert Wilders.
- 4 juni 2008: In de Noorse krant Adresseavisens wordt naar aanleiding van een aanslag in Pakistan een nieuwe spotprent afgedrukt[3]
[bewerk] Reacties
[bewerk] Algemeen
In Arabische landen werden na publicatie van de prenten op grote schaal Deense producten geboycot en werd geprotesteerd. Woedende betogers hebben op 4 februari 2006 de ambassade van Denemarken in Damascus bestormd en in brand gestoken en in de Palestijnse gebieden hebben jongeren geprobeerd de gebouwen van de Europese Unie binnen te dringen. Op 5 februari werd de Deense ambassade in de Libanese hoofdstad Beiroet eveneens in brand gestoken. Het is niet onmogelijk dat deze protesten niet spontaan waren, maar door de regimes van deze landen werden georganiseerd.
De Iraanse president Ahmadinejad heeft de verbreking geëist van de economische contracten met Denemarken en de andere landen waar de spotprenten van Mohammed werden gepubliceerd. Ook in Denemarken en Groot-Brittannië werd door moslims gedemonstreerd. In Nederland werd op 9 februari in Maastricht, en op 11 februari 2006 op de Dam in Amsterdam gedemonstreerd.
Als tegenreactie op het protest en als steun voor de originele publicatie, hebben vele kranten, vooral in Europa, de Deense cartoons ook gepubliceerd. De Deense premier blijft bij zijn standpunt dat in een seculiere democratie de regering geen verontschuldigingen kan uiten in naam van de pers omdat de regering de pers niet beheerst omwille van de persvrijheid.
De Duitse bondskanselier Angela Merkel toonde begrip voor de gekrenkte gevoelens van moslims, maar noemde het onaanvaardbaar dat ze worden gebruikt om het gebruik van geweld te legitimeren.
Javier Solana probeerde de gemoederen te bedaren en zei dat "verdraagzaamheid en respect even belangrijk zijn als de vrijheid van meningsuiting". Ook het Vaticaan liet weten dat het recht op vrije meningsuiting niet het recht om de religieuze gevoelens van gelovigen te kwetsen omvat.
In Nieuw-Zeeland besloten verschillende kranten ook tot publicatie van de cartoons over te gaan, om steun te betuigen aan de Westerse landen. Ook in de Verenigde Staten en Canada hebben enkele media besloten tot herpublicatie, hoewel zij terughoudender waren dan in Europa het geval is.
Ook in het Midden-Oosten hebben enkele kranten de cartoons geplaatst, onder andere in Egypte, Jordanië en Jemen. Jihad Momani, hoofdredacteur van het Jordaanse weekblad Al Shihan, die drie spotprenten had laten afdrukken, werd gearresteerd en ontslagen. Hij publiceerde de tekeningen "opdat mensen weten waartegen ze protesteren". Hij voegde eraan toe dat velen de prenten aanvallen zonder die ooit te hebben gezien. De uitgever van Al Shihan die in een interview met Der Spiegel uitlegde waarom de hoofdredacteur is ontslagen, zegt dat de tekeningen een uitdrukking zijn van kolonialistische antimoslim-haat.[3]
De van oorsprong Libanese hoogleraar politicologie Gilbert Achcar, (Université de Paris) is niet verbaasd over de uitbarsting in de islamitische landen, maar wel over de futiele aanleiding. Volgens Achcar draait het eigenlijk niet om de cartoons, maar is de uitbarsting ook een gevolg van de volgens hem hypocriete opstelling van de westerse wereld met betrekking tot democratie en mensenrechten in het Midden Oosten. [4]
Ook volgens de Nederlandse schrijver Mohammed Benzakour heeft de woede in de Arabische landen maar weinig met de Deense spotprenten te maken. Hij ziet gevoelens van politieke onmacht, frustratie en een gebrek aan zelfvertrouwen als oorzaken van de geweldsuitbarstingen. Hij is van mening dat voor een goed begrip een politieke analyse nodig is.[5]
De Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) gaf op 15 februari 2006 een verklaring uit waarin zij oproept om moslims en hun heiligdommen te respecteren, bijvoorbeeld door het beledigen van Mohammed gelijk te stellen aan antisemitisme en majesteitsschennis. De OIC werd daarin gesteund door secretaris-generaal van de VN Kofi Annan en EU-buitenlandcoördinator Javier Solana.
De Pakistaanse imam Mohammed Yousaf Qureshi looft op 17 februari 2006 een miljoen dollar en een auto uit voor het vermoorden van een van de cartoonisten.
