Borstvoeding
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Borstvoeding is het rechtstreeks geven van moedermelk uit de melkklieren in de borsten aan een kind.
[bewerk] Melkproductie
Gedurende de zwangerschap worden er in het lichaam van de moeder hormonen geproduceerd die de groei van melkklieren in de borst stimuleren. Het is het hormoon oxytocine dat de melkafscheiding uit het borstklierweefsel op gang brengt. Dit hormoon wordt vrijgezet in de hersens van de moeder wanneer de tepels fysiek gestimuleerd worden door bv. het zuigen van de baby (of bv. door het afkolven met behulp van een afkolfpomp).
Na vijf of zes maanden zwangerschap zijn de borsten voorbereid op de borstvoeding. Doordat de placenta uit het lichaam van de vrouw verdwijnt, wordt de melkproductie mogelijk gemaakt. De eerste productie heeft de vorm van een dikke, geelachtige vloeistof die colostrum wordt genoemd. Dit is de eerste melk die de baby te drinken krijgt. Colostrum is zeer rijk aan antistoffen, die de baby gedurende de eerste zes maanden van zijn leven nog niet zelf kan produceren. Het bevat weinig vet en suiker, waardoor het heel licht verteerbaar is. Na drie á vier dagen gaat het colostrum over in rijpe moedermelk. Dan komt de melkproductie goed op gang, wat de moeder tijdelijk stuwing op kan leveren. Veel aanleggen en eventueel kolven zorgt ervoor dat de productie snel afgestemd wordt op de vraag van de baby.
[bewerk] Vraag en aanbod
De productie van melk wordt geregeld aan de hand van de frequentie waarmee de baby komt drinken en hoeveel de baby elke keer drinkt: wat er uit gaat, wordt weer gemaakt. Dus vraag en aanbod zijn op elkaar afgestemd. Elke keer dat de baby drinkt, krijgen de borsten een seintje dat ze meer melk moeten produceren. Meestal drinkt de baby de eerste paar weken minimaal 7 á 8 maal per dag, maar eens in de zoveel tijd kan het voorkomen dat hij een dag lang veel vaker vraagt, zelfs tot een frequentie van elk kwartier, om te worden aangelegd aan de borst. Dit heet regeldagen en deze dienen om een nieuw evenwicht van vraag en aanbod in te stellen. Als de moeder toegeeft aan de vraag van haar baby en dus vaak de borst aanbiedt, dan zal het evenwicht zich binnen een dag tot - in uitzonderlijke gevallen - een week herstellen. Voeden op verzoek maakt regeldagen minder heftig en korter van duur.
Wordt het kind niet aan de borst gelegd of wordt de melk niet afgekolfd, dan stopt deze lactatie spontaan na enkele dagen. Het is de verhoogde druk in de melkklieren die de hormonale wijziging op gang brengt om het lactatieproces te stoppen.
Stoppen met borstvoeding wordt ook wel spenen genoemd. Blijft men het kind zogen, dan kan de lactatieperiode meerdere jaren duren totdat het kind volledig gespeend is. Doorgaans worden kinderen gespeend rond de leeftijd van 2 jaar. Van nature speent een mens zich tussen de 2,5 en 7 jaar. Sommige kinderen spenen zich eerder.
Soms willen moeders eerder stoppen met het geven van borstvoeding. Over een aantal weken kunnen het aantal voedingen per dag dan langzaam afgebouwd worden. Als het afbouwen te snel gaat, kan er stuwing en daardoor zelfs borstontsteking ontstaan. Wanneer de lactatieperiode bewust gestopt wordt, kan dit met behulp van medicatie vereenvoudigd worden. De melkproductie wordt medicamenteus stopgelegd, waardoor de borsten niet gespannen staan noch melk lekken. Ook vrouwen die na de bevalling flesvoeding verkiezen te geven, kunnen op deze manier de lactatieperiode meteen stop zetten
Soms stopt de lactatieperiode spontaan na enkele maanden van lactatie. Dit wordt ook wel 'droogvallen' genoemd.
