Nieuwe Testament
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Nieuwe Testament is een verzameling religieuze geschriften behorend tot het christendom.Het vormt het tweede deel van het heilige boek van de christenen, de Bijbel. Hoewel precieze datering moeilijk is wordt algemeen aangenomen dat de geschriften van het Nieuwe Testament dateren uit de eerste en/of tweede eeuw na Christus. De naam is een vertaling uit het Latijn van Novum Testamentum, wat een vertaling is uit het Grieks van Η Καινη Διαθηκη, Hê Kainê Diathêkê, hetgeen "Het Nieuwe Verbond of "Het Nieuwe Testament" betekent. De vroege christenen gebruikten het oorspronkelijk om hun relatie met God aan te geven.
Het Nieuwe Testament beschrijft daden en woorden van Jezus die volgens het christendom en het Nieuwe Testament de Messias (de Christus) en de stichter van het christendom is. Verder staan de vroege geschiedenis van de eerste christelijke gemeenschappen en de leer en de prediking van de apostelen erin beschreven. Het Nieuwe Testament vormt daarmee de voornaamste basis van het christelijk geloof. Binnen dat geloof wordt behalve de Bijbeltekst van het Oude Testament ook die van het Nieuwe Testament als het Woord van God beschouwd.
Inhoud |
[bewerk] Betekenis
De reden waarom de tweede helft van de Bijbel het Nieuwe Testament wordt genoemd (het woord testament betekent 'verbond' of 'convenant') is omdat er volgens het christelijk geloof sprake is van een nieuw verbond: God heeft door Jezus Christus een nieuw verbond gesloten met de mensheid. Was het oude verbond uit het Oude Testament nog beperkt tot het volk van Israël, het NieuwTestamentische verbond geldt voor iedereen die gelooft dat Jezus Christus de Messias, de Verlosser is van de zonde, de duivel en de dood. Op grond hiervan beschouwen (orthodoxe) christenen het Nieuwe Testament dan ook als het Woord van God.
Volgens de opvatting en de uitleg van de kerk door de eeuwen heen is dit het hoofdthema van het Nieuwe Testament en daarmee van het christelijk geloof, namelijk dat Jezus Christus aan het kruis zijn leven heeft gegeven voor de zonden van de mensen en uit de dood is opgestaan en dat men als zondaar aan dit heilswerk van Jezus deel krijgt door het geloof in Hem. Volgens de belijdenis van de kerk der eeuwen zijn de opstanding van Jezus uit de doden en het geloof in zijn heilswerk dan ook de twee grote kerngedachten van het Nieuwe Testament. 'Moderne theologen' (niet te verwarren met 'hedendaagse theologen') trekken deze betekenis van het Nieuwe Testament op grond van het zogeheten historisch-kritisch Bijbelonderzoek echter in twijfel.
Over de betekenis van het Nieuwe Testament wordt - begrijpelijkerwijs - anders geoordeeld door niet-christenen. Een meerderheid van de niet-gelovigen beschouwt het Nieuwe Testament hooguit als een menselijk boek met betekenis voor de wereldliteratuur. Belijders van niet-christelijke religies, maar ook aanhangers van sommige New Age-achtige stromingen daarentegen willen aan het Nieuwe Testament nog wel een bepaalde religieuze waarde toekennen die echter afwijkt of/en niet zo ver gaat als die van (orthodoxe) christenen. Zo verwerpen bijvoorbeeld (orthodoxe) joden het Nieuwe Testament omdat zij het schadelijk achten voor de – huns inziens – ware leer, beschouwen moslims de Bijbel (waaronder dus ook het Nieuwe Testament) als gedeeltelijk vervalst en leggen hindoes en boeddhisten en New Age-achtige gelovigen het Nieuwe Testament volgens hun eigen geloofsprincipes uit, de laatste vaak met steun van ideeën van theologen uit de hoek van het historisch-kritisch Bijbelonderzoek.