Prof. dr. Tim Jensen, hoogleraar aan de Universiteit van Zuid-Denemarken, trok de stelling dat de vrijheid van meningsuiting in het geding was in twijfel. Jensen was nauw betrokken bij de discussie over de opschudding die in de islamitische wereld ontstond. Volgens Jensen hielden de Deense media "zich na de aanslagen in Amerika bepaald niet in als het ging om hun kritiek op de islam." Hij verwees naar het culturele en politieke klimaat van Denemarken. Volgens hem stond "de Deense regering […] niet bepaald te trappelen om vluchtelingen toe te laten en wilde de grenzen voor hen sluiten. In brede kringen was sprake van islamofobie. De situatie was dus al bij voorbaat gespannen.” Volgens Jensen wist de krant dat moslims aanstoot aan de cartoons zouden nemen, maar realiseerde men zich niet wat voor sneeuwbaleffect de publicatie zou hebben. Volgens Jensen zijn er grenzen aan de vrijheid van meningsuiting.[6]
De cartoons zijn in 143 kranten in 56 landen opnieuw gepubliceerd. Dat blijkt uit een onderzoek van de Deense School voor Journalistiek. Zeventig Europese en veertien Amerikaanse kranten drukten de tekeningen af of publiceerden ze online. Ook in acht moslimlanden werden de tekeningen uitgebracht: Algerije (gezicht werd onherkenbaar gemaakt, toch werden de kranten gesloten en de hoofdredacteurs opgepakt), Bosnië en Herzegovina, Egypte, Indonesië (hoofdredacteur opgepakt), Jordanië (hoofdredacteur opgepakt), Maleisië (krant gesloten), Marokko (gezicht onherkenbaar gemaakt) en Saoedi-Arabië (krant gesloten). [7][8]
[bewerk] Nederland
De politicus Geert Wilders plaatste de cartoons op zijn website als steun aan de cartoonisten. Ook De Volkskrant plaatste een aantal van de cartoons in haar blad en op haar website. Naar aanleiding daarvan werd op 2 februari 2006 een bommelding bij de krant gedaan, die later vals bleek te zijn.
De reactie van Ayhan Tonca, voorzitter van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), was: "Ik zou zeker naar de rechter stappen. Het is ontoelaatbaar om de profeet Mohammed te gebruiken in een spotprent."
Op 5 februari werden op de website van de AEL enkele antisemitische cartoons geplaatst. AEL-woordvoerder Abou Jahjah zei in NOVA dat "wie tactloos omgaat met de vrijheid van meningsuiting zelf ook tegen een stootje moet kunnen". Op een van de cartoons werd de Holocaust ontkend, op een andere deelde Adolf Hitler het bed met Anne Frank. Het CIDI deed vervolgens aangifte wegens antisemitisme. Naar aanleiding van deze prenten bleven geweldsuitbarstingen uit.
Alle fractievoorzitters in de Tweede Kamer verzochten premier Balkenende in een debat op 7 februari om zijn solidariteit met Denemarken te uiten. Deze benadrukte de waarde van het recht op vrije meningsuiting, maar deed ook een beroep op de media daar op een verantwoorde manier mee om te gaan. Hij riep op tot respect voor de religieuze gevoelens van islamitische medeburgers. Oud VVD-leider Wiegel zei in een toespraak voor liberale moslims dat de vrijheid van meningsuiting niet absoluut kan zijn. "Tussen dat vrijheidsrecht en het gebruikmaken van dat recht staat de moraal", aldus Wiegel.
Op 10 februari vond in Maastricht de eerste demonstratie van moslims tegen de cartoons plaats waarbij schoolkinderen een Deense vlag verbrandden. De politie greep niet in omdat de demonstratie verder vreedzaam verliep. Op 11 februari demonstreerden enkele honderden moslims op de Dam in Amsterdam. Deze demonstratie werd door moslimorganisaties geboycot. Op 15 februari staken Marokkaanse jongeren tijdens een demonstratie in Utrecht demonstratief een Britse vlag in brand. Ook hier greep de politie niet in.
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot bezocht op woensdag 15 februari Saoedi-Arabië. Hij ging erheen met de boodschap dat met de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid niet gemarchandeerd kan worden, maar dat die vrijheid niet onbeperkt is. Wie zich beledigd voelt, kan in Nederland naar de rechter stappen. Hij slaagde er desondanks niet in de Saoedische regering milder te stemmen. Binnen de grenzen van de persvrijheid is belediging van welke religie dan ook niet aanvaardbaar, verklaarde de koning.
Het wekte in Nederland en elders verbazing dat in islamitische landen men tekeer gaat tegen cartoons (die de islam zouden beledigen), maar dat men in diezelfde landen totaal niet wakker ligt van misbruik van de islam d.m.v. massamoord in naam van de islam (bijvoorbeeld in Darfur, Algerije, etc.).
[bewerk] België
Op 3 februari publiceerden drie grote Vlaamse kranten (de Standaard, het Nieuwsblad en het Volk) de cartoons om duidelijk te maken welk belang deze kranten hechten aan basiswaarden van de democratie en van het westers denken.
Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van De Standaard, ontzegde moslims niet het recht om boos te zijn, maar waarschuwde voor het aan banden leggen van de vrijheid van meningsuiting. "Iemands mening betwisten is iets heel anders dan diens recht betwisten om die mening te hebben." [9]
In een reactie uitten de Executieve van de Moslims van België en de Raad van Theologen van de moslimgemeenschap in België hun verontwaardiging en veroordeelden deze daad die volgens hen enkel kan geïnspireerd zijn door racistische en xenofobe kringen.
Op 5 februari ontstond in Brussel een spontane manifestatie van ongeveer 4000 moslims. De redactie van De Standaard ontving een dreigbrief.
[bewerk] Syrië
In de Syrische hoofdstad Damascus werd op 4 februari 2006 de Deense ambassade in brand gestoken door protesterende moslims. Ook de vertegenwoordigingen van Zweden en Chili, die in hetzelfde gebouw waren gevestigd, werden beschadigd. Even later werd elders in de stad de Noorse ambassade eveneens in brand gestoken. Denemarken houdt de Syrische regering verantwoordelijk omdat het vermoedt dat het geweld oogluikend werd toegestaan. Syrië treedt normaal gesproken hard op tegen protestacties.
[bewerk] Libanon
Ook in de Libanese hoofdstad Beiroet werd op 5 februari het Deense consultaat in brand gestoken. Het blussen werd bemoeilijkt doordat brandweerauto's onklaar waren gemaakt. Volgens de Libanese veiligheidsdienst kwam een betoger om het leven in de vlammen. De menigte trok ook een christelijke wijk binnen en vernielde daar tenminste twee kerken (een Maronitische en een Orthodoxe kerk) en Mariabeelden.
Op 6 februari bood Libanon Denemarken zijn excuses aan voor het in brand steken van de Deense ambassade. Minister van informatie Ghazi Aridi zei dat het geweld de beschaafde reputatie van Libanon heeft bezoedeld en het "edele doel" van de demonstratie geen recht heeft gedaan.
[bewerk] Afghanistan
In Afghanistan liep op 7 februari een protestactie voor een Noorse NAVO-basis uit de hand toen een aantal betogers de wapens van zeven politieagenten afpakten en daarmee de basis aanvielen. De Noren voelden zich zodanig bedreigd dat zij luchtsteun inriepen van de Nederlandse ISAF-militairen. De luchtsteun kwam in de vorm van een "Show of Force", dit houdt in dat een straaljager laag over komt vliegen en dan waarschuwingsschoten afschiet. De bedoeling was dat de relschoppers tot bedaren worden gebracht. Drie betogers werden doodgeschoten en 25 raakten door kogels gewond. Vier militairen raakten gewond, twee Noorse en twee Finse.
Ook bij een Nederlands kamp ontstond een rel. Er werd met stenen gegooid, hierbij raakte een Nederlander licht gewond aan het hoofd.
Op 8 februari werden er twee demonstranten gedood, toen zij tijdens het oprukken naar een Amerikaanse basis onder vuur genomen werden door agenten. Er werden eerst waarschuwingsschoten gelost, toen dit niet hielp, schoten de agenten op de menigte.
[bewerk] Indonesië
President Susilo Bambang Yudhoyono van Indonesië (het land met het grootste aantal mosliminwoners) heeft opgeroepen tot kalmte. Er zijn slechts enkele kleinere protestacties gemeld. De president waarschuwde westerse media en politici in een artikel in de International Herald Tribune (10 februari 2006) voor het averechtse effect dat het voortdurend rechtvaardigen van de karikaturen met een beroep op de vrijheid van meningsuiting volgens hem heeft op het vreedzaam samenleven van moslims en niet-moslims. Hij vond dat moslims in westerse landen ervan op aan moeten kunnen dat de democratieën waarin zij leven ook de heilige symbolen van de islam respecteren en beschermen. Als de indruk wordt gewekt dat het bespotten van de islam in een democratie is toegestaan, zal volgens hem de bereidheid van moslims om in het democratische stelsel te participeren drastisch afnemen. Anderzijds riep hij moslims op om meer werk te maken van interreligieuze dialoog en het geweld te staken. Reageren met geweld is volgens Yudhoyono niet in het belang van moslims en in strijd met het voorbeeld van de profeet.
[bewerk] Iran
De Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad veroordeelde de cartoons als 'de zoveelste poging van het "joodsgezinde westen" om de Islam te ondermijnen'. In eenzelfde adem noemde hij de holocaust een "zionistisch verzinsel, bedoeld om meelij op te wekken voor Israël", een staat, waarvan hij vindt, dat deze vernietigd zou moeten worden.
