Glycine (aminozuur)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Glycine | |
---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | |
Structuurformule |
|
3D-structuur |
|
Algemeen | |
Molecuulformule | C2H5NO2 |
Andere namen |
Gly; 2-aminoazijnzuur
|
Molmassa | 75,07 g/mol |
SMILES |
NCC(=O)O
|
CAS-nummer | 56-40-6 |
EG/EINECS/ELINCS | 200-272-2 |
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | |
LD50 (ratten) | (oraal) 7930 mg/kg mg/kg |
Fysische eigenschappen | |
Dichtheid | 1,60 g/cm³ |
Smeltpunt | 240 °C |
Thermodynamische eigenschappen | |
ΔfH |
-392,1 kJ/mol |
Evenwichtsconstanten | pKa1 = 2,35 pKa2 = 9,78 |
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar) |
Glycine (Gly) (2-aminoazijnzuur) is een van de twintig natuurlijk voorkomende aminozuren. Glycine fungeert ook als neurotransmitter en is voornamelijk inhibitoir.
Glycine wordt ook synthetisch bereid op industriële schaal, en gebruikt als additief in dierenvoeding, in geneesmiddelen, cosmetica, ... en als tussenproduct voor de synthese van andere producten. Glycine wordt gevormd door de reactie van ammoniak met monochloorazijnzuur (MCA) in waterig milieu:
-
- ClCH2COOH + 2 NH3 → H2N-CH2COOH + NH4Cl
Naast glycine wordt er ammoniumchloride gevormd. De glycine-kristallen worden in een centrifuge afgescheiden.
In de biochemie van de mens is dit een niet-essentieel aminozuur, dat wil zeggen, dat het menselijk lichaam deze aminozuur zelf kan aanmaken. Glycine kan echter ook via de voeding opgenomen worden.
Het wordt in het lichaam op twee manieren enzymatisch gemaakt:
- uit het aminozuur serine door het enzym serine hydroxymethyltransferase waarbij tetrahydrofolaat als cofactor wordt gerbruikt.
- uit glyoxylaat door een transaminase enzym en pyridoxaalfosfaat (afgeleid uit vitamine B6)
De 20 proteïnogene aminozuren |
---|
Alanine - Arginine - Asparagine (Asn)- Asparaginezuur (Asp) - Cysteïne - Glutamine - Glutaminezuur (Glu) - Glycine (Gly) - Histidine - Isoleucine - Leucine - Lysine - Methionine - Fenylalanine - Proline - Serine - Threonine - Tryptofaan - Tyrosine - Valine |
Neurotransmitters | |
---|---|
Acetylcholine (ACh) - Adrenaline - Anandamide - Asparaginezuur (Asp) - β-lipoproteïne - Bombesine - Cholecystokinine (CCK) - Corticotropine (ACTH) - Dimethyltryptamine - Dopamine (DA) - Dynorfine - Endorfine - Enkefaline - γ-aminoboterzuur (GABA) - Gastrine - Glucagon - Glutaminezuur (Glu) - Glycine (Gly) - Histamine - Koolstofmonoxide (CO) - Leumorfine - Melatonine - Motiline - Neurofysine I - Neurofysine II - Neurokinine A - Neurokinine B - Neuropeptide A - Neuropeptide γ - Neuropeptide Y - Noradrenaline - Oxytocine - Peptide YY - Secretine - Serotonine (5-HT) - Somatostatine - Stikstofoxide (NO) - Substantie P - Vasopressine |