[bewerk] De natuur regelt het zelf
Sommige vrouwen zijn onzeker over hun melkproductie. Het is, anders dan bij flesvoeding, niet te zien hoeveel de baby heeft gedronken. Het is echter niet nodig de baby voor en na de voeding te wegen. Een baby drinkt namelijk gedurende de dag niet altijd even veel (net zoals een volwassene ook niet bij elke maaltijd dezelfde hoeveelheden eet en drinkt) en bovendien heeft de baby de ene keer meer honger dan de andere keer. In plaats daarvan moet men kijken naar het aantal plasluiers en naar de groei. Een jonge baby moet minstens 8 doorweekte katoenen luiers of 6-7 wegwerpluiers gedurende een etmaal produceren. Als de baby te weinig binnen heeft gekregen, zal hij al gauw weer vragen om meer door te huilen. Door daar als moeder aan toe te geven, zal zich vanzelf een evenwicht instellen tussen vraag en aanbod, doordat de borsten van de moeder meer melk gaan produceren. Het is van belang hierbij op de natuur te vertrouwen. Wel moet de moeder voldoende drinken, meer dan zonder borstvoeding te geven. Als moeder en kind na ongeveer 2-3 weken goed op elkaar ingesteld zijn, voelt de moeder vanzelf aankomen wanneer de baby behoefte heeft aan voeding. Als de baby te lang door blijft slapen worden de borsten van de moeder erg zwaar, en zal zij de neiging hebben de baby te wekken. De baby hoeft dan maar toe te happen en de melk schiet toe. Toeschieten kan ook al gebeuren wanneer de moeder de baby alleen maar hoort huilen. Het toeschieten is een reflex en kan niet door de wil worden tegengehouden of worden opgewekt. De melk kan dan zelfs zo snel vloeien dat de baby zich kan verslikken. Dat is eenvoudig op te lossen door de baby tijdens het toeschieten van de melk af te koppelen en de eerste melk op te vangen in een (hand)doek. Als de melk niet meer spuit, kan de baby opnieuw aangelegd worden en gaat het drinken een stuk rustiger. Het kan best voorkomen dat de moeder tijdens het voeden een opwindend, prettig gevoel krijgt in de onderbuik door de stimulatie van de tepels. Dit is perfect normaal, en lactatiedeskundigen gaan er van uit dat de natuur er zo voor wil zorgen dat de borstvoeding zeker plaatsvindt.
[bewerk] De techniek van het drinken
Het is een misverstand te denken dat de baby zuigt aan de borst. Een baby masseert daarentegen de volledige tepelhof en de achterliggende melkkanalen die gevuld zijn met melk. Als reactie op het drinken, komt er oxytocine vrij, waarna er een toeschietreflex optreedt. Dan stroomt de melk uit de borst en komt beschikbaar voor de baby. Bij de baby hoort men dan het bekende klokken. Een borst kan heel snel leeggedronken zijn. Sommige baby's drinken een borst in een minuut of 5 leeg, sommige doen er 10 minuten over of misschien een kwartier. Houdt het klokken op en ziet de moeder het kind niet meer slikken, dan is de borst leeg. Dan kan de andere borst worden aangeboden als toetje. Bij de volgende voeding wordt de laatste borst als eerste gegeven. Voorwaarde voor het goed leeg kunnen drinken van de borst is dat de baby juist is aangelegd.
[bewerk] Samenstelling van moedermelk
Moedermelk bevat antistoffen. Daarnaast verandert de samenstelling van moedermelk gedurende de dag. Melk die in de ochtend gegeven wordt is van een andere samenstelling dan de melk die 's nachts gegeven wordt. Tevens verandert de samenstelling van de melk in de maanden dat het kind gevoed wordt. Een kind dat een jaar gevoed wordt, drinkt andere melk dan een baby van 6 weken oud. De samenstelling van de melk wordt door de natuur geregeld en is afgestemd op de ontwikkeling van het kind. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO adviseert om kinderen de eerste 6 maanden van hun leven uitsluitend borstvoeding te geven, en daarna borstvoeding met aanvullend voedsel tot het kind ten minste 2 jaar oud is. Tandemmen komt dan ook voor bij vrouwen die hun oudste kind nog aan de borst hebben als de tweede geboren wordt.
