Johann Wolfgang von Goethe
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johann Wolfgang von Goethe | |
---|---|
Geboren | 28 augustus 1749 |
Overleden | 28 maart 1832 |
Land | Duitsland |
Jaren actief | 1766-1832 |
Genre(s) | Sentimentalisme: toneel en roman |
|
Johann Wolfgang von Goethe (spreek uit als: [ˈgøːtə]?) (Frankfurt am Main, 28 augustus 1749 – Weimar, 22 maart 1832) was een Duits schrijver, wetenschapper, toneelschrijver, romanschrijver, filosoof, dichter, natuuronderzoeker en staatsman. Goethe was de schrijver van onder meer Faust, Die Leiden des jungen Werthers en Zur Farbenlehre. In 1782 werd hij in de adelstand verheven.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
[bewerk] Vroege leven (1749-1775)
Goethe werd geboren in Frankfurt am Main als zoon van Johann Caspar Goethe en Catharina Elisabeth Textor. Zijn vader was een man van hoge status en rijkdom en hij zag persoonlijk toe op het vroege onderwijs van zijn zoon. De jonge Goethe studeerde rechten aan de universiteiten van Leipzig en Straatsburg. In 1772 ging hij werken aan het hoogste gerechtshof in Wetzlar.
[bewerk] Goethe in Weimar
Na een ongelukkige liefdesrelatie met Charlotte Buff verhuisde Goethe op uitnodiging van Karel August, hertog van Saksen-Weimar-Eisenach, in 1775 naar Weimar waar hij de laatste jaren van zijn leven doorbracht. Daar hield hij zich bezig met het afsluiten van zijn auotobiografische prozawerk 'Aus meinem Leben'. Dichtung und Wahrheiten zijn meesterwerk Faust 2 (1833). Daarvoor trad hij nog in staatsdienst van de hertog en hij werd o.a. belast met talloze politieke taken, het beheer van de financiën en de weg- en mijnbouw, het krijgswezen en later het beheer van het hoftheater.
[bewerk] Verblijf in Italië (1786-1788)
In 1786 vertrok Goethe heimelijk naar Italië om de druk van de zaken te ontlopen en wellicht ook om zijn innige relatie met hofdame Charlotte von Stein iets te laten bekoelen. Zijn reis naar Italië kan worden opgevat in de traditie van kunstreizen (zgn. Grand Tours) in die tijd. Goethe overwoog om schilder te worden, maar hij stapte later toch van dat plan af. Zijn oberservaties van de Italiaanse kleurenpracht mondden later uit in zijn kleurenleer, die aanmerkelijk afwijkt van die van Isaac Newton. Ook kwam Goethe in Italië op het spoor van de oerplant. Hij ontdekte dat deze oerplant, waarvan alle plantensoorten kunnen worden afgeleid, niet als organisme in de natuur terug te vinden zou zijn, maar dat het als geestelijk model of concept moest worden opgevat.
Na een verblijf van enkele maanden in Rome reisde Goethe door naar Napels, waar hij de Vesuvius bestudeerde, en Sicilië. In 1788 werd hij door de hertog teruggeroepen naar Weimar omdat hij steun nodig had bij militaire aangelegenheden. Hij nam deel aan de oorlogen tegen Frankrijk.
[bewerk] Latere leven (1794-1832)
De jaren na 1794 worden gekenmerkt door een hechte vriendschap met Friedrich Schiller, die voortduurde tot Schillers dood in 1805. Onderwerp van gezamenlijke studie waren o.a. de gebeurtenissen rond de Franse Revolutie en de esthetica in de kunst. Uit deze samenwerking ontwikkelde zich een stijl, die wordt aangeduid met de term Weimarer Klassik.
Goethe had vele bekende mensen als vriend, onder meer de antropoloog Johann Blumenbach.
Nadat hij ongeschonden de plunderingen van de soldaten van Napoleons leger had doorstaan, trouwde Goethe na lange tijd met haar samengewoond te hebben in 1806 met Christiane Vulpius. Uit deze relatie zijn vijf kinderen voortgekomen, waarvan alleen August von Goethe (1789-1830) langer leefde dan enkele dagen.
