Isabella I van Castilië
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
1451-1504 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koningin van Castilië en León | ||||||
|
||||||
Koningin-gemalin van Aragón | ||||||
|
||||||
|
Isabella I, bijgenaamd de Katholieke (Ávila, 22 april 1451 – Medina del Campo, 26 november 1504), was koningin van Castilië van 1474 tot aan haar dood. In het Spaans heet ze Isabel, in het Nederlands ook wel Elisabeth.
[bewerk] Biografie
Haar ouders waren Johan II van Castilië en Isabella van Portugal. Toen haar halfbroer Hendrik IV van Castilië (1454–1474) na Johans dood de troon besteeg, raakte Isabella actief betrokken in de politiek, omdat de meeste Kastiliaanse edellieden in 1465 in opstand waren gekomen tegen Hendriks wanbestuur. Diens broer Alfons werd eerst tot troonopvolger en vervolgens tot tegenkoning uitgeroepen, maar hij overleed onverwacht in 1468 en op dat moment trad Isabella op de voorgrond als kandidate van de ontevredenen. Haar kandidatuur werd gesteund door Johan II van Aragón, die er op aanstuurde dat zij met zijn zoon Ferdinand zou trouwen. Hendrik IV werd op 19 september 1468 gedwongen Isabella als opvolgster te erkennen, in het nadeel van zijn eigen dochter Johanna (bijgenaamd la Beltraneja, wier legitimiteit overigens betwijfeld werd).
Isabella's huwelijk met Ferdinand van Aragón werd voltrokken te Valladolid op 19 oktober 1469. Zij besteeg de troon op 11 december 1474, als opvolgster van Hendrik IV. Toen haar echtgenoot Ferdinand in 1479 koning van Aragón werd, was de feitelijke vereniging van beide koninkrijken tot stand gekomen, hoewel beide vorsten er nog een strikte taakverdeling op na hielden. Samen werden ze bekend als los Reyes Católicos (het katholieke koningspaar).
Isabella was streng katholiek en voerde diverse wijzigingen door. Op 31 maart 1492 tekende ze samen met Ferdinand het Verdrijvingsedict. Hierdoor werden de joden gedwongen zich te bekeren tot het christendom of te verhuizen uit Spanje. Hoewel velen zich bekeren, en zo hun eigendommen kunnen houden, vertrekken zo'n 160.000 - 400.000 marranos (ook te vertalen als zwijnen). Hun goud, zilver en geld wordt in beslag genomen.
In 1499 worden ook de moslims voor de keuze gesteld om te zich bekeren of te vertrekken. Honderdduizenden vertrekken uit Spanje en anderen laten zich dopen.
In haar religieuze politiek werd zij vooral bijgestaan en geadviseerd door twee opeenvolgende aartsbisschoppen van Toledo (Gonzalez de Mendoza en Jiménez de Cisneros). Door de buitenlandse politiek van haar echtgenoot (o.m. de herovering van Granada in 1492) en door Columbus' ontdekkingen van de nieuwe wereld (die vooral voor Castilië een goede zaak was) legden Isabella en Ferdinand de grondslag voor de Spaanse wereldheerschappij.
Uit haar huwelijk met Ferdinand van Aragón werden o.m. volgende kinderen geboren:
- Isabella (2 oktober 1470 - 23 augustus 1498), gehuwd met Emanuel I van Portugal
- Johan (28 juni 1478 - 4 oktober 1497) gehuwd met Margaretha van Oostenrijk
- Johanna (6 november 1479 - 12 april 1555), gehuwd met Filips de Schone
- Maria (29 juni 1482 – 7 maart 1517), gehuwd met Emanuel I van Portugal
- Catharina (15 december 1485 – 7 januari 1536), gehuwd met Hendrik VIII van Engeland
In haar persoonlijke gezinsleven werd Isabella tijdens haar laatste regeringsjaren zwaar getroffen, o.m. door het verlies van haar zoon Johan († 1497), haar dochter Isabella († 1498) en haar kleinzoon Michael († 1499). Toen Isabella van Castilië in 1504 overleed, werd zij in Castilië opgevolgd door haar dochter Johanna. Toen deze echter, na de dood van haar echtgenoot Filips de Schone (1506), in toenemende mate tekenen van zwakzinnigheid begon te vertonen, trok Ferdinand, op grond van de toestand van zijn dochter, de feitelijke macht in Castilië naar zich toe, als regent voor zijn minderjarige kleinzoontje Karel.
Isabella werd na haar dood samen met Ferdinand bijgezet in een praalgraf in de Koninklijke Kapel naast de Kathedraal van Granada, een rustplaats die zij zelf had uitgekozen. Veel kunstvoorwerpen uit haar persoonlijke bezit worden daar in de sacristie tentoongesteld.