Johannes Vermeer
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johannes Vermeer (Delft, ca. 31 oktober 1632 - aldaar, 15 december 1675) is een van de beroemdste Nederlandse kunstschilders uit de Gouden Eeuw. Hij wordt de Sfinx van Delft genoemd, raadselachtig vanwege de onnavolgbare kleurstelling en het verbijsterende lichtgehalte. Vermeer behoort tot de Oude Hollandse Meesters.
Inhoud |
[bewerk] Leven
Vermeers geboortedatum is niet bekend, maar hij werd op 31 oktober 1632 in de Nieuwe Kerk in Delft gedoopt. Zijn moeder heette Dingenum Baltens, zijn vader, Reynier Jansz, was aanvankelijk actief als zijdewever. Vanaf 1631 combineerde hij de beroepen van herbergier en kunsthandelaar en onderhield goede relaties met getalenteerde schilders als Cornelis Saftleven en Egbert van der Poel. In zijn jeugd woonde Vermeer met zijn ouders in de achterkamers van de herberg Mechelen aan de Markt in Delft, maar het is niet uitgesloten dat Vermeer in zijn kinderjaren nog werd omringd door lappen en rollen zijde in allerlei kleuren.
Bij wie Vermeer in de leer ging, is onduidelijk. Omdat zijn vroegste werken groot opgezette historiestukken zijn - een genre dat in die tijd in veel hoger aanzien stond dan portretten en landschappen - lijkt het waarschijnlijk dat hij werd opgeleid door een schilder van dergelijk werk. Onder de mogelijke kandidaten zijn Leonaert Bramer (1596-1674), een goede bekende van zijn vader en Christiaen van Couwenbergh. Of Vermeer als onderdeel van zijn opleiding ook een reis naar Italië ondernam, wat destijds niet ongebruikelijk was, is niet duidelijk.
In april of mei van het jaar 1653 trouwde Vermeer met Catharina Bolnes in Schipluiden. Vermeer was protestants opgevoed, maar ging om Catharina te kunnen trouwen over tot het rooms-katholicisme. Zijn schoonmoeder, Maria Thins, was afkomstig uit een rijke Goudse familie van handelaren in bakstenen. Zij was in 1641 gescheiden van haar man omdat hij haar sloeg. Het is niet duidelijk wanneer het jonge gezin introk bij Maria Thins aan de Oude Langendijk, hoek Molenstraat, op loopafstand van het huidige Vermeerhuis. Het echtpaar kreeg maar liefst vijftien kinderen, van wie er vier al heel jong stierven. Toen haar verwilderde en gewelddadige broer Willem langs kwam en zijn moeder uitschold en de zwangere Catharina met een stok bedreigde, sprong het dienstmeisje ertussen; Willem werd opgesloten in een tuchthuis. (De vader van Vermeer werd in 1625 gearresteerd toen hij een soldaat neerstak tijdens een ruzie. Haar grootmoeder organiseerde een lotterij, waarvoor ze geen toestemming had gekregen; haar grootvader was een muntvervalser en werd opgesloten in het tuchthuis. Het is begrijpelijk dat Vermeer zich graag terugtrok in zijn atelier op de eerste verdieping en serene taferelen schilderde.
In 1653 werd Vermeer lid van het Sint Lucasgilde. Tussen 1662 en 1670 was hij vier maal hoofdman van het gilde. Net als zijn vader handelde Vermeer in schilderijen, maar hij beschouwde zichzelf vooral als schilder. Toen de kunstliefhebber Balthasar de Monconys hem in 1663 opzocht in de hoop iets van zijn werk te zien, werd hij naar de bakker op de hoek gestuurd aan wie de kunstenaar drie werken in bewaring had gegeven in ruil voor brood. Vermeer ploeterde om zijn jaarlijkse quotum van twee schilderijen te halen en zich alle schuldeisers van het lijf te houden. In 1673 stierf zijn weldoener; Vermeer was tamelijk aangedaan, toen deze bron van inkomsten opdroogde. In 1675 werd hij door zijn schoonmoeder naar Amsterdam gestuurd om voor haar een transactie te regelen. Hij kreeg de kous op zijn kop omdat hij een lening op haar naam had afgesloten.