Vanaf 1794 heeft hij zijn leven hoofdzakelijk gewijd aan de literatuur en het afnemen van audiënties in zijn huis te Weimar. In de laatste jaren van zijn leven tekende zijn secretaris Johann Peter Eckermann gesprekken met Goethe op in het beroemd geworden boek Gespräche mit Goethe in den letzten Jahren seines Lebens. Na een leven van buitengewone productiviteit overleed hij op de leeftijd van 82 in Weimar.
[bewerk] Belangrijkste werken
De belangrijkste werken die Goethe heeft gemaakt voor hij naar Weimar ging, waren zijn tragedie Götz von Berlichingen (1773) (dit werk heeft hem zijn beroemdheid gebracht) en zijn Die Leiden des jungen Werther, een roman die enorm populair werd gedurende de 'Sturm und Drang'-periode. Tijdens zijn jaren in Weimar, voordat hij Schiller ontmoette, begon hij met het schrijven van Wilhelm Meister. Hij schreef de toneelstukken Iphigenie, Egmont, Torquato Tasso, en zijn Reineke Fuchs. Bij de periode van zijn vriendschap met Schiller horen de voortzetting van Wilhelm Meister, de mooie idylle Hermann und Dorothea en Romeinse Elegieën. In de laatste periode, na Schillers dood in 1805 horen Faust, Die Wahlverwandschaften, zijn autobiografie Dichtung und Wahrheit, zijn Italiaanse Reis, veel wetenschappelijk werk, ca. 16000 brieven en een serie verhandelingen over Duitse kunst.
Nadat zijn laatste kleinzoon was overleden, werden zijn boeken eigendom van de groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach, Sophie. Die richtte het Goethe-Schiller-Archiv op.
[bewerk] Interesses
In het kader van zijn pogingen om de mijnen in het Thüringer Woud opnieuw leven in te blazen, verhevigde zich Goethes interesse in en onderzoek naar geologie en mineralogie en de natuurwetenschappen in het algemeen (het mineraal goethiet is naar hem vernoemd). Bij de bestudering van menselijke schedels ontdekte hij het tussenkaaksbeen, een bij de mens vergroeid stuk bot dat voordien alleen bij dieren was aangetroffen. Met deze ontdekking inspireerde hij later onder andere Charles Darwin. Toch ligt Goethes verdienste voor de natuurwetenschappen niet zozeer bij de onderzoeken die hij heeft uitgevoerd, maar veeleer bij de methode die hij bij deze onderzoeken hanteerde.
[bewerk] Goethe en de islam
Kort voor zijn reis naar Frankfurt am Main in 1814, waar hij geheimraad Johann Jakob Willemer en diens veel jongere vrouw Marianne bezocht, werd hem een in het Duits vertaalde verzameling Perzische gedichten - Der Diwan des Mohammed Schemseddin Hafis - toegezonden. Deze verzameling (Farsi: diwan, ديوان) gedichten van de soefi-dichter Hafiz (ca. 1320 in Shiraz - ca. 1390) boeide hem direct en inspireerde hem tot het schrijven van zijn West-östliche Diwan, waarvan Erschaffen und Beleben van 21 juni 1814 het eerste gedicht was. Het openingsgedicht draagt de titel Hegire en brengt de emigratie van Mohammed van Mekka naar Medina (hidjra) in herinnering. Goethe's liefde voor Marianne heeft vele gedichten van de Divan geïnspireerd en hij heeft zelfs enkele gedichten van haar hand opgenomen, zonder haar naam overigens te vermelden.
Een in Goethe-biografieën vaak onderbelicht aspect is Goethe's belangstelling voor de islam, die het meest duidelijk tot uitdrukking komt in de West-östliche Diwan, maar al teruggaat tot zijn studietijd. Hij wilde namelijk in eerste instantie filologie en Arabistiek studeren, maar werd daar door zijn vader van afgehouden. In de periode dat hij de Diwan schreef, leerde hij in Jena alsnog Arabisch.
Al in 1772 begon Goethe aan een toneelstuk onder de titel Mahomet als repliek op Voltaires Le fanatisme ou Mahomet le Prophète, waarvan echter slechts fragmenten bekend zijn. Het bekendste fragment is het gedicht Mahomets Gesang. In 1799 maakte Goethe een becommentarieerde vertaling van Voltaires drama.
