Menstruatiecyclus
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De menstruatiecyclus is een periodieke verandering in het lichaam van de geslachtsrijpe vrouw tussen de puberteit en de menopauze. De cyclus heeft te maken met de eicelrijping en het klaarmaken van het lichaam voor mogelijke zwangerschap. De menstruatiecyclus heeft dus te maken met de vruchtbaarheid van de vrouw.
De gemiddelde duur van een normale menstruatiecyclus bedraagt 25 tot 35 dagen, maar kan uiteenlopen van 21 dagen tot drie maanden. Het verloop wordt gecoördineerd door hormonen.
Inhoud |
[bewerk] Hormonaal verloop
Volgens conventie is de eerste dag van de menstruatiecyclus, die dag waarop de vrouw begint te menstrueren (bloed verliezen). Hormonaal gezien wordt de cyclus in twee delen verdeeld. De eerste fase is de folliculaire fase, de tweede na de eisprong de luteale fase.
Tijdens de folliculaire fase scheidt de hypofyse (in de hersenen) follikel stimulerend hormoon (FSH) af dat de granulosacellen van een follikel zal stimuleren tot groei. Meerdere follikels (een zogenaamd cohort), gelegen in de eierstok (ovarium) en bevatten elk een eicel (oocyt). De follikels produceren gedurende deze fase van de cyclus oestrogeen. Als de grootste follikel ongeveer een diameter van 17-20 mm bereikt heeft zal de hypofyse piekgewijs luteiniserend hormoon (LH) produceren, waarna de follikel ongeveer 36 tot 48 uur zal springen (ovulatie, zie verder bij de eicel). Het geproduceerde oestrogeen zorgt voor groei (= proliferatie) van het endometrium in de baarmoeder (uterus). Deze periode van menstruele cyclus heet daarom ook proliferatieve fase. Deze fase is wisselend in duur (7 tot 21 dagen). Dit heeft gevolgen voor de vruchtbare periode (zie verder).
De tweede fase wordt luteale fase genoemd en begint op het moment dat de follikel gesprongen is, en de eicel er uit verdwenen is. De granulosacellen van het follikel veranderen van vorm en worden dan thecacellen genoemd. Onder invloed van het LH zullen deze theca-cellen progesteron gaan produceren. Het follikel zonder eicel wordt geel lichaam (corpus luteum) genoemd en zal nog enkele dagen de productie van progesteron blijven voortzetten. Onder invloed van de progesteron (en ook oestrogenen) verandert het baarmoederslijmvlies waarbij de slijmklieren secreet produceren en afgeeft, en zo klaargemaakt wordt voor de innesteling van het embryo. Deze fase heet daarom ook wel de secretoire fase. Als dit geel lichaampje enkele dagen later stopt met de hormoonproductie, doordat het niet ondersteunt wordt door een zwangerschap geproduceerd hormoon hCG, zal het baarmoederslijmvlies ten gronde gaan en een bloeding optreden (zie verder). Deze fase duurt bij 10% van de vrouwen met een regelmatige cyclus ongeveer 14 dagen, maar blijkt te kunnen variëren van 7- 19 dagen. Bij vrouwen met een onregelmatige cyclus is de onzekerheid nog groter. Meer dan 70% blijkt vruchtbaar voor de 10 of na de 17 dag van de cyclus. De eisprong kan ongeveer 14 dagen voor de volgende menstruatie geschieden, maar ook veel eerder of later. Dus niet noodzakelijk rond de 14e cyclusdag. Het tijdstip van de eisprong kan dus niet bepaald worden door enkel een aantal dagen te tellen sinds het begin van de cyclus of terugtellen vanaf het eind van de cyclus; vooral als de duur van cyclus van de vrouw onregelmatig is.