In Iran is in de krant Hamshahri een week lang een anti-joodse cartoonwedstrijd gaande, als "tegenwicht" tegen de Deense cartoons. In Israël is daarop een cartoonwedstrijd (zie [10]) uitgeroepen onder het motto: Antisemitisme: niemand is daarin beter dan een Jood zelf!
[bewerk] Reacties van de kerken
De lutherse staatskerk in Denemarken vond het respect voor iemands persoonlijke geloofsopvatting belangrijker dan de vrijheid van meningsuiting.
De Evangelicale Kerk in Duitsland betuigde respect voor mensen die zich in hun religieuze overtuiging gekwetst voelden, maar zei ook dat moslims zich niet moeten laten gebruiken voor een antiwesterse campagne. Aan cartoonisten vroeg de woordvoerder zorgvuldig en respectvol om te gaan met het thema religie.
Kerkelijke leiders in Noorwegen riepen samen met islamitische bestuurders christenen en moslims wereldwijd op zich te beheersen en het conflict op een vreedzame manier door middel van een dialoog op te lossen. Ook zij stelden dat de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid een groot goed zijn.
Het Vaticaan veroordeelde zowel de publicatie van de karikaturen van Mohammed als de gewelddadige reacties in de moslimwereld. Het Vaticaan oordeelde dat dergelijke vormen van verbitterde kritiek of het belachelijk maken van anderen op een gebrek aan menselijke gevoeligheid wijzen en in sommige gevallen als een onaanvaardbare provocatie opgevat kunnen worden. [11] "Fysieke of verbale onverdraagzaamheid, van welke kant ook, als actie of reactie, is een ernstige bedreiging van de vrede", aldus de Heilige Stoel [12].
[bewerk] Verweer van Flemming Rose
De Washington Post publiceerde op 19 februari 2006 een verweerschrift van Flemming Rose, chef kunst van Jyllands-Posten [13].
Zijn betoog bestaat uit de volgende punten:
- Rose vindt dat vrijheid van meningsuiting niet betekent dat je maar alles moet publiceren. Uitzonderingen voor zijn krant zijn bijvoorbeeld pornografie, close-ups van lijken en grove scheldpartijen.
- De publicatie van de cartoons valt buiten bovenstaande categorieën; dit was bedoeld om het steeds knellender keurslijf van zelfcensuur wat op te rekken. Illustraties daarvan:
- een Deense kinderboekenschrijver zocht illustrators voor zijn boek over Mohammed, maar kon uiteindelijk alleen tekenaars vinden die per se anoniem wilden blijven;
- de Tate Gallery weigerde een kunstwerk van John Latham, een beeld van een vernipperde koran, bijbel en talmoed;
- een groep Deense imams drong in september 2005 er bij de Deense premier Rasmussen op aan om de koran vaker positief door de pers in beeld te laten brengen.
- Er is een traditie wat betreft satire op koninklijke hoogheden en politieke kopstukken; met de cartoons hebben we duidelijk willen maken dat de moslims onderdeel uitmaken van deze maatschappij, juist niet dat ze erbuiten staan.
- De meest gewraakte tekening, die van de bom in de tulband van de profeet, betekent eerder dat relatieve outsiders de islam een slechte naam bezorgen en zelfs opblazen.
- Respect toon je als je je schoenen uittrekt bij het binnenlopen van een moskee; maar als gelovigen van niet-gelovigen gaan eisen dat die in het openbaar zwijgen over wat voor hen een taboe is, dan is er geen sprake van respect maar van onderwerping.
- Als voormalig correspondent in de Sovjet-Unie zegt Rose allergisch te zijn voor censuur op grond van belediging. Schrijvers zoals Boris Pasternak (en vele anderen) zijn gestraft vanwege 'anti-sovjetpropaganda'. Moslims noemen onze publicaties nu 'anti-islamitisch'.
- Wie toegeeft aan totalitaire eisen zal ontdekken dat slechts meer eisen volgen.
- Na de publicaties zijn er veel constructieve gesprekken geweest. In Denemarken waren er geen anti-moslimdemonstraties, geen moslims die het land uit vluchtten en geen islamitisch geweld.
- Het tragische geweld in het Midden-Oosten en in Indonesië naar aanleiding van de publicaties was onverwacht en nog minder gewenst.
- Er zijn nu twee verhalen: het verhaal in Europa is goed afgelopen: de ontwikkeling van de moslims hier is ermee vooruit geholpen; het verhaal in het Midden-Oosten is niet goed afgelopen, maar dat is ook een stuk ingewikkelder en dat heeft weinig met de Deense cartoons te maken.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- Officiële homepagina van Jyllands-Posten
- Link naar de afbeeldingen
- Afbeeldingen van Mohammed door de geschiedenis heen
- Danish Government Response, 23 januari 2006
- Artikel in De Standaard
- Noorse spotprent
Bronnen, noten en/of referenties: |
|