Toen Vermeer in december 1675 plotseling overleed, liet hij elf kinderen na, van wie er nog tien minderjarig waren. De lijst van bezittingen die bij zijn dood werd opgesteld maakt melding van schilderijen, stoelen, wiegen en bedden verspreid over het hele huis. Zijn gezin bleef arm achter, niet in de laatste plaats als gevolg van de economische malaise na 1672. In het Rampjaar stortte niet alleen de kunstmarkt in; zijn schoonmoeder, die huizen en landerijen bezat bij Schoonhoven, had eveneens minder inkomsten, omdat het gebied onder water was gezet. Veel van bovenstaande informatie is te danken aan het jarenlange archiefonderzoek van de Amerikaanse econoom John Michael Montias die deze gegevens noteerde uit justitieboeken of notariële akten, voorzien van de namen van getuigen.
[bewerk] Overzicht werk
Vermoedelijk maakte Vermeer in totaal zo'n vijfenveertig schilderijen, waarvan er vierendertig bewaard zijn gebleven. Dit betekent dat hij twee à drie doeken per jaar schilderde, wat uitzonderlijk weinig is. Men denkt dat hij voornamelijk in opdracht werkte, mogelijk voor de Delftse verzamelaar Pieter Claesz van Ruijven, wiens schoonzoon Jacob Dissius bij zijn dood in 1695 maar liefst 21 Vermeers naliet.
De Delftse Vermeer mag niet verward worden met de veel minder bekende Haarlemse landschapsschilder Jan Vermeer (1628-1691), ook al worden beiden wel eens aangeduid als Jan.
Na Vermeers dood bleef zijn werk lang ondergewaardeerd. Dit veranderde in 1866, toen de Franse criticus W. Bürger (pseudoniem van Étienne-Joseph Théophile Thoré, 1807-1869) een monografie aan hem wijdde. Bürger, tevens journalist, was een radicale republikein en had felle kritiek op de Franse schilderkunst van zijn tijd. Hij vond dat men vaker contemporaine onderwerpen moest afbeelden, niet uitsluitend mythologische en religieuze, die hij associeerde met onderdrukking door Kerk en monarchie. In dat verband stelde hij bijvoorbeeld het werk van Millet en Courbet op prijs, maar ook dat van Vermeer, die veel "burgerlijke", intieme taferelen afbeeldde. Ook waardeerde hij de relatief losse stijl van Vermeer.
Bürger presenteerde Vermeer als een onbekend en miskend genie en doopte hem "De Sfinx van Delft" ("sfinx" omdat er over Vermeers leven zo weinig bekend is). Onder zijn invloed ontstond er in de 19e eeuw een ware jacht op het werk van Vermeer, dat zich tot die tijd vrijwel geheel in Nederland had bevonden. Vooral buitenlandse politici en ondernemers wisten veel van de schaarse schilderijen te bemachtigen, reden waarom Victor de Stuers in 1873 zijn beroemde aanklacht Holland op zijn Smalst publiceerde. De aankoop van Het Melkmeisje werd zelfs in de Tweede Kamer besproken.
Niet alle aan Vermeer toegeschreven werken zijn gesigneerd en slechts enkele zijn gedateerd (zie onder), waardoor er ook nu nog wel enige controverse is over de echtheid van bepaalde werken. Ook liet dit ruimte voor vervalsers, die de enorme populariteit van Vermeers werk probeerden uit te buiten. De beroemdste is Han van Meegeren, wiens vervalsing Christus en de Overspelige Vrouw, een tot dan toe nergens vermeld doek, in 1943 gekocht werd door Hermann Göring, die jaloers was op Hitlers Vermeer, De Schilderkunst. Theo van Wijngaarden, een vriend van Van Meegeren, produceerde de vervalsing Lachend Meisje.
