Nijlroezet
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nijlroezet IUCN-status: Veilig[1] |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Rousettus aegyptiacus (É. Geoffroy, 1810) |
De nijlroezet of nijlrousette (Rousettus aegyptiacus of incorrect Rousettus egyptiacus) is een vleermuissoort uit de familie der vleerhonden (Pteropodidae) en het geslacht Rousettus.
Het is een grote vleermuis met een donkerbruine tot leigrijze vacht. De buik is rookgrijs tot geel van kleur, en de vleugels zwart. Sommige dieren, vooral mannetjes, hebben een beige of gele kraag. De vacht loopt tot over de onderarmen door. De oren zijn rondvormig en de snuit is stomp. Hij wordt 13,8 tot 16,8 centimeter lang en 135 tot 175 gram zwaar. Hij heeft een voorarmlengte van 89 tot 100 millimeter en een spanwijdte van ongeveer 60 centimeter. Het staartje is 16 tot 24,5 millimeter lang. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes.
De nijlroezet verblijft overdag in grotten, waar kolonies van duizenden dieren kunnen leven. De temperatuur is hier constant en er zijn weinig roofdieren. Door dicht op elkaar te zitten, houden de dieren elkaar warm. Als aanpassing aan het leven in grotten maakt de nijlroezet gebruik van echolocatie, de enige vleerhonden die dit doen. Na zonsondergang vliegen ze uit naar savannes, plantages, halfwoestijnen, bosranden, tuinen en andere biotopen om op zoek te gaan naar sappige, vaak onrijpe vruchten (vijg, sinaasappel, banaan, dadel), en bloemen, nectar en stuifmeel. Ze eten soms ook bladeren en knoppen.
Het vrouwtje krijgt een jong na een draagtijd van 15 weken. Tweelingen zijn zeldzaam. Het jong houdt zich vast aan de buik van zijn moeder en wordt tijdens het vliegen meegedragen. Na negen dagen gaan de ogen open. Na ongeveer drie maanden is het zelfstandig.
Het is een zeer algemene soort met een groot verspreidingsgebied, in Afrika ten zuiden van de Sahara en langs de loop van de Nijl, het zuiden van Arabië, het oostelijke Middellandse Zeegebied, van Egypte tot Turkije, en in Iran en Pakistan. Hij komt ook voor op Cyprus, waarmee het de enige in Europa voorkomende vleerhond is.