[bewerk] Voor- en achtermelk
Zie voormelk en achtermelk voor de hoofdartikelen over dit onderwerp. |
De eerste melk die bij een voedingssessie wordt gegeven, de voormelk, is dorstlessend. De melk die later tijdens een voeding gedronken wordt, dus na het toeschieten, noemt men achtermelk en bevat meer vet. Het is dus belangrijk dat een kind ook voldoende achtermelk krijgt. Als een vrouw een zeer grote productie heeft, dan kan de hoeveelheid voormelk te groot zijn zodat er relatief minder achtermelk gedronken wordt. De ontlasting van de baby verandert hierdoor van gelig naar groenig. Afkoppelen tijdens het toeschieten of de eerste melk een beetje afkolven, kan een prima oplossing hiervoor zijn. De baby is dan langer tevreden en heeft minder last van zijn darmen en hij ontvangt dan de vette achtermelk waarvan hij goed groeit.
[bewerk] Voordelen van borstvoeding voor het kind
Borstvoeding heeft voordelen voor de baby. Moedermelk is licht verteerbaar en bevat voedingsstoffen die gemakkelijk worden opgenomen. Moedermelk zorgt voor een hogere weerstand tegen infectieziekten. Daarnaast kan moedermelk beschermen tegen het ontstaan van allergieën. Overigens geldt dit niet alleen voor voedselallergieën, maar ook voor atopisch eczeem of allergieën van de luchtwegen. Borstvoeding wordt ook geassocieerd met een verlaagd risico op wiegendood. Tot slot worden alle spierfuncties in het kaakgebied door het drinken aan de borst optimaal gestimuleerd en ontwikkeld. Dat heeft voordelen voor een correcte ontwikkeling van de stand van de tanden en de stem-organen.
[bewerk] Voordelen van borstvoeding voor de vrouw
Borstvoeding geven heeft ook voordelen voor de moeder. Uit onderzoek blijkt dat 98 % van de vrouwen lichamelijk in staat is borstvoeding te geven. Bij de borstvoeding produceert de moeder hormonen die haar tot rust laten komen, en die haar ook een sterke band met het kind laten ontwikkelen. Borstvoeding geven in de periode na de geboorte helpt de baarmoeder sneller terug te komen tot de rustgrootte, daardoor vermindert dit de bloeding na de geboorte in het kraambed. Wanneer het kind uitsluitend met moedermelk wordt gevoed, wordt ook de terugkeer van de menstruatiecyclus en daarmee de vruchtbaarheid van de vrouw vertraagd waardoor de natuurlijke afstand tussen geboortes kan worden bewaard. Deze methode (de LAM-methode) werkt alleen als er volledige borstvoeding wordt gegeven, er minstens 1 nachtvoeding gegeven wordt en de menstruatie nog niet op gang gekomen is. Deze methode van anti-conceptie is niet voor 100% betrouwbaar omdat er ook een eisprong kan plaatsvinden zonder dat er eerst een menstruatie is geweest. Overigens verschilt het enorm per vrouw wanneer de menstruatiecyclus op gang komt. Bij sommigen is dit na 10-12 weken; bij anderen duurt het 10-12 maanden of langer.
Door de productie van moedermelk wordt onder andere iets meer kalk dan gewoonlijk onttrokken aan het lichaam van de moeder. De stofwisseling van de moeder past zich echter goed aan aan de nieuwe situatie en springt zuiniger om met de hoeveelheid calcium die de moeder zelf met haar voeding binnenkrijgt. Zodra de moeder stopt, gaat haar lichaam compenseren en houdt zij sterkere botten over dan een vrouw die nooit borstvoeding heeft gegeven. Op die manier verkleint het (langdurig) geven van borstvoeding de kans op osteoporose voor de moeder op de lange termijn. Het slikken van calciumsupplementen of drinken van extra melk is niet nodig. Moeders die hun kinderen borstvoeding geven hebben bovendien een verlaagde kans op eierstokkanker en borstkanker vóór de menopauze.
Er zijn ook praktische voordelen aan borstvoeding. Het is gratis, altijd beschikbaar, altijd op de juiste temperatuur en altijd hygiënisch. Er is geen noodzaak tot aanschaf van flessen en spenen. Er zijn geen zorgen over uitkoken, schoonmaken, schoon water e.d. Daarnaast versterkt borstvoeding voor veel vrouwen hun gevoel van eigenwaarde omdat zij er trots op zijn dat zij hun kind kunnen voeden met hun eigen melk.