[bewerk] Onderwerpen en schildertechnische aspecten
Vermeers vroegste werk omvat een paar schilderijen met religieuze en mythologische onderwerpen, waaronder Christus in het Huis van Martha en Maria en Diana en haar Nimfen, maar de meeste van zijn beroemdste schilderijen beelden intieme, serene en "burgerlijke" taferelen af, waarop de afgebeelde personen met dagelijkse activiteiten bezig zijn en min of meer door de schilder "betrapt" lijken. Opvallend is het aantal doeken waarop het licht via een links afgebeeld venster binnenvalt, zoals in bijvoorbeeld Het Melkmeisje en De Liefdesbrief. Ook markant is dat Vermeer relatief weinig mannen, en zelden bloemen of planten afbeeldde. Slechts twee belangrijke Vermeers zijn geen interieurs, te weten Gezicht op Delft en Het Straatje, maar dit zijn zeker niet zijn minste schilderijen.
De Astronoom en de De Geograaf nemen een enigszins aparte plaats binnen Vermeers oeuvre in, in die zin dat er geen huishoudelijke, maar beroepsmatige activiteiten worden afgebeeld. Op beide doeken staat dezelfde persoon, van wie sommigen menen dat het Vermeers tijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek is, die vier dagen na Vermeer in dezelfde kerk werd gedoopt en later hielp de nalatenschap van de kunstenaar te ordenen. Op grond van andere afbeeldingen van Van Leeuwenhoek en informatie over diens karakter en werkwijze vinden anderen deze theorie echter niet aannemelijk.
In 1696 werd melding gemaakt van een zelfportret van Vermeer, maar dat is verloren gegaan. Tekening of etsen van zijn hand zijn niet bekend. Vermeers werk wordt algemeen als zeer goed beschouwd, maar niet als vernieuwend.
Diverse wetenschappers verdedigen de opvatting dat Vermeer bij het maken van zijn schilderijen gebruik heeft gemaakt van een camera obscura. Als argumenten voeren zij aan: een feilloos ruimtelijk perspectief in Vermeers schilderijen; onscherpe, soft-focusachtige elementen die slechts door het gebruik van een lens kunnen zijn ontstaan en het ontbreken van hulplijnen onder de verflaag.
[bewerk] Schilderstijl
Vermeer zou beïnvloed zijn door het werk van de Rembrandt-leerling Carel Fabritius, die ook in Delft woonde. Men vermoedt dat Vermeers kleurenpalet invloed ondergaan heeft van Hendrick ter Brugghen. Vermeer maakte vrijwel geen tekeningen of ontwerpen, had een snelle penseelvoering, werkte met effen kleuren in grote, dik opgebrachte vlakken. Hij was zorgvuldig bij het aanbrengen van lagen pigment en vernis, die zijn schilderijen de kenmerkende glans en frisheid geven. Hij kan niet tot de fijnschilders worden gerekend, sinds de beschrijving van de restauratie van twee schilderijen in het Mauritshuis in 1996.
[bewerk] Literatuur
In Marcel Prousts befaamde romancyclus À la Recherche du temps perdu speelt Vermeers werk een belangrijke rol. Proust, die Vermeer de grootste schilder aller tijden vond, bezocht in 1921 de Vermeertentoonstelling in Jeu de Paume. Dit bezoek werd de toen ernstige zieke Proust bijna fataal.
Tracy Chevalier schreef in 1998 de roman Girl with a Pearl Earring over het ontstaan van het gelijknamige schilderij. Hoewel het verhaal fictief is, baseert ze het boek op bekende feiten rond Vermeer en zijn tijd. Het verhaal is in 2003 verfilmd (Girl with a Pearl Earring).
Susan Vreeland voerde Vermeer ook op in haar Meisje in hyacintblauw (1999). In acht verhalen volgt ze de weg van een fictief schilderij van Vermeer doorheen de tijd, een procedé dat voorheen door Annie E. Proulx in haar Accordeonmisdaden (1996) werd ontwikkeld en waarop de film The Red Violin(1998) is gebaseerd. Een belangrijk verschil is echter dat in de roman de schrijfster in omgekeerde chronologische richting gaat: ze start in de twintigste eeuw bij de zoon van een nazi die het schilderij van zijn vader geërfd heeft om uit te komen in de zeventiende eeuw bij de zogenaamde conceptie van het werk.