[bewerk] Totstandkoming van de canon
Zie Canonvorming van het Nieuwe Testament voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Het Nieuwe Testament bestaat uit 27 boeken die in de eerste en/of tweede eeuw na Christus zijn geschreven. De taal waarin dit waarschijnlijk heeft plaatsgevonden is het Koinè-Grieks, afgezien van het Matteüs-evangelie dat waarschijnlijk, naar de mededeling van een aantal kerkvaders, oorspronkelijk in het Hebreeuws is geschreven of anders in het Aramees en daarna naar het Grieks is vertaald. De thans beschikbare handschriften van het Nieuwe Testament zijn alle in de Griekse taal.
De 27 boeken van het Nieuwe Testament zijn geschreven door verschillende auteurs, hebben een verschillend karakter, zijn taalkundig ook verschillend en zijn vanuit diverse plaatsen en omstandigheden geschreven. Toch zijn er in deze 27 boeken ook weer gelijkluidende gedachten. Het is een intrigerende vraag hoe juist deze 27 boeken uiteindelijk het Nieuwe Testament, met zoveel invloed in het christendom, zijn gaan vormen.
Over welke boeken in het Nieuwe Testament thuishoren, de zogeheten canon, zijn eeuwenlang veel discussies gevoerd, zij het dat dit niet met alle Nieuwtestamentische boeken in dezelfde mate het geval was. Zo stond tegen het einde van de tweede eeuw een vrij groot gedeelte ervan reeds praktisch vast zoals de evangeliën, de Handelingen van de Apostelen en de brieven van Paulus. De huidige canon waar men het tegenwoordig wereldwijd over eens is, kreeg in 367 een officieel karakter in de paasbrief van Athanasius. Na die paasbrief was er vooral nog discussie over het Bijbelboek Openbaring.
[bewerk] Inhoud
De boeken van het Nieuwe Testament zijn in vier groepen in te delen:
[bewerk] Evangeliën
De evangeliën (Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes) zijn de eerste vier boeken; zij geven elk een beschrijving van het leven van Jezus Christus zoals geboorte, onderwijs, wonderen, conflicten, kruisiging, sterven, dood en opstanding. Er is geen consensus over of (één of meerdere van) de evangeliën geschreven werden door directe ooggetuigen.
De beschrijving van Johannes wijkt qua stijl en opzet duidelijk af van de andere drie evangeliën die meer met elkaar gemeen hebben. In deze evangeliën ligt het accent op de beschrijving van daden en woorden van Jezus, reden waarom ze ook wel de synoptische evangeliën worden genoemd. Johannes daarentegen gaat dieper in op de duiding van de betekenis van Jezus' woorden en daden.
[bewerk] Handelingen
Het vijfde boek, de Handelingen, begint met de Hemelvaart van Jezus Christus, gevolgd door de beschrijving van de uitstorting van de Heilige Geest.
Hierna volgt een uiteenzetting van het ontstaan en de groei van de eerste christelijke gemeenschappen plus al het wel en wee waarmee zij worden geconfronteerd. De tweede helft is geheel gewijd aan de wederwaardigheden en de zendingsreizen van de apostel Paulus. Over het algemeen gaat men ervan uit dat dit boek geschreven is door Lukas, die mogelijk een leerling van Paulus was.
Daar het boek Handelingen begint met een beschrijving van de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem en eindigt met een beschrijving van de prediking van het evangelie door Paulus in Rome hebben sommigen in deze opbouw een programma gezien: het evangelie gaat vanuit de beslotenheid van het joodse volk (gesymboliseerd door Jeruzalem) naar de heidenen (gesymboliseerd door de wereldstad Rome), met andere woorden het evangelie is er voor de joden én de niet-joden.
[bewerk] Brieven
De Brieven zijn door prominente christenen van het eerste uur (vooral Paulus) aan concrete personen of aan christelijke gemeenschappen geschreven en geven diverse uiteenzettingen van de christelijke geloofsleer en de praktische toepassing ervan.
Deze brieven kunnen op allerlei manieren nader worden gecategoriseerd; zo wordt onder andere de volgende genre-indeling gehanteerd:
- liederen, belijdenissen en doxologieën
- deugden- en zondenlijsten
- gezins- en ambtsverplichtingen
[bewerk] Openbaring
Het laatste boek van het Nieuwe Testament, de Openbaring van Johannes, is overwegend apocalyptisch van aard en staat daardoor geheel op zichzelf. In vaak zinnebeeldige taal wordt er een voorstelling gegeven van hoe het er aan het einde der tijden aan toe zal gaan.