[bewerk] Kolven van moedermelk
Bij borstvoeding moet de moeder in principe altijd beschikbaar zijn voor het kind. Melk afkolven is echter een prima oplossing voor de afwezigheid van de moeder. Kolven moet je als vrouw leren en de baby moet leren om gekolfde melk uit een fles te drinken. Kolven voelt namelijk anders dan live voeden. Met kolven kan begonnen worden wanneer dat nodig is. Dit kan zijn na de geboorte van een prematuur, dus nog voordat de baby zelf aan de borst gedronken heeft, met de bedoeling om de borstvoeding op gang te brengen en om kleine hoeveelheden moedermelk beschikbaar te hebben voor het kind. In andere gevallen kan de moeder melk afkolven op het moment dat zij een voorraadje melk wil aanleggen. Dit ter voorbereiding voor wanneer het kind naar de crèche gaat en/of de moeder weer gaat werken. Doorgaans zal de baby de afgekolfde moedermelk drinken met de fles. Het tot nu toe met de borst gevoede kind zal het drinken aan de fles moeten leren. Met het oefenen kan begonnen worden als de baby 6-7 weken is en alleen als de drinktechniek aan de borst goed is. Er zijn verschillende producenten van kolfapparaten. Informatie over deze producenten en hun producten is te vinden bij de verschillende borstvoedingsorganisaties en de thuiszorgwinkels van de thuiszorg.
Moedermelk kan prima in de koelkast bewaard worden en kan ook ingevroren worden. Als moedermelk gekoeld bewaard wordt, scheidt deze zich in verschillende componenten. Het opvallendste is de vetlaag die op de melk komt te staan. Die ziet eruit als slagroom en mengt zich weer met de rest van de melk als deze verwarmd wordt. Volwassenen vinden moedermelk vaak zuur ruiken en twijfelen dan, onterecht, aan de kwaliteit van de melk. Afgekolfde moedermelk kan net als kunstvoeding worden opgewarmd in een flessenwarmer, of ‘au bain marie’ in een pannetje met lauwwarm water. Afgekolfde moedermelk mag in de magnetron worden opgewarmd. Men dient dit echter met beleid te doen: de reden hiervoor is dat de vetdeeltjes in de moedermelk hete bolletjes kunnen vormen waaraan de baby zich brandt. Ook kunnen kostbare eiwitten en afweerstoffen in de magnetron afgebroken worden als de melk te snel en plaatselijk te warm wordt. In de magnetron opwarmen mag uitsluitend bij de laagste opwarmstand. Ook dient de melk 2 tot 3 keer tijdens het opwarmen geschud te worden om te voorkomen dat hot spots ontstaan. Het is belangrijk dat de moedermelk niet warmer wordt dan 30-35°C. Dit is een goede drinktemperatuur. Afgekolfde moedermelk verliest namelijk beschermende stoffen bij temperaturen boven 50°C.
Afgekolfde moedermelk kan verschillend van kleur zijn. Afgekolfde moedermelk is nooit (spier)wit, maar roomkleurig of groenig of blauwig. Het heeft niets te maken met het bedorven zijn van de melk, maar met de samenstelling van de melk op dat moment.
[bewerk] De rechten van een voedende vrouw
In Nederland is elke werkgever wettelijk verplicht om een ruimte beschikbaar te hebben voor moeders om hun kind live te voeden of om moedermelk af te kolven, en/of om de moeder in de gelegenheid te stellen haar kind elders te voeden. De moeder mag totdat haar baby 9 maanden is tot 25% van haar werktijd doorbetaald gebruiken om 'in de tijd van de baas' te voeden. Reistijd komt voor rekening van de moeder. Veel werkgevers kennen de arbeidstijdenwet niet en/of maakt bezwaar tegen deze regeling. Een aantal moeders ziet er vanaf om de discussie hierover met de werkgever aan te gaan. Echter bij sommige bedrijven is het goed geregeld, zijn er goed geoutilleerde kolfkamers beschikbaar waar kolvende moeders elkaar treffen.