[bewerk] Invloed op de baarmoeder
In de eerstehelft van de menstrule cyclus, de folliculaire fase, zal de binnenwand van de baarmoeder, het baarmoederslijmvlies ofwel het endometrium, groeien oiv. oestrogeen. Het endometrium wordt dikker door celgroei (proliferatie). Deze fase heet daarom ook wel de proliferatieve fase. Het maakt zich klaar voor innesteling van een embryo. Na de eisprong in de eierstok wordt in de follikel, nu corpus luteum genaamd, voornamelijk progesteron geproduceerd. Dit hormoon zorgt er voor dat endometrium slijmbekercellen hun secreet in de endometriumklieren uitstorten. Daarom heet deze fase ook wel de secretoire fase. Na de 5e dag na de eisprong is het endometrium optimaal voor een innesteling. Waarschijnlijk zit in het secreet stoffen die dit innestelingsproces reguleren. Indien een embryo innestelt zal het zelf een hormoon produceren, het zwangerschapshormoon hCG. Dit zorgt er voor dat het corpus luteum nog tijdelijk blijft bestaan waardoor progesteron geproduceerd blijft worden tot ongeveer de 7-8e week van de zwangerschap. Hierna neemt de moederkoek (placenta) de productie van progesteron over. Als een zwangerschap uitblijft zal het corpus luteum ten gronde gaan en de productie van progesteron stoppen. Daling van progesteron zorgt voor verval van endometrium, en dan uiteindelijk afstoting gevolgd door een vaginale menstruele bloeding. Deze bloeding verschilt van vrouw tot vrouw en van cyclus tot cyclus, maar duurt normaal 3 tot 7 dagen waarbij er een totaal bloedverlies is van rond de tien centiliter (vergelijkbaar met een half kopje).
[bewerk] De eicellen
De eicel is de grootste menselijke cel. De eicellen bevinden zich in follikels in de eierstokken. Gedurende de embryonale ontwikkeling van een vrouwelijke foetus worden de eicellen gevormd. In de twintigste zwangerschapsweek zijn er ongeveer zeven miljoen follikels. Tijdens de verder ontwikkeling in de baarmoeder gaan er vele verloren, waardoor bij de geboorte nog 'slechts' één miljoen follikels resteren. Zodra een vrouw haar eerste menstruatie krijgt, zijn er nog vierhonderdduizend follikels over. Tijdens de menstruatiecyclus groeien er een aantal follikels onder invloed van het FSH (een cohort). De follikel met de meeste receptoren voor dit hormoon zal het sterkst reageren, en het snelst en grootst groeien, om uiteindelijk als eerste te ovuleren. In welke van de twee eierstokken deze follikel rijpt, is door toeval bepaald. Wanneer toch een tweede follikel ovuleert, zullen er dus twee eicellen vrijkomen tijdens één cyclus. In dit geval kunnen er dus twee bevruchtingen plaatsvinden, hetgeen tot een twee-eiïge tweeling kan leiden. De meeste follikels die in een cohort groeien zullen ten gronde en dus verloren gaan atretisch. In geval van hormoonstimulatie, voor bijvoorbeeld in-vitrofertilisatie (IVF) zullen de anders atretische follikels wel kunnen doorgroeien. Het hoogste aantal gerijpte eicellen dat bij de mens ooit geteld is bij een dergelijke stimulatie, is 128. Meestal echter zijn er bij jonge vrouwen zo’n 10 eicellen die rijpen bij hormoonstimulatie. Bij de eisprong barst het follikel en moet de eicel haar weg vinden naar de eileider (tuba ovaria). Ze wordt voortbewogen door de golfslag van bewegende trilhaartjes in de eileider. De bevruchting van de eicel gebeurt waarschijnlijk reeds in de eileider. Hierdoor ontstaat een embryo. Na enkele dagen bereikt de embryo de baarmoeder, waar ze zich zal trachten in te nestelen indien ze bevrucht is. Onbevrucht bereikt ze de baarmoeder meestal niet levend, want een eicel blijft onbevrucht slechts 12-24 uur in leven na de eisprong.
[bewerk] Menstruatiecyclusafwijkingen
In het laatste decennium hebben gynaecologen er op gewezen dat het hebben van een menstruatiecyclus eigenlijk helemaal niet zo natuurlijk is: pas sinds de mens aan geboortebeperking doet is het aantal menstruaties dat een vrouw tijdens haar leven heeft enorm toe gaan nemen. Voor die tijd was een vrouw in de vruchtbare leeftijd, als zij niet zwanger was, wel aan het zogen, en had zij in haar hele leven misschien 50 menstruaties. Tegenwoordig komt zij al gauw uit boven de vierhonderd[1][2].
