Hindoeïstische filosofie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hindoeïstische filosofie is de verzamelnaam voor de verschillende filosofische stromingen uit India die kunnen worden onderscheiden binnen het hindoeïsme, dat zijn oorsprong vindt in de vedische levenswijze (stelsel), het varn-asrama-dharma genaamd. Dit systeem onleent haar filosofische inzichten aan het bhagavatam of vedantsoetra waarin de adviezen of uitvoeringen staan beschreven, die men behoort te verwezenlijken naargelang zijn of haar positie in een bepaalde geleding.
De filosofie achter deze geschriften de Veda's beperkt zich echter niet tot het enkel lezen van de literatuur, maar deze ook in praktijk zien te brengen. Door de instructies in de verzen ten uitvoer te brengen zal het bewustzijn automatisch gevestigd worden op De Allerhoogste Heer. Ieder kan het allerhoogste geluk deelachtig worden volgens de Veda's, als men enkel maar vanuit de eigen positie te werk gaat zonder haat en geweld: advesta sarva bhutanam; we behoren in de eerste plaats alle dieren, inscecten, vogels, planten, menselijke wezens en hogere goden op een gepaste manier te benaderen. Dan zal volgens deze filosofie meer respect optreden voor de verschillende energieën om ons heen. Daardoor wordt er een pad geopend naar sereniteit, rust, vrede, liefde waardoor onnodige angsten als sneeuw voor de zon verdwijnen.
In de 'hindoeïstische' leer wordt er aan iedereen gedacht op basis van ziel en bewustzijn. In de Vedanta soetra's wordt eerst prakriti, de materiële natuur, behandeld en haar 24 elementen, dan de subtielere zoals geest en intelligentie en vals ego, die deel uitmaken van het esoterische lichaam, en dan de ziel, die als niet materieel (anti-materieel), maar spiritueel wordt gezien. Daarna worden de onderwerpen aangaande yoga en de verschillende meditatieve vormen en hun resulterende bevrijding besproken. Daarna hoe te handelen met het materiële lichaam in yoga om verdere onwetendheid te voorkomen, die volgens de Veda's de wortel is van onze misvattingen over de eeuwigheid van onze identiteit als geestelijke ziel en onze relatie tot Het Allerhoogste Bewustzijn of Param Isvara (De Allerhoogste Bestuurder).
De Ooserse filosofie gebruikt een 'guru-parampara' stelsel, ofwel een lijn van geestelijke leraren, die hun kennis overbrengen op hun discipelen. Deze kennis onderscheidt zich van alle andere vakken, die men in feite kan vernemen van gerealiseerde personen. Albert Einstein was ook een buitengewoon hoog leraar op het gebied van wiskunde, natuurkunde, meetkunde, sterrenkunde, kosmologie, scheikunde filosofie etc. We zouden bijna voor alle fysische en dynamische vragen voorzeker eerst naar zo iemand gaan, want dat voelt veilig. Op dezelfde manier zeggen de verzen in de Veda's, dat als we een bonafide geestelijke leraar benaderen, die gesitueerd is in een zeker Guru-param para stelsel, we op deze manier tot gerealiseerde kennis kunnen geraken aangaande de eeuwigheid.
- Aprapattivada: afwijzing van filosofische speculatie door Shiva. Geen ondersteuning van viprapattivada, noch van prapattivada.
- Samkhya : oudste hindoe filosofie van Maharishi Kapila vlak voor de komst van Krishna (circa 15e eeuw v.Chr.); God is Jnanya Ishvara of Purusha (Bewustzijn), maar Prakrti (Uitvoerend Principe) bestuurt de schepping; Purusha is slechts de katalysator (passief); de vele individuele purusha's (jiiva's of microkosmossen) zijn geen reflectie van de Kosmische Purusha (dit is 'dualisme'), maar slechts de stille getuigen van de materie (een product van Prakrti). De jiiva's en Jnanya Ishvara (geen persoonlijke God) blijven voor altijd van elkaar gescheiden.
- Prapattivada: onuitgesproken, maar gesteund door de acties en het gedrag van Krishna en te vinden in de veel latere Bhagavata Shastra; prapatti betekent volledige overgave aan de Kosmische wil, zoals gevonden in het Vaishnavisme.
- Yoga is het systeem dat die overgave aan de Kosmische Wil probeert te bewerkstelligen door introductie van een persoonlijke God (Ishvara, die bij de Samkhya ontbreekt) waarop gemediteerd kan worden. Dit kan omdat Ishvara het enige aspect van Purusha is dat niet in Prakrti verwikkeld is. In tegenstelling tot de Samkhya, gebruikt yogaconcepten als Brahman en atman die ook in de Oepanishaden gevonden worden. Het yogasysteem is een uitgebreid systeem van voorschriften om controle en meesterschap te verkrijgen over lichaam, geest en het "zelf" totdat het individuele bewustzijn uiteindelijk kan samengaan met het ware Zelf of de Atman (dat los staat van de gevoelens, gedachten en acties). Deze uiteindelijke versmelting van het kleine "zelf" met het grote Zelf is het doel van yoga (letterlijk:eenwording) en wordt naargelang de school aangeduid met moksha, nirwana of samadhi. De Atman of het Zelf is uiteindelijk niets anders dan het oneindige Brahman (Parama Purusha of Kosmisch Bewustzijn). Shiva en Krishna zijn verpersoonlijkingen van Ishvara, zodat daarmee de persoonlijk relatie tot Ishvara mogelijk wordt. Yoga is een mystiek systeem. De belangrijkste tekst is de door Krishna geïnspireerde Bhagavad gita die de vier belangrijkste yogasystemen behandelt. Patanjali schreef een invloedrijke tekst over de raja yoga (meditatie systeem) genaamd Yoga soetra's van Patanjali.
- Viprapattivada: tegenovergestelde these van prapattivada, bevrijding zou door intellectuele kennis mogelijk zijn:
- Nyaya is een filosofische school gebaseerd op de Nyaya Soetra (tekst) geschreven door Gautama ("Akshapada") circa vijfde of vierde eeuw v.Chr. Deze school introduceerde de logica en meent dat juiste kennis voldoende is om bevrijding te verkrijgen. De juiste kennis kan alleen verkregen worden door waarneming, gevolgtrekking, vergelijking en getuigenis. De filosofie van deze school lijkt nog het meest op de Westerse analytische filosofie.
- Vaisheshika, gesticht door Kanada, gaat ervan uit dat alle objecten in het universum uit atomen bestaan. Aanvaarde alleen waarneming en gevolgtrekking als bronnen van bruikbare kennis. Is uiteindelijk met Nyaya samengegaan vanwege hun verwante metafysische theorieën.
- Purva Mimamsa Darshana (=Vroegere Mimamsa School). Deze school formuleerde regels om de Veda's te interpreteren en wilde de autoriteit van de Veda's vestigen. Ze benadrukte dat teksten met behulp van de rede en niet dogmatisch geïnterpreteerd moesten worden. Deze school wees aanvankelijk mystieke spiritualiteit (streven naar Moksha of verlichting) af als egoïstisch en legde nadruk op Vedisch ritualisme. Later werd handelen vanuit "juiste kennis" (jnana) om mukti te bereiken het streven. Heeft nog altijd veel invloed op het religieuze leven van veel hindoes.
- Vishuddha Advaita-vada ('non-dualisme' of 'monisme') of Uttara Mimamsa Darshana (=Latere Mimamsa School, beter bekend als Vedanta) van Vadarayana Vyasa en later verder ontwikkeld door Shankara (788 - 820) met zijn Mayavada (90%) van Advaita Vedanta. Deze filosofie beroept zich op de filosofische leringen uit de Oepanishaden in plaats van de Brahmanas met hun ritualistische uitvaardigingen. Alleen het Brahman is werkelijkheid; schepping (jagat) en heelal (jagatbimba) zijn vals of illusioir; alle jiiva's (eenheden van individueel bewustzijn of microkosmos) zijn Brahman; het lijkt of dingen gebeuren, maar in werkelijkheid is dit alles (het spel van) Maya (Veda Lila). De Shunyavada (de ultieme werkelijkheid is leegte) van de boeddhisten lijkt hier wel wat op en Shankara werd er dan ook van beschuldigd boeddhisme te onderwijzen.
- Vishishtadvaita-vada ('gekwalificeerd non-dualisme'): de wereld is niet gelijk aan Maya, en Parama Purusha is het centrum van het universum. Mahavishnuvada: Godheid Mahavishnu zit in het centrum van en bestuurt de Kosmos; de jiivas zijn Zijn "vonk-uitdrukkingen", als vonken komen zij uit Hem voort, maar de vonken keren niet terug naar hun oorsprong. Vishnu is de enige onafhankelijke realiteit en de jiiva's en materie zijn voor hun bestaan volledig aangewezen op God (Vishnu). Belangrijkste filosoof van deze stroming is Ramanuja (1040 - 1137).
- Dvaita-vada ('dualisme'): er zijn jiiva's en er is een Hoogste Controlerende Kern (Krishna); jiiva's kunnen alleen door devotie richting Krishna gaan (niet door daden of kennis); hoe dichter bij die Kern, hoe meer de jiiva daar op gaat lijken (Radha gaat op Krishna lijken); daden of kennis dienen slechts om de devotie groter te maken, maar de jiiva blijft altijd gescheiden van Parama Purusha (Krishna). Belangrijkste filosoof van het dualisme is Madhava (1199 - 1278).
- Dvaitadvaita-vada ('dualistisch non-dualisme'): door sadhana (intuïtieve praktijken) komt de aanvankelijk gescheiden jiiva zó dicht bij Parama Purusha dat hij er in opgaat als suiker in water; de wereld is een relatieve werkelijkheid die niet ontkend kan worden; onduidelijk blijft waar de jiiva's vandaan komen. De stichter van deze stroming was Nimbarka (12de eeuw n.C.)
- Advaitadvaitadvaita-vada ('non-dualistisch dualistisch non-dualisme'): zelfde als Dvaitadvaitavada maar de jiiva's komen nu ook voort uit Parama Purusha.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie Hindu scriptures van Wikimedia Commons. |