[bewerk] Aandachtspunten
Vooral bij de start van de borstvoeding kunnen wat problemen aan de tepels ontstaan. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, komt dit niet zozeer door het krachtige masseren van de kaken van de baby, maar doordat de baby verkeerd is aangelegd. Hierdoor komen de masserende bewegingen van de kaak van de baby verkeerd op de tepel en ontstaat er wrijving. Als de vrouw pijn heeft, is er bijna altijd sprake van verkeerd aanleggen. Hulp van een lactatiekundige kan uitkomst bieden. Deze zijn te vinden via de huisarts, de verloskundige, het ziekenhuis of via het internet.
Tenslotte kan het voorkomen dat de moeder door hormonen minder zin heeft in seks. Dit komt door de hormonen die tijdens de zwangerschap en de borstvoeding. Ook kan door een orgasme een toeschietreflex ontstaan. Meestal verandert het seksleven van een stel de eerste maanden na de bevalling en het kan soms maanden duren voordat het weer was zoals ervoor. Dat heeft verder niets met borstvoeding te maken, maar wel met veranderende rollenpatronen, een sterk veranderd leven of bijvoorbeeld het genezen van hechtingen door knip of keizersnede.
[bewerk] De vader en borstvoeding
Soms komt het voor dat de vader zich minder betrokken voelt bij de verzorging van het kind. Beide ouders kunnen er op letten dat de vader voldoende taken met de baby op zich neemt. Bijvoorbeeld met de baby samen onder de douche gaan of in een draagdoek bij zich nemen. Als de moeder af en toe kolft, kan de vader ook het flesje gekolfde melk geven. Bijvoorbeeld de fles voor de nacht zodat moeder al kan gaan slapen en de nachtvoeding weer voor haar rekening kan nemen. Het is belangrijk dat vader moeder steunt en stimuleert in het zelf voeden van hun kind.
[bewerk] Mogelijke problemen bij borstvoeding
Er zijn procentueel gezien maar weinig vrouwen die geen borstvoeding kunnen geven. Mogelijke redenen zijn, onder andere, een infectie of abces in de borst, kanker (speciaal borstkanker), een eerdere stralingsbehandeling of een onzorgvuldig uitgevoerde borstverkleining. Veel vrouwen met een historie van operaties, abcessen en kanker kunnen succesvol borstvoeding geven.
[bewerk] Do's en don't 's bij borstvoeding
Vrouwen die borstvoeding geven wordt geadviseerd voldoende te eten, veel te drinken en vooral alles te eten wat zij lekker vinden. Het is namelijk niet wetenschappelijk aangetoond dat baby's van bepaalde voedingsmiddelen last kunnen krijgen. Een uitzondering hierop vormt een allergie voor melkproducten in het geval de moeder overmatig zuivel gebruikt. Hierover kan de lactatiekundige, de huisarts, het consultatiebureau of een kinderdiëtist adviseren. Borstvoeding kan schadelijk zijn als de moeder bepaalde ziekten (zoals aids) heeft, sterk ondervoed is, bepaalde medicijnen slikt of heeft blootgestaan aan grote hoeveelheden zware metalen zoals kwik. Zo kan de baby diarree krijgen als de moeder antibiotica slikt.
Roken gedurende de periode dat borstvoeding wordt gegeven kan ook reacties in het kind geven, zoals overgeven, diarree en onrustigheid. Uiteraard heeft niet-roken de voorkeur, maar als dat niet gelaten kan worden, wegen de voordelen van borstvoeding toch op tegen de gevaren van nicotine voor het kind. Overigens is het roken in de nabijheid van het kind in alle opzichten af te raden. Een niet-borstgevoed kind is er in dat geval mogelijk zelfs slechter aan toe dan een kind dat wel borstvoeding krijgt. Het advies is om niet te roken in het huis waar het kind verblijft.
Het is algemeen bekend dat een zwaar gebruik van alcohol door de voedende moeder schadelijk is voor het kind. Per standaard horecaglas consumptie geldt een afbraaktijd van 3 uur. Dat betekent dat de vrouw per consumptie rekening moet houden met een tijd van 3 uur waarin zij beter niet kan voeden. Eventueel zal de moeder haar melk moeten afkolven en weggooien om stuwing en verstopte melkkanalen te voorkomen. Er zijn te weinig gegevens die het gebruik van marihuana tijdens borstvoeding documenteren om een conclusie over schadelijkheid voor het kind te trekken, maar het lijkt onverstandig voor de moeder om marihuana te gebruiken.
