Jürgen Habermas
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jürgen Habermas (Gummersbach, 18 juni 1929) is een Duits filosoof en socioloog.
Habermas werd vooral bekend door zijn theorie over de publieke sfeer (openbaarheid). Deze theorie beschreef hij in zijn boek Strukturwandel der Öffentlichkeit (1962). Deze theorie houdt in dat er voor een optimale publieke sfeer een ruimte moet zijn waarbinnen rationele discussies kunnen worden gevoerd vrij van dwingende machten. Volgens Habermas was hier sprake van in de bourgeoismaatschappij van de achttiende eeuw, en is er door de komst van de massamedia en de vervaagde grenzen tussen privé en staat een publieke sfeer overgebleven die in niets lijkt op een optimale situatie.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop
Enige tijd na zijn geboorte viert het nationaalsocialisme hoogtij. Als Hitler aan de macht komt (31 jan. 1933), wordt hij vier jaar. Evenals alle andere Duitse jongens van die tijd wordt hij lid van de Hitlerjugend. De verslagen van oorlogsprocessen en de beelden van de concentratiekampen die hij na de oorlog zag en hoorde, stonden in schril contrast met het kleinburgerlijke van zijn geboortedorp. Het besef hoe krom de wereld in elkaar zat, kwam in 1945, het jaar, zo zegt Habermas zelf, waarin hij eigenlijk geboren is. Naast Duitse letterkunde en economie gaat hij filosofie, geschiedenis en psychologie studeren aan de universiteiten van Göttingen, Zürich en Bonn. Aan de laatste universiteit zal hij uiteindelijk promoveren. Over zijn persoonlijke leven geeft hij niet veel prijs.
In 2005 won Habermas de prestigieuze Holbergprijs.
[bewerk] Kritische beschouwing
Het denken van Habermas begeeft zich op het gebied tussen filosofie en sociologie in de vorm van geëngageerde maatschappijkritiek en kunnen we het best in drie perioden samenvatten, waarvan de laatste wellicht de meest belangrijke is. In de eerste periode is zijn werk Heideggeriaans georiënteerd. In zijn proefschrift uit 1954 over Das Absolute und die Geschichte: Von der Zweispältigkeit in Schellings Denken staat dat we de dingen niet meer moeten willen beheersen met techniek, maar moeten vernemen en de dingen laten gaan.
Zodra Habermas gaat werken in het Instutut für Sozialforschung in Frankfurt als assistent van Adorno staat hij voornamelijk een op Marx geënte praktische filosofie voor, omdat theoretische interpretaties niet tot veranderingen leiden die maatschappelijke relevant zijn. Dit werkt hij uit in een bundel sociaal-filosofische studies die in 1963 verschijnt onder de naam Theorie und Praxis.
Eind jaren zestig wordt Habermas in één klap wereldberoemd met zijn Technik und Wissenschaft als ‘Ideologie’ (1968). In dit werk staan de verhoudingen tussen systeem en leefwereld centraal. In een kritiek op Marx, die de kapitalistische maatschappij in zijn totaliteit beschouwt, maakt Habermas onderscheid tussen een politiek-economisch systeem en een op communicatie gerichte leefwereld. Habermas start in deze periode zijn onderzoek naar de grondslagen van de kritische maatschappijwetenschappen. Verschillende wetenschappen hebben verschillende kennisbelangen, zo stelt Habermas. Zo kunnen we een en ander in een schema vatten:
Deze inzichten zullen zich in de jaren ’80 vormen tot de Theorie des kommunikativen Handelns (1981), bijgenaamd het blauwe monster (vanwege de kleur van de kaft en de taaie inhoud). In dit tweedelige en bijna 1200 pagina's tellende werk ontwikkelt Habermas 1) een maatstaf voor maatschappijkritiek; 2) een theorie over de dubbele rationalisering van de moderne samenleving; en 3) een kritische diagnose van deze moderne samenleving.
1) De maatstaf voor kritiek vindt Habermas in wat hij de communicatieve rationaliteit noemt - een vorm van rationaliteit die erin bestaat dat geldigheidsclaims voor uitspraken worden gedaan. En deze claims moeten kunnen worden bediscussieerd in een proces waarin rationele argumenten worden uitgewisseld en uiteindelijk de kracht van het betere argument tot zijn recht komt.
2) Volgens Habermas zijn er in de moderne samenleving twee vormen van rationaliteit aan het werk. Ten eerste de doel-middelrationaliteit die overwegend werkzaam is in wat Habermas het systeem noemt, en ten tweede de hierboven beschreven communicatieve rationaliteit die het bindende mechanisme is in de leefwereld. Het is Habermas' these dat de leefwereld het meest wezenlijk is en de doorbraak van het systeem mogelijk heeft gemaakt.
3) Op dit punt in de moderniteit hebben we volgens Habermas echter het kritische punt bereikt waarop het systeem zich losmaakt uit zijn bedding in de leefwereld. Het gevolg is dat zich pathologieën voordoen in de maatschappij.
Waar kunnen we het gedachtegoed van Habermas nu plaatsen? In de filosofische traditie is Habermas niet los te denken van de Frankfurter Schule of ook wel de Kritische Theorie waarvan Habermas de tweede generatie vormt. De eerste generatie wordt vertegenwoordigd door Adorno en Horkheimer die de dialectiek van Hegel kritiseren, zelfs omkeren, maar er nog wel aan vasthouden. Als joodse denkers willen zij de gruwelen van het Nationaal-Socialisme doordenken. Dit is niet mogelijk met de dialectiek van Hegel waarin “Das Ganze das Wahre ist”, dat zou immers een legitimering vooronderstellen van wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Door omkering van Hegels dialectiek maakt het algemene plaats voor het bijzondere. Habermas werkt deze emancipatoire beweging verder uit, bekritiseert hem en past hem aan aan zijn eigen actualiteit in de vorm van het hierboven behandelde gedachtegoed. Het spreekt voor zich dat Habermas zich heeft laten beïnvloeden door zijn leermeesters van de eerste generatie. In de begin periode was hij dan ook gevoelig voor de invloeden die de oude generatie heeft ondergaan van onder andere Georg Lukács en Karl Marx en later Herbert Marcuse. In de latere periode ontwikkelt hij echter meer eigen visies die veelal een kritiek, uitwerking of aanpassing zijn van het denken uit de beginjaren.
[bewerk] Voornaamste werken
- 1954 - Das Absolute und die Geschichte: Von der Zweispältigkeit in Schellings Denken
- 1962 - Strukturwandel der Öffentlichkeit (Engels vertaling in 1989: The structural transformation of the public sphere: An inquiry into a category of Bourgeois society)
- 1963 - Theorie und Praxis
- 1968 - Technik und Wissenschaft als ‘Ideologie’
- 1981 - Theorie des kommunikativen Handelns
[bewerk] Zie ook
- Feministische kritiek op Jürgen Habermas
- Communicatieve handelen