Eicel
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
[bewerk] Dierlijke eicel
Een eicel, ook wel eitje of kort ei genoemd, is de vrouwelijke geslachtscel. In hogere dieren inclusief de mens worden eicellen gemaakt in de eierstokken. Een vrouw heeft bij de geboorte enkele duizenden eicellen in aanleg, waarvan er gedurende haar vruchtbare leven een paar honderd tot rijping komen.
De eicel is in tegenstelling tot de zaadcel niet zelf mobiel. Daarentegen bevat een eicel een grote hoeveelheid reservevoedsel om na de versmelting de zygote en het vroege embryo voor de eerste tijd van energie te voorzien. De eicel is door deze reserve de grootste cel van het organisme.
[bewerk] Plantaardige eicel
In het vruchtbeginsel van een plant kunnen één of meerdere zaadknoppen met elk een eicel voorkomen. Een eicel van een plant bevat in tegenstelling tot een dierlijke eicel minder reservevoedsel. Na bevruchting wordt bij dicotylen reserve voedsel opgeslagen in de kiemlobben en bij de monocotylen in het endosperm.
Voortplantingssysteem | |
---|---|
Vrouw: Eierstok (Ovaria) - Eileider (Tuba ovaria) - Baarmoeder (Uterus) - Baarmoederhals (Cervix) - Vagina (Schede) |
Levensfasen van de mens | |
---|---|
eicel · zygote · embryo · foetus · baby · peuter · kleuter · kind · puberteit · adolescent · volwassene · bejaarde · centenarian · sterving · dood · ontbinding |