[bewerk] Werken
Alle werken zijn vervaardigd in olieverf op doek, met uitzondering van het Meisje met de rode hoed, dat op hout is geschilderd. Sinds de 20e eeuw worden er in het algemeen ongeveer 34 werken aan Vermeer toegeschreven. Hiervan zijn er 21 gesigneerd, maar mogelijk zijn niet alle handtekeningen authentiek. Van de vier dateringen is waarschijnlijk alleen die op De koppelaarster van zijn eigen hand. Ook hedendaagse deskundigen zoals A.K. Wheelock en A. Blankert hanteren uiteenlopende chronologieën. Het Meisje met de fluit werd vermoedelijk voltooid of gerestaureerd door een latere schilder. Sint Praxedis is een omstreden kopie van een schilderij van Felice Ficherelli.[1]
Het werk van Vermeer is verspreid over zeven landen, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Ierland en de Verenigde Staten. Opvallend genoeg is er niet een Vermeer meer in Delft.[2] In de nacht van 18 maart 1990 werd Het concert uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston gestolen; het schilderij is nog steeds spoorloos. Het schilderij Zittende vrouw aan het virginaal, aangekocht door beginnend miljonair Steve Wynn op 7 juli 2004, is niet altijd te bezichtigen.
Datering | Titel | Eigendom, tentoonstelling | Formaat (cm) |
---|---|---|---|
gesigneerd, ± 1653-1656 | Diana en haar Nimfen | Mauritshuis, Den Haag | 98,5 × 105 |
gesigneerd, ± 1654-1656 | Christus in het huis van Martha en Maria | National Gallery of Scotland, Edinburgh | 160 × 142 |
gesigneerd en gedateerd 1655 | Sint Praxedis | Musée de la Chapelle de la Visitation in Monaco | 101,6 × 82,6 |
gesigneerd en gedateerd 1656 | De koppelaarster | Staatliche Gemäldegalerie, Dresden | 143 × 130 |
± 1656-1657 | Slapend meisje | Metropolitan Museum of Art, New York | 87,6 × 76,5 |
± 1657-1659 | Brieflezend meisje bij het venster | Staatliche Gemäldegalerie, Dresden | 83 × 64,5 |
gesigneerd, ± 1657-1661 | Het straatje | Rijksmuseum, Amsterdam | 53,5 × 43,5 |
± 1655-1660 | De soldaat en het lachende meisje | Frick Collection, New York | 50,5 × 46 |
± 1658-1661 | Het melkmeisje | Rijksmuseum, Amsterdam | 45,5 × 40,6 |
± 1658-1661 | Het glas wijn | Gemäldegalerie, Berlijn | 65 × 77 |
gesigneerd, ± 1659-1660 | Dame en twee heren | Herzog Anton Ulrich-Museum, Braunsweig | 78 × 67 |
± 1658-1661 | Onderbreking van de muziek | Frick Collection, New York | 73,3 × 44,4 |
gesigneerd, ± 1660-1661 | Gezicht op Delft | Mauritshuis, Den Haag | 98,5 × 117,5 |
± 1662-1664 | De muziekles | Royal Collection, Buckingham Palace, Londen | 73,3 × 64,5 |
± 1662-1665 | Brieflezende vrouw in het blauw | Rijksmuseum, Amsterdam | 46,5 × 38 |
± 1662-1665 | Vrouw met weegschaal | National Gallery of Art, Washington | 42,5 × 38 |
± 1662-1665 | Vrouw met waterkan | Metropolitan Museum of Art, New York | 45,7 × 40,6 |
± 1662-1664 | De luitspeelster | Metropolitan Museum of Art, New York | 51,4 × 45,7 |
± 1662-1665 | Vrouw met parelsnoer | Gemäldegalerie, Berlijn | 55 × 45 |
gesigneerd, ± 1665-1666 | Schrijvende vrouw in het geel | National Gallery, Washington | 45 × 39,9 |
gesigneerd, ± 1665-1666 | Meisje met de rode hoed | National Gallery, Washington | 23,2 × 18,1 |
± 1665-1670 | Meisje met de fluit | National Gallery, Washington | 20 × 17,8 |
gesigneerd, ± 1665-1667 | Het meisje met de parel | Mauritshuis, Den Haag | 46,5 × 40 |