Afwijkingen van de menstruatiecyclus kunnen optreden bij:
- Anorexiapatiënten
- Sportsters
- Vrouwen die borstvoeding geven.
Bij deze kan de menstruatie gedurende kortere of langere tijd afwezig blijven. Zwangerschap zal dan ook minder gauw optreden.
Afwijkingen in duur van bloedverlies:
- Amenorroe
- geen menstruatie meer voor minimaal 6 maanden. Dit kan optreden zonder dat er ooit een 'normale' cyclus is geweest (een primaire amenorroe), of nadat er wel een 'normale' regelmatige cyclus is geweest (een secundaire amenorroe) Een primaire amenorroe treed bijvoorbeeld op bij vrouwen waarbij de baarmoeder niet aangelegd is. Een voorbeeld is het Syndroom van Mayer-Rokitansky-Küster. De 2 belangrijkste "natuurlijke" oorzaken van secundaire amenerroe zijn als gevolg van zwangerschap, en na de menopauze. Andere oorzaken van secundaire amenorroe zijn hypothyreoidie, polycysteus ovarium syndroom (PCOS) en hyperprolactinaemie.
- Oligomenorroe
- cyclus langer dan 35 dagen, maar korter dan 6 maanden.
- Polymenorroe
- cyclus korter dan 25 dagen, waardoor veelvuldig menstruatiebloedingen.
Afwijkingen in hoeveelheid bloedverlies:
- Menorrhagie
- toename van hoeveelheid menstruatiebloed, toename van aantal dagen bloedverlies, normale regelmatige cyclus.
- Hypermenorroe
- toename van hoeveelheid menstruatiebloed, normale regelmatige cyclus.
- Hypomenorroe
- afname van hoeveelheid menstruatiebloed, normale regelmatige cyclus.
- Metrorrhagie
- wisselende hoeveelheid menstruatiebloed, wisselende aantal dagen bloedverlies, wisselende duur van de cyclus.
Andere typen afwijkingen:
- Intermenstrueel bloedverlies
- bloedverlies in de cyclus tussen de menstruaties zonder buikkrampen, bij een normale regelmatige cyclus.
- Contactbloedingen of postcoitaal bloedverlies
- bloedverlies direct na intravaginaal seksueel contact.
- Postmenopauzaal bloedverlies
- bloedverlies nadat de menopauze is opgetreden (langer dan een half jaar geen spontane menstruaties meer).
[bewerk] Vruchtbaarheid tijdens de menstruatiecyclus
Spermacellen leven echter veel langer dan eicellen en kunnen in het lichaam van de vrouw tot 3 dagen overleven. Dit betekent dat coïtus tot 3 dagen vóór de eisprong kan leiden tot zwangerschap, omdat overlevende spermacellen dagen na de geslachtsgemeenschap nog de eicel kunnen bevruchten. De vruchtbaarste dag is 2 dagen voor de eisprong.
Indien zwangerschap gewenst is, is het dus aangewezen reeds enkele dagen voor de vermoedelijke eisprong geslachtsgemeenschap te hebben. Indien men anderzijds geen zwangerschap wenst, kan men hier ook rekening mee houden. De sympto-thermale methode is een betrouwbare methode voor geboorteregeling (Pearl-index (methodezekerheid) ca. 0,3 %) die zich baseert op de vruchtbaartheidscyclus van de vrouw[3].
[bewerk] Vruchtbaarheid in functie van de leeftijd
De vruchtbaarheid van de vrouw neemt vooral af met de leeftijd, omdat de eicellen van de vrouw verouderen. Op de leeftijd van 20 jaar heeft een vrouw ongeveer 20% afwijkende eicellen, op de leeftijd van 40 jaar is reeds 80% van haar eicellen afwijkend. Dit resulteert naast verminderde vruchtbaarheid ook nog in een verhoogd aantal miskramen indien er toch bevruchting plaatsvindt. Bij de 40-jarige vrouw is de kans op een zwangerschap ongeveer 5-10% en op een miskraam 50%.
[bewerk] Zie ook
Referenties: |
|