[bewerk] Alternatieven voor borstvoeding
Wanneer het niet mogelijk is om (langer) borstvoeding te geven, zijn er verschillende mogelijkheden om een pasgeboren baby te voeden. Als eerste kan met behulp van een borstpomp of kolf melk worden afgekolfd. Deze kan dan later met een fles of met behulp van een kopje aan het kind worden gegeven. De eerste zes weken na de geboorte kan het geven van een flesje met afgekolfde moedermelk beter worden vermeden omdat er tepel-speen verwarring kan optreden. De afgekolfde melk kan zo nodig met een injectiespuitje zonder naald rustig in het mondje van de baby worden gespoten, terwijl de baby op de pink van de moeder of iemand anders zuigt (fingerfeeding). Ook kan de melk met een cupje worden gegeven (cupfeeding). Beide methodes moeten niet zonder begeleiding van een deskundige zoals een lactatiekundige worden toegepast.
Een andere mogelijkheid is dat de baby afgekolfde melk van een andere moeder krijgt. In vroeger tijden was dit gebruikelijk voor rijke vrouwen, die een zogenaamde min hadden voor hun kinderen. De moeder moet wel blijven kolven anders loopt haar melkproductie terug. Inmiddels is er in Nederland het Moedermelk Netwerk opgericht.
Ook wordt er kunstmatige babyvoeding in de vorm van een poeder verkocht. Deze kunstvoeding bevat geen of weinig antistoffen zoals die in moedermelk voorkomen en beschermt niet tegen het ontstaan van allergieën. Kunstvoeding is en blijft niet hetzelfde als moedermelk, maar is een alternatief wanneer borstvoeding niet (meer) mogelijk is.
[bewerk] Geschiedenis van de borstvoeding
Het is niet zo dat ‘vroeger’ of bij de ‘natuur-volkeren’ alle kinderen moedermelk krijgen. Zowel in niet-westerse culturen als in Europa in vroeger tijden, krijgen baby’s andere vormen van melk en melkvoeding dan volledige borstvoeding. Valerie Fildes noemt in haar boek Breasts, bottles and babies. A history of Infant Feeding dat in de negende tot vijftiende eeuw er voorbeelden zijn van kinderen die met een hoorn melk van dieren kregen toegediend. In de zeventiende en achttiende eeuw kregen IJslandse baby’s koeienmelk, room en boter (Hastrup 1992: 91). De antropoloog Raphael werd verrast door zijn onderzoeksresultaten waaruit bleek dat niet-westerse vrouwen hun baby’s allerlei voedsel geven in kleine hoeveelheden, soms als de baby slechts 2 weken oud was (Carter 1995: 75).
In de geschiedenis van zuigelingenvoeding is de achttiende eeuw een breekpunt. In die tijd zijn mannelijke artsen zich zijn gaan toeleggen op zwangerschap, bevalling en ook zuigelingenzorg. Zuigelingenzorg was traditioneel een vrouwendomein. ‘Oude wijven’ met hun kruiden en andere huismiddeltjes moesten plaatsmaken voor mannen met wetenschappelijke medische kennis (Schiebinger 1993: 69). Daar is de oorsprong te vinden van wat Rima Apple scientific motherhood (wetenschappelijk moederschap) noemt en wat volgens haar eind negentiende eeuw opkomt. Het is een ideologie waarin vrouwen in eerste instantie hun plaats vinden binnen het gezin als moeder en echtgenoot en waarbij het (op)voeden van haar kinderen alleen succesvol zal zijn als zij zich door experts laat informeren inzake de nieuwste wetenschappelijke inzichten (Apple 1987: 97, 99-100). In de achttiende eeuw werd de arbeidsdeling tussen de seksen gelegitimeerd met het wetenschappelijke argument dat het voor vrouwen - net zoals bij dieren - natuurlijk was om hun kinderen te zogen en op te voeden (Schiebinger 1993: 41-42). In deze tijd komt het accent te liggen op de moeder in de discussies rond zuigelingenvoeding, terwijl het daarvoor nog vooral over het kind, of over de moeder-kind-binding ging (Fildes 1986: 115). Regeringen in Europa in de achttiende eeuw maken zich zorgen over een tekort aan arbeidskrachten door de afnemende bevolkingsgroei door met name kindersterfte. De makkelijkste manier om de bevolkingsgroei te stimuleren, was de kindersterfte terug te dringen door verloskundigen, vroedvrouwen en vooral moeders te onderwijzen. Men zag als één van de oorzaken van de kindersterfte het gebruik van een min of minnemoeder voor zuigelingen. Vrouwen uit de hogere, maar ook middenklasse, besteedden toentertijd het borstvoeden van hun kind uit aan een vrouw die geacht werd dichter bij de natuur te staan, zoals boeren, of in de koloniën aan inheemse en zwarte vrouwen. Er ontstaat een campagne tegen de gewoonte om kinderen uit welgestelde families te voeden bij een min. Vrouwen werden door pamfletten aangespoord of zelfs door wetten gedwongen hun kind zelf de borst te geven. Dit kwam overeen met de tendens om vrouwen uit het publieke leven te weren en hen te verwijzen naar de huiselijke sfeer waarbij de rol van moeder en echtgenoot verheerlijkt werd (Schiebinger 1993: 66).