gesigneerd, ± 1664-1667 | Het concert | Isabella Stewart Gardner Museum, Boston, gestolen | 72,5 × 64,7 |
gesigneerd, ± 1662-1668 | Allegorie op de schilderkunst | Kunsthistorisches Museum, Wenen | 120 × 100 |
gesigneerd, ± 1665-1674 | Meisjeskopje | Metropolitan Museum of Art, New York | 44,5 × 40 |
± 1666-1667 | Dame en dienstbode | Frick Collection, New York, twee maal gestolen | 90,2 × 78,7 |
gesigneerd en gedateerd 1668 | De astronoom | Louvre, Parijs | 50 × 45 |
gesigneerd en gedateerd 1669 | De geograaf | Städelsches Kunstinstitut, Frankfurt | 53 × 46,6 |
gesigneerd, ± 1669-1671 | De kantwerkster | Louvre, Parijs | 24,5 × 21 |
gesigneerd, ± 1667-1670 | De liefdesbrief | Rijksmuseum, Amsterdam | 44 × 38,5 |
gesigneerd, ± 1669-1672 | De gitaarspeelster | English Heritage, Kenwood House, Londen | 53 × 46,3 |
gesigneerd, ± 1670-1671 | Schrijvende vrouw met dienstbode | National Gallery of Ireland, Dublin | 71,1 × 58,4 |
± 1671-1674 | Allegorie op het geloof | Metropolitan Museum of Art, New York | 114,3 × 88,9 |
gesigneerd, ± 1670-1673 | Staande virginaalspeelster | National Gallery, Londen | 51,7 × 45,2 |
gesigneerd, ± 1670-1675 | Zittende virginaalspeelster | National Gallery, Londen | 51,5 × 45,5 |
± 1670 | Zittende vrouw aan het virginaal | Wynn Gallery, Las Vegas | 25,2 × 20 |
[bewerk] Vermeercentrum Delft
In het centrum van Delft is het Vermeercentrum Delft gevestigd. Er zijn reprodukties van vele schilderijen van Johannes Vermeer bij elkaar te zien. Ook is er een korte film te zien. Het centrum is heropend in januari 2008.
[bewerk] Vervalsingen
In de loop der eeuwen zijn er veel vervalsingen naar Vermeer gemaakt. Ook zijn er schilderijen van andere oude meesters van een valse signatuur van Vermeer voorzien. Dit laatste gebeurde zelfs met schilderijen van vooraanstaande meesters, zoals die van Pieter de Hooch. De meest opzienbare vervalsingen waren echter van Han van Meegeren, een Nederlandse schilder die in de trant van de Hollandse meesters schilderde. Zijn grootste succes behaalde hij met het schilderij De Emmaüsgangers dat in 1937 als het mooiste werk van Johannes Vermeer werd binnengehaald en in 1938 een ereplaats in museum Boymans in Rotterdam kreeg.
Van Meegerens bekentenis in 1945 schokte de kunstwereld. Een golf van zelfkritiek trok door de kunstmusea waar menige ‘oude meester’ door de mand viel. In de Van Meegeren-biografieën worden hiervan voorbeelden gegeven [3]. Ook het Museum voor de Valse Kunst in Vledder schenkt hier aandacht aan [4].
[bewerk] Bronnen
- Bailey, A. (2002) Gezicht op Delft. Een biografie van Johannes Vermeer.
- Montias, J.M. (1989) Vermeer and his milieu.
- Schama, S. (1997) Kunstzaken. Over Rembrandt, Rubens, Vermeer en vele andere schilders, p. 37-8.
- Wadum, J. et al. (1994) Vermeer in het licht. Conservering, restauratie, onderzoek. Mauritshuis, Den Haag.
[bewerk] Externe links
- Schilderijen in het Rijksmuseum Amsterdam
- (en) Essential Vermeer
- Johannes Vermeer & Delft website
- (en) Johannes Vermeer op artcyclopedia met veel links
- (en) Web Gallery of Art
- Website van het Vermeercentrum Delft [2]
- Genealogisch overzicht familie van Johannes Vermeer
- Vervalsingen Van Meegeren [3]
- (en) Website behorend bij de BBC-documentaire
- Website over het interieur in de inventaris bij Vermeer thuis
Referenties: |
|
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Johannes Vermeer op Wikimedia Commons.
|