Gewone adder
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gewone adder | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannetje |
|||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Vipera berus Linnaeus, 1758 |
|||||||||||||||||
Wijfje |
De gewone adder (Vipera berus) is de enige giftige slang in België en Nederland, en behoort tot de familie adders (Viperidae).
Inhoud |
[bewerk] Kenmerken
De slang heeft een kenmerkende zigzag-tekening op de rug en heeft een driehoekige kop. Het lichaam is gedrongen en de staart is kort. De ogen hebben een verticale pupil. Het vrouwtje wordt zo'n 80 cm lang, mannetjes blijven kleiner.
Mannetjes zijn contrastrijker en hebben ook een zwartere rugstreep. Opvallend is ook de grote variatie in kleur. Adders kunnen groen, bruin, blauwgrijs, roodbruin of zwart zijn ook de ogen kunnen goudkleurig, rood of groen zijn.
De zwarte vorm (melanistisch) komt veel voor in noordelijke gebieden of hoog in de bergen. Vermoedelijk kunnen adders door de zwarte kleur wat sneller op temperatuur komen in de zon.
De schubben van de adder zijn gekield evenals bij de ringslang, wat ook aan de vervellingshuiden te zien is.
De adder wordt waarschijnlijk zo'n twintig jaar oud.
[bewerk] Verspreiding
De adder heeft in Europa een zeer groot verspreidingsgebied. In het zuiden wordt zijn plaats snel ingenomen door de Aspisadder, maar komt hij wel voor in het Centraal Massief en de Alpen. Hij komt voor in Groot-Brittannië, maar ontbreekt in Ierland. In Scandinavië komt hij tot in Noordelijk Lapland voor.
[bewerk] België
De adder komt in Wallonië alleen tussen Samber en Maas en in het westen van de Ardennen nog voor. Ook daar wordt hij zeldzaam. In Vlaanderen komt de adder nog voor met enkele populaties in de Antwerpse Kempen, onder andere in het Groot Schietveld.
[bewerk] Nederland
In Nederland komt de adder voornamelijk in Drenthe, Friesland, Gelderland en Limburg voor. Grote populaties komen onder meer in het Fochteloërveen (op de grens van Drenthe en Friesland) voor. In de hoogveengebieden van Drenthe gaat het nog relatief goed met de adder, hoewel daar ook stukken natuurgebied worden overbegraasd of overbeheerd, waardoor specifieke addermilieus als pitrusvelden verdwijnen en heidegebieden te kaal worden.
De Veluwse populatie is wel sterk acheruit gegaan door verdroging, verbossing en versnippering van het leefgebied. In Limburg is slechts één goedbeschermde populatie.
[bewerk] Levenswijze
De adder verkiest tamelijk vochtige terreinen, overwintering gebeurt op drogere plaatsen.
De adder is koudbloedig en houdt een winterslaap in vorstvrije holen in zonbeschenen hoge gedeelten van het terrein. Op een overwinteringsplek verzamelen zich vaak veel individuen. De mannetjes beginnen al vroeg in het jaar te zonnen en na de eerste vervelling worden de vrouwtjes opgezocht voor de paring.
De adder heeft een vrij noordelijk verspreidingsgebied en is ook al bij vrij lage temperaturen actief. Als de temperatuur te hoog wordt zoekt de adder weer de beschutting van het hol op. Drachtige vrouwtjes zijn 's zomers nog wel vaak bovengronds om de ontwikkeling van de embryo's te versnellen.
De adder zet geen eitjes af maar is eierlevendbarend: de jongen komen direct uit de moeder ter wereld. Enkele dagen na de geboorte hebben ze hun eerste vervelling.
In het vroege voorjaar worden vaak de mannetjes gezien bij de overwinteringsplaatsen of actief op zoek naar vrouwtjes. Soms zijn er meerdere mannetjes bij een vrouwtje en vinden rituele gevechten plaats waarbij de mannetjes elkaar beproeven met de bovenlijven opgericht en hun lijven tegen elkaar. Later in het jaar worden vaak vrouwtjes gezien die dan veel zonnen om de ontwikkeling van de embryo's te versnellen, terwijl de mannetjes zich dan hoodzakelijk onder de vegetatie ophouden. In september na de geboorte van de jongen worden de overwinteringsplaatsen weer opgezocht.
[bewerk] Voedsel
Het menu van de adder bestaat uit kleine knaagdieren, andere reptielen en amfibieën. Vogels worden ook wel eens gegrepen. De tanden van de adder zijn inklapbaar, en zijn bij een gesloten bek tegen het gehemelte gevouwen, ze klappen uit bij het openen van de bek.
Gedurende de tijd dat een vrouwtje bevruchte eieren heeft eet ze niet. Daarom hebben adders een tweejarig cyclus, om het andere jaar nemen de vrouwtjes deel aan de voortplanting, zodat ze voldoende reserves hebben om de lange vastenperiode te overleven.
[bewerk] Adderbeten
Een adder zal een mens alleen aanvallen als hij zich bedreigd voelt. Bij een beet wordt ook gif ingespoten, het gif dient dus zowel om prooien te doden bij de jacht als voor de verdediging.
Het gif van de slang werkt in op het bloed, het activeert onder andere stollingsfactor V, wat onder andere weefselnecrose veroorzaakt. De adder is beschermd tegen zijn eigen gif; als hij tijdens de worsteling met een prooidier zichzelf per ongeluk bijt kost hem dit niet het leven.
Het is vele decennia geleden dat in België een mens door een adderbeet is gestorven, evenals in Nederland. In het Verenigd Koninkrijk en in Noorwegen worden nog enige tientallen beten per jaar gemeld, bij juiste behandeling slechts zelden met ernstige gevolgen: ook in het VK is de laatste fatale afloop meer dan 20 jaar geleden.
De meeste beten vinden plaats aan de handen (ca. 50%) en de voeten (ca. 30%). Bij ernstige beten heeft het zin specifiek antiserum toe te dienen. Veel beten zijn het resultaat van pogingen het dier op te pakken. Doe dit dus niet. Het dier is beschermd en de slangen zijn ook kwetsbaar. Voor het wetenschappelijk onderzoek worden wel adders gehanteerd maar ook bij ervaren vangers komen wel ongelukken voor.
[bewerk] Zie ook
- Viperine, een alcoholische drank (waarvan de adder een ingrediënt is).
- Lijst van reptielen
[bewerk] Afbeeldingen
Vermoedelijk een melanistischexemplaar. |
|||
[bewerk] Externe links
Actuele Verspreiding Nederland
Bronnen, noten en/of referenties: |