De bioloog en arts Linnaeus, de Engelse arts Cadogan, Rousseau en de vroedvrouw Anel le Robours beschreven de voordelen en noodzakelijkheid van het borstvoeden door de moeder zelf en de afkeurenswaardigheid van het gebruik van de min. Linnaeus schreef in 1752 een verhandeling tegen het gebruik van de min. Volgens hem was de min in tegenspraak met de natuurwetten. Het niet volgen van deze natuurwetten zou moeder en kind fataal kunnen worden. Een baby bij een min moet het zonder het laxerende colostrum stellen dat er voor zorgt dat het kind de eerste zwarte ontlasting, meconium, uitscheidt. De min uit de lagere klasse eet volgens Linnaeus te vet, drinkt te veel alcohol en heeft besmettelijke (geslachts)ziekten waardoor ze slechte of zelfs dodelijke melk produceert. Bovendien waarschuwde hij dat de moedermelk ook karaktereigenschappen overbrengt. (Schiebinger 1993: 68). Voor de kraamvrouw werd het zelf zogen ook van belang geacht. Men ging uit van de humorenleer, daarbij zouden de baarmoedercontracties na de geboorte veroorzaakt door het zogen, de grote hoeveelheid humoren die te maken hadden met de zwangerschap naar de borsten doen vloeien (Schiebinger 1993: 67).
Moedermelk werd aan de ene kant gezien als een wonderbaarlijk vocht dat mensen kon genezen en wijsheid kon overbrengen. Philosophia-Sapientia, de traditionele personificatie van de wijsheid, zoogde filosofen aan haar borst die met dat vocht wijsheid en morele deugden binnenkregen (Schiebinger 1993: 60). Aan de andere kant was lactatie datgene wat de mens verbond met de dierenwereld. In de verhandelingen tegen het gebruik van de min werden regelmatig vergelijkingen gemaakt met de dierenwereld. Linneaus stelde de generositeit van de walvis, de leeuwin en de tijger die hun jongen de borst gaven ten voorbeeld aan de barbaarse moeder die haar kind niet haar melk gunt. Linnaeus is in die tijd bezig het dierenrijk te classificeren en het is niet toevallig dat hij de categorie 'quadrupedia' (viervoetigen) veranderde in de categorie 'mammalia' (zoogdieren, of letterlijk: van de borst). Daarmee maakt hij de vrouwenborst tot kenmerk van deze dierenklasse, waarbij hij ook de mens indeelde (Schiebinger 1993: 40).
[bewerk] Geschiedenis van borstvoeding in de negentiende eeuw.
Historicus Rima D. Apple beschrijft in haar boek Mothers and Medicine. A Social History of Infant Feeding, 1890-1950 (1987: 16) dat in de negentiende eeuw de meerderheid van de kinderen borstgevoed werd in Amerika. Historicus Van Eekelen onderzocht de summiere gegevens over borstvoedingsgewoonten in Nederland. Omstreeks 1860 werd volgens een onderzoek door Coronel in Zeeland gemiddeld 67% van de kinderen gezoogd, maar er waren grote plaatselijke verschillen (1984: 219). Het was 'de plicht' van de vrouw haar kind te zogen. Men was toentertijd van mening dat: “Every mother ought to nurse her own child, if she is fit to do it (...) no woman is fit to have a child who is not fit to nurse it.” (Apple 1987: 3). Vrouwen die hun kind niet de borst wilden geven werden scherp veroordeeld, vrouwen die niet konden zogen waren meelijwekkend. Ook in Nederland vond men: “Misdadig zijn die moeders uit den gegoeden stand, die uit wereldsgezindheid hare kinderen het beste voedsel onthouden, ongelukkig zijn zij die niet kunnen zogen of wier zog onvoldoende is in hoeveelheid of hoedanigheid” (Van Eekelen 1984: 222). J. Vitringa Coulon schreef in 1841 over “schandelijk pligtverzuim” van “ontaarde schepsels” die de voeding en de verzorging van haar kind niet op zich wilden nemen (Van Eekelen 1984: 214). Moedermelk was het beste voor een kind, maar onderzoek had aangetoond dat de samenstelling daarvan wisselde. De kwaliteit van het zog was alleen maar gewaarborgd als de moeder zich hield aan een gezond dieet, regelmatig lichaamsbeweging en een rustige gemoedstoestand had (Apple 1987: 7 & 25). Dat de psychische gesteldheid van de moeder invloed heeft op de kwaliteit van de melk laat de volgende anekdote zien: een moeder wier man voor haar ogen werd aangevallen door een soldaat, gaf even later haar kind in opgewonden staat de borst. De baby overleed na enkele minuten in haar armen (Apple 1987: 6-7). In Europa (vooral Frankrijk) en in geringere mate in Amerika was het gebruikelijk om in de hogere en middenklasse een min in dienst te nemen. Maar omdat het erg moeilijk was een goede min te vinden, nam men ook wel zijn toevlucht tot kunstvoeding. Dit kwam niet heel veel voor en kunstgevoede baby’s achtte men ten dode opgeschreven (Apple 1987: 4).
[bewerk] Borstvoedingorganisaties
Voor het bezoeken van voorlichtingsavonden, het aanvragen van documentatie of bij vragen is het aan te raden om contact op te nemen met een borstvoedingorganisatie:
- Nederland: Vereniging Borstvoeding Natuurlijk, La Leche League Nederland
- Vlaanderen: Vzw Borstvoeding, Vereniging voor Begeleiding en Bevordering van Borstvoeding, La Leche League Vlaanderen
[bewerk] Bronvermelding
- Vereniging Borstvoeding Natuurlijk
- Borstvoedingorganisatie LLL
- Borstvoeding.com - Kenniscentrum Borstvoeding Nederland en België
- A. de Reede-Dunselman, Borstvoeding, een antwoord op veel vragen, de Kern, 2005
- Voedingscentrum veel gestelde vragen over borstvoeding
- Stefan Kleintjes, Eten voor de kleintjes - van borst tot boterham, Kosmos, derde druk 2007
- Fildes, Valerie (1986). Breasts, bottles and babies. A history of Infant Feeding. Edinburgh : Edinburgh University Press.
- Apple, Rima D. (1987). Mothers and Medicine. A Social History of Infant Feeding, 1890-1950. Wisconsin: University of Wisconsin Press.
- Blum, Linda M. (1999). At the breast: ideologies of breastfeeding and motherhood in the contemporary United States. Boston: Beacon Press.
- Carter, Pam (1995). Feminism, Breasts and Breast-Feeding. Londen: MacMilland Press.
- Van Esterik, (2002). Contemporary Trends in Infant Feeding Research. In: Annu. Rev. Anthropology. 31: 257-78 (AR reviews in advance. 1146/annurev.anthro.31.040402085428)
- Vanessa Maher (ed.). The anthropology of breast-feeding. Natural law or social construct. Oxford: Berg.
- Knecht-van Eekelen, A. de. (1984). Naar een rationele zuigelingenvoeding. Voedingsleer en kindergeneeskunde in Nederland (1840-1914). Proefschrift. Nijmegen: Thieme.
- Schiebinger, Londa (1993). Natures Body. Gender in the Making of Modern Science. Boston: Beacon Press.
[bewerk] Externe link
- Informatie van de Nederlandse overheid over borstvoeding
- Borstvoeding.com - Kenniscentrum Borstvoeding Nederland en België
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie Borstvoeding van Wikimedia Commons. |