Diogenes van Sinope
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Diogenes van Sinope (Oud-Grieks: Διογένης / Diogénês), kortweg Diogenes (404 v.Chr. - 323 v.Chr.) was een cynicus. Hij zou geleefd hebben in een regenton in Athene. Aangezien de regenton bij de Grieken niet bekend was, zou het echter ook wel om een grote kruik of amfoor kunnen gaan. Aangezien hij leefde als een hond, kreeg hij uiteindelijk ook de bijnaam 'hond'. Zijn enige bezittingen waren een mantel, een kom om uit te eten en een nap om uit te drinken. Op klaarlichte dag zou hij op een marktplein met een lantaarn naar een "mens" gezocht hebben (waarmee hij een waarachtig oprecht persoon bedoelde). Nadat hij iemand een stuk brood zag gebruiken als bord en zijn handen als nap, ontdeed hij zich ook van kom en zijn nap. Alexander de Grote was zeer geïnteresseerd in Diogenes. Hij maakte een lange reis om hem te zien. Op een zonnige dag kwam Alexander bij Diogenes. Toen vroeg Alexander aan Diogenes wat hij wilde hebben. Hij kon alles krijgen. Diogenes zei toen: "Als ik alles kan krijgen, wil je dan een stap opzij doen, want je staat voor de zon".
Hierop zei Alexander: "Als ik Alexander niet was, zou ik Diogenes willen zijn". Diogenes zei daarop: "Als ik Diogenes niet was, zou ik ook Diogenes willen zijn".
Naar verluidt stierf Diogenes door zijn adem in te houden.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Diogenes op Wikimedia Commons.
|
Zie ook |
---|
Portaal Oudheid · Athene · Geschiedenis van Griekenland · Geschiedenis van Athene |