[bewerk] Verhouding ten opzichte van het Oude Testament
In het Nieuwe Testament wordt het Oude Testament vaak en op allerlei plaatsen geciteerd. Soms wordt teruggegrepen op de Hebreeuwse tekst; soms op de tekst van de Septuaginta; soms wordt het Oude Testament op een wat vrije wijze aangehaald. In ieder geval zijn vele schrijvers van het Nieuwe Testament van oordeel dat ze gaan in het spoor van het Oude Testament. Vooral de taal en de gedachterijkdom van de Septuaginta heeft grote invloed op de inhoud en verwerking van motieven in het Nieuwe Testament. Reeds in het eerste boek (Mattheus) treft de onbevangen lezer talloze citaten uit het Oude Testament aan. Kennelijk wilde de schrijver van dit boek daarbij aanknopen.
Voor het christendom is het Oude Testament, het eerste gedeelte van de Bijbel, nog steeds geldig. Volgens de evangeliën heeft Jezus Christus zelf nadrukkelijk verklaard dat wat in het Oude Testament staat zijn geldigheid zal behouden totdat "alles wat zal moeten plaatsvinden zal hebben plaatsgevonden en dat hij niet was gekomen om de wetten en profetieën in het Oude Testament af te schaffen, maar om deze tot vervulling te brengen".
Christenen volgen echter in de regel niet alle bepalingen uit het Oude Testament meer na omdat zij geloven dat door het "verlossingswerk" van Jezus Christus bepaalde ge- en verboden hun geldigheid hebben verloren (bijvoorbeeld de spijswetten). Met name in de Bijbelboeken Handelingen, de brieven van de apostel Paulus en de Brief aan de Hebreeën (deze is mogelijkerwijs ook van Paulus) komt deze kwestie aan bod.
[bewerk] Centrale begrippen
Het Nieuwe Testament is geschreven door verschillende personen, vanuit verschillende omstandigheden en vanuit verschillend perspectief. Toch valt het op hoeveel centrale motieven er door de verschillende boeken lopen. Deze motieven keren ook elke keer weer terug. De Bijbelwetenschap vraagt aandacht voor dit opmerkelijke fenomeen. Een belangrijk motief is het koninkrijk Gods. Ook zijn er andere centrale motieven. Bijvoorbeeld de plaats en betekenis van het geloof. Het is van belang om na te gaan hoe deze begrippen zich in het Nieuwe Testament ontwikkelen en welke inhoud eraan gegeven wordt.
[bewerk] Het Koninkrijk van God
Reeds in het Oude Testament wordt gesproken over het Koninkrijk van God. In het Nieuwe Testament begint Johannes de Doper zijn prediking met de boodschap van de nabijheid van het Koninkrijk van God. Ook Jezus herhaalt deze boodschap. In de bergrede geeft Jezus een uitvoerige tekening van het koninkrijk van God. Ook bij de apostelen komt dit motief weer nadrukkelijk naar voren. Zie ook: Koninkrijk van God.
[bewerk] Literatuur
- De oudste christelijke geschriften, G.A. van den Bergh van Eysinga, 1946, Servire - Den Haag
- Het kompas van het christendom: ontstaan en betekenis van een omstreden Bijbel, Jakob van Bruggen, 2002
[bewerk] Externe links
- De Bijbel in zes verschillende vertalingen: Statenvertaling, Statenvertaling 1977, Nederlands Bijbelgenootschap 1951, Willibrordvertaling 1995, Groot Nieuws Bijbel 1996 en Nieuwe Bijbelvertaling 2004
- Het Nieuwe Testament in het Latijn (Nova Vulgata)
- De betrouwbaarheid van de geschriften van het Nieuwe Testament door F.F. Bruce
Bronnen, noten en/of referenties: |
|
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie New Testament van Wikimedia Commons. |