[bewerk] Bibliografie
- 1766-1767 Annette-Lieder
- 1768 Die Laune des Verliebten; (herdersspel; in 1806 in boekvorm)
- 1769 Neue Lieder
- 1769 Die Mitschuldigen; (blijspel; in 1787 in boekvorm)
- 1771 Friederieke-Lieder
- 1773 Götz von Berlichingen mit der eisernen Hand; (drama)
- 1774 Neueröffnetes moralisch-politisches Puppenspiel
- 1774 Ein Fastnachtsspiel vom Pater Bray
- 1774 Jahrmarktsfest zu Plundersweilern
- 1774 Götter, Helden und Wieland; (klucht)
- 1774 Die Leiden des jungen Werther; (roman in brieven)
- 1774 Clavigo; (treurspel)
- 1775 Erwin und Elmire; (toneelspel met zang)
- 1775 In allen guten Stunden; (vrijmetselaars volkslied)
- 1776 Wilhelm Meisters theatralische Sendung; („Urmeister“ roman; in boekvorm 1911)
- 1776 Stella; (toneelspel voor verliefden)
- 1778 Der Fischer
- 1779 Iphigenie auf Tauris; (proza; in boekvorm 1787)
- 1780 Torquato Tasso drama; (in boekvorm 1790)
- 1786 Über den Zwischenkiefer der Menschen und der Tiere
- 1787 Die Leiden des jungen Werthers. 2e versie; (roman in brieven); (Ned. vert.: 2002; 'Het lijden van de jonge Werther'; door: T. Cornips)
- 1788 Egmont; (treurspel, 1775); (over Lamoraal graaf van Egmont, prins van Gaveren [1522-1568])
- 1790 Venezianische Epigramme
- 1790 Faust. Ein Fragment
- 1790 Die Methamorphose der Planzen
- 1791 Beiträge zur Optik
- 1792 Gros-Cophta; (blijspel)
- 1792-1793 Die Aufgeregten
- 1793 Der Bürgergeneral; (blijspel)
- 1795 Die Unterhaltungen deutscher Ausgewanderten; (raamvertellingen; met:
- Bassompierres Geschichte von der schönen Krämerin;
- Der Prokurator;
- Ferdinands Schuld und Wandlung;
- Die Sängerin Antonelli;
- Das Märchen; (Ned. vert.: 1997; 'Het sprookje van de groene slang en de schone Lelie')
- 1796 Wilhelm Meisters Lehrjahre; (Ned. vert. : 1982; 'Wilhelm Meisters leerjaren'; door: Pim Lukkenaer)
- 1796 Die Geschichte von Mignons Eltern; (verhaal uit: Wilhelm Meisters Lehrjahre)
- 1796 Xenien; (gedicht geschreven met Friedrich Schiller)
- 1797 Novelle
- 1797 Propylaën
- 1797 Achilleis
- 1797 Faust. 1. Teil; (in boekvorm in 1808); (Ned. vert.: 1911; 'Faust deel Een'; door: C.S. Adama van Scheltema)
- 1804 Die natürliche Tochter; (treurspel)
- 1805 Epilog zur Schillers Glocke
- 1807 Wilhelm Meisters Wanderjahre; (roman; in boekvorm in 1821; uitgebreide versie 1829); (en met de verhalen:
- Der Mann von funfzig Jahren;
- Die pilgernde Törin;
- Die gefährliche Wette;
- Die neue Melusine;
- Sankt Joseph der Zweite;
- Wer ist der Verräter?;
- Nicht zu weit; [1829])
- 1808 Sonette
- 1808 Pandora; (feestelijk spel; in boekvorm in 1817)
- 1809 Die Wahlverwandtschaften; (tekstvorm); (Ned. vert.: 1979; 'Natuurlijke verwantschap'; door: P. Lukkenaer)
- 1810 Zur Farbenlehre; (Ned. vert.: 2004; 'Kleurenleer')
- 1816 Kunstschätze am Rhein, Main und Neckar
- 1817 Italienische Reise; (Ned. vert.: 2005; 'Italiaanse Reis'; door: Wilfred Oranje)
- 1817 Die guten Weiber
- 1823 Marienbader Elegie
- 1832 Faust. 2. Teil; (Ned. vert.: 1920; 'Faust deel Twee'; door: Nico van Suchtelen)
- 1832 Nachgelassene Schriften
periode 1816-1832 publicaties in het tijdschrift: 'Ueber Kunst und Altertum'
Gedichten
- 1774 Prometheus
- 1774 Geistesgruß
- 1782 Erlkönig
- 1790 Römische Elegien; (gedichtenbundel)
- 1794 Reikene Fuchs; (dierenepos)
- 1797 Der Zauberlehrling
- 1797 Hermann und Dorothea; (idylle in hexameter)
- 1815 Vom Sänger hat man viel erzählt; (vrijmetselaarsgedicht als dank aan de zangers)
- 1816 Wenn die Liebste zum Erwidern; (vrijmetselaarsgedicht voor het verzwijgen)
- 1819 West-Östliche Diwan; (gedichtenbundel)
- 1811-1833 Aus meinem Leben - Dichtung und Wahrheit; (autobiografisch)
- 2002 De mooiste van Johann Wolfgang von Goethe; (Ned. vert. door: Paul Claes)
Overig werk
- 1776 Die Geschwister; (toneeldrama in één akte)
- 1809 Die wunderlichen Nachbarskinder; (novelle)
- 1811 Der neue Paris
- 1814 Sankt-Rochus-Fest zu Bingen
- 1821 Einleitung zu den Trauerreden; (treurrede voor vrijmetselaars bij het overlijden van de meester van de 'Stuhl Ridel', Cornelius Johann Rudolf Ridel [1759–1821])
- 1822 Kampagne in Frankreich; (een bericht)
- 1830 Rede zum brüderlichen Andenken Wielands; (treurrede voor vrijmetselaars)
- 1830 Dem würdigen Bruderfeste: „Fünfzig Jahre sind vorüber“; (poëtische dankrede bij zijn 50-jarig jubileum als vrijmetselaars)
- 1816-1832 Über Kunst und Altertum; (geschreven met Johann Heinrich Meyer, [1760-1832])
- 1833 Maximen und Reflexionen; (postuum verschenen)
- 2005 Goethe - Schiller, briefwisseling / druk 1; (Ned. vert. door: A.J. Leemhuis)
- Belagerung von Mainz
- Claudine von Villa Bella; (toneelspel)
- Proserpina; (Monodrama)
- Satyros, oder Der vergötterte Waldteufel; (toneeldrama)
Vertalingen
[bewerk] Literatuur, een kleine selectie
- 1977 Johann Wolfgang Goethe, Sämtliche Werke, 18 banden, Artemis-Gedenkenausgabe dtv-Dündruck, Zürich, 1977, ISBN 3-7608-2527-3
- 1994 Goethe - Leben und Werk; van: Karl Otto Conrady
- 2003 Goethe - sein Leben und seine Zeit; van: Richard Friedenthal
- 1992 Goethe: The Poet and the Age: Poetry of Desire; van: Nicholas Boyle
- 1998 Goethe-Lexikon; van: Gero von Wilpert
- 1998 Mein Leben ein einzig Abenteuer, Johann Wolfgang Goethe Biografie; van: Klaus Seehafer, Aufbau Verlag, Berlin 1998, ISBN 3-351-02471-1
- 1992 Schein Kritik Utopie. Zu Goethe und Hegel; van: Renate Wieland
- 2001 Katharina Mommsen: Goethe und der Islam, Insel Verlag, Frankfurt am Main, 2001, ISBN 3-458-34350-4
- 2003 Goethe und Anna Amalia – eine verbotene Liebe; van: Ettore Ghibellino
- 2002 Goethe zur Einführung; van: Peter Matussek
- 2005 Faust & levenskunst; van: H.E.S. Woldring
[bewerk] Externe links
- Projekt Gutenberg-DE - Johann Wolfgang von Goethe: Werke
- Textlog.de, Historische Werke - Goethe
- Thorwalds Weltbild-Seiten - Goethes Weltbild
- Goethe's works: text, concordances and frequency lists
Zie ook: Johann Gottfried von Herder, Duitse en Oostenrijkse theaterpraktijk in de Nieuwste Tijd, De Tovenaarsleerling een ballade van Goethe.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie Johann Wolfgang von Goethe van Wikimedia Commons. |