Hosea
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het boek Hosea is een boek in de Hebreeuwse Bijbel. In het Oude Testament en de Tenach valt het onder kleine profeten (de twaalf in de Tenach). Het boek bevat de profetieën van Hosea. De naam Hosea betekent 'God redt'.
Dit boek vormt het eerste van de kleine profeten. Hosea was een tijdgenoot van de profeet Jesaja.
[bewerk] Thema en boodschap
Hosea profeteerde in een donkere periode van Israël's geschiedenis, namelijk in de periode van verval en ondergang. De zonden van het noordelijke tienstammenrijk (moord, overspel, diefstal, ongeloof en afgoderij) worden opgesomd en bekritiseerd. Deze zonden worden aangewezen als oorzaak voor de rampen die Israël treffen.
[bewerk] Inhoud
Het boek kan in twee delen onderverdeeld worden, namelijk hoofdstuk 1-3, en hoofdstuk 4-14.
De eerste drie hoofdstukken geven een symbolische weergave van Israëls ontrouw. Hosea krijgt opdracht een prostituee te trouwen. Haar ontrouw aan Hosea staat model voor Israëls ontrouw aan God. In het Oude Testament wordt het huwelijk en de huwelijksrelatie vaker als beeld voor de verhouding tussen God en Israël gebruikt, bijvoorbeeld in het boek Ezechiël.
Het tweede deel bevat een aaneenschakeling van profetieën van Hosea, bestaande uit veroordelingen, waarschuwingen, bedreigingen, aankondigingen, beloften en aanbod van genade.