Grootneerlandisme
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Grootneerlandisme is het staatkundige streven om Vlaanderen en Nederland te verenigen in een unitaire, federale of confederale staat, Groot-Nederland. Een andere benaming hiervoor is Dietsland. In de literatuur heet dit streven ook wel de "Groot-Nederlandse gedachte". Een Groot-Nederland zou 22 miljoen inwoners tellen, een oppervlakte van 54.900 km² (wat neer komt op een bevolkingsdichtheid van 401 personen/km²) en een BBP per hoofd van de bevolking van $ 28.700.[1]
Er bestaat een begripsverwarring met de term Heel-Nederland, waarbij de hereniging van België, Frans-Vlaanderen (in het jargon Zuid-Vlaanderen genoemd), Nederland en Luxemburg beoogd wordt. Heel-Nederlands wordt ook wel Bourgondicisme genoemd. Zie voor een toelichting hieronder de Opmerking.
Inhoud |
[bewerk] Vlag
Grootneerlandisten voeren meestal de Prinsenvlag, die in de Tachtigjarige Oorlog gebruikt werd door de aanhangers van Willem van Oranje, die werd gezien als de leider van de opstand. De Geuzen gebruikten deze voor het eerst, en deze waren overal in de Nederlanden actief (ook in Wallonië).
De Unie van Utrecht, dat het verbond was tussen de Nederlandstalige Nederlanden, gebruikte de vlag ook, en de latere Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden stelde de Prinsenvlag in als officiële vlag te land en ter zee. Daarom heeft de vlag historische waarde voor Grootneerlandisten. De vlag is vanouds ook gebruikt door orangisten, hetgeen eveneens geleid heeft tot begripsverwarring. Zie voor een toelichting hieronder de Opmerking.
[bewerk] Argumentatie
[bewerk] Pro
- Een groot pleitbezorger en autoriteit op dit gebied was Pieter Geyl (1887-1966) die in zijn werk 'Geschiedenis van de Nederlandsche Stam' (1925) poogde een historische lijn in de samenhang van het Nederlands taalgebied te schetsen. Nadien heeft hij - vóór de Tweede Wereldoorlog - zich actief ingezet om zijn ideaal ingang te doen vinden: een hereniging van het Nederlands taalgebied zou bij de Nederlandse volksaard passen.
Heden ten dage:
- De herschikking binnen de EU, waarin taalgebieden een belangrijkere rol zouden krijgen bij de indeling van het dagelijkse leven, als tegenwicht tegen de middelpuntvliedende kracht van één Europese markt, wordt als ondersteuning voor het streven gezien.
- Een historisch argument. Er wordt verwezen naar de Pacificatie van Gent en de Unie van Utrecht, waarin de Nederlandstalige staten van de Nederlanden zich verenigden en met het Plakkaat van Verlatinghe (ook wel genoemd: Acte van Verlatinghe) zich onafhankelijk van het Spanje van Filips II verklaarden.
- Professor Andries Postma haalt in een artikel[2] volgende argumenten aan:
- convergentie wat betreft stemgedrag. Opgemerkt kan worden dat hier het aandeel extreem-rechts een serieus tegenargument is.
- taalkundige convergentie dankzij de Nederlandse Taalunie en het Standaardnederlands
- economische convergentie dankzij fusies met o.a. Fortis Bank en ING, de doelstellingen van het VEV en de vereniging van de