Gotisch (taal)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
||
---|---|---|
Gesproken in: | Grote delen van Europa | |
Uitgestorven in: | 8e eeuw, Krimgotisch 16e(?) eeuw | |
Sprekers: | geen | |
Taalfamilie | Indo-Europese talen
|
|
Dialecten: | Krimgotisch | |
Alfabet: | Gotisch alfabet | |
|
||
|
||
ISO 639-2(B): got, | ||
|
Het Gotisch is een uitgestorven Oost-Germaanse taal, de enige taal uit deze tak waarover redelijk veel bekend is. De vierde-eeuwse Gotische bijbelvertaling van bisschop Wulfila is het eerste overgeleverde literaire werk in een Germaanse taal en daarom van groot belang voor de taalwetenschap. Met o.a. vier of vijf naamvallen, een dualis en een synthetische lijdende vorm vertoont het Gotisch veel archaïsche kenmerken.
Het Gotisch werd gesproken door het volk der Goten en verspreidde zich na de derde eeuw vanuit het gebied ten noorden van de Zwarte Zee naar Italië, Frankrijk en Spanje, maar stierf na de val van de Gotenrijken in de achtste eeuw in West-Europa uit. Op de Krim bleef een variant van het Gotisch, het Krimgotisch, in ieder geval tot in de zestiende eeuw bestaan.
Inhoud |
[bewerk] Bronnen
Verreweg de belangrijkste bron voor het Gotisch is Wulfila's bijbelvertaling. Hiervan is het grootste gedeelte verloren gegaan. Bewaard gebleven zijn meer dan de helft van de evangeliën, in de Codex Argenteus, de brieven van Paulus en een deel van Nehemia. Het enige andere belangrijke Gotische document is de Skeireins, een commentaar op Johannes.
[bewerk] Alfabet
Zie Gotisch alfabet voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Wulfila ontwierp voor zijn bijbel zelf een op het Griekse alfabet gebaseerd schrift. Voorheen schreven de Goten in runen. Met mag aannemen dat het alfabet grotendeels fonematisch is, met waarschijnlijk de volgende op de uitspraak van het Grieks gebaseerde uitzonderingen: <ei> = [iː]?, <au> = [ɔ]?, <ai> = [ɛ]? en <gg> = [ŋ]?. In de wetenschap wordt vrijwel uitsluitend met de transliteratie naar het Latijnse alfabet gewerkt.
Letter | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Transliteratie | a | b | g | d | e | q | z | h | þ | i | k | l | m | n |
Getalswaarde | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9´ | 10 | 20 | 30 | 40 | 50 |
Uitspraak | [a, aː]? | [b]? | [g]? | [d, ð]? | [e, eː]? | [kʷ]? | [z]? | [h]? | [θ]? | [i, iː]? | [k]? | [l]? | [m]? | [n]? |
Letter | ||||||||||||||
Transliteratie | j | u | p | — | r | s | t | w | f | x | ƕ | o | — | |
Getalswaarde | 60 | 70 | 80 | 90 | 100 | 200 | 300 | 400 | 500 | 600 | 700 | 800 | 900 | |
Uitspraak | [j]? | [u, uː]? | [p]? | [r]? | [s]? | [t]? | [w, y]? | [f]? | [kʰ]? | [ʍ]? | [o, oː]? |
[bewerk] Klanken
[bewerk] Klinkers
Monoftongen |
Diftongen |
[bewerk] Medeklinkers
Labialen | Dentalen | Alveolaren | Palatalen | Velaren | Labiovelaren | Laryngealen | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plosieven | [p]? | [b]? | [t]? | [d]? | [ɟː]? | [k]? | [g]? | [kʷ]? | [gʷ]? | ||||
Fricatieven | [ɸ, f]? | [β]? | [θ]? | [ð]? | [s]? | [z]? | [x]? | [ɣ]? | [ʍ]? | [h]? | |||
Approximanten | [j]? | [w]? | |||||||||||
Nasalen | [m]? | [n]? | [ŋ]? | ||||||||||
Lateralen | [l]? | ||||||||||||
Vibranten | [r]? |
[bewerk] Morfologie
Het Gotisch vertoont een relatief complexe morfologie met veel archaïsche Indo-Europese kenmerken die in de huidige Germaanse talen zijn verdwenen.
[bewerk] Verbuiging
Naamwoorden worden in het Gotisch verbogen naar naamval, getal en geslacht.
Het Gotisch kent vier of vijf naamvallen: nominatief, genitief, datief, accusatief en vocatief, waarbij de laatste in vorm altijd gelijk is aan de nominatief of accusatief. Bovendien zijn er resten van een instrumentalis.
Er zijn drie getallen, enkelvoud, meervoud en tweevoud (dualis). De dualis komt echter alleen in het persoonlijk voornaamwoord (en in het werkwoord) van de eerste en tweede persoon tot uitdrukking.
[bewerk] Vervoeging
Het Gotische werkwoord wordt vervoegd naar:
- tijd: verleden en niet-verleden;
- wijs: indicatief, subjunctief (optatief), imperatief en infinitief;
- actief/passief;
- persoon: eerste, tweede en derde;
- getal: enkelvoud, meervoud en dualis.
Een bijzonderheid is dat het Gotisch nog een synthetisch, dus niet omschreven, passief kent.
[bewerk] Specimen
Het bekendste Gotische fragment is het Onzevader (Matt. 6:9-13):
Wulfila | Letterlijk | NBG |
---|---|---|
|
|
|
Indo-Europese talen > Germaanse talen > | ||
Noord-Germaanse talen: | West-Germaanse talen: | Oost-Germaanse talen: |
Deens | Faeröers | IJslands | Noors | Norn* | Zweeds | Afrikaans | Duits | Engels | Fries | Jiddisch | Luxemburgs | Nederlands | Nedersaksisch | Scots | Bourgondisch* | Gotisch* | Vandaals* | Krimgotisch* |
* = Uitgestorven taal |
Wikibooks heeft een taalcursus over dit onderwerp: Cursus Gotisch |
Zie de Gotische uitgave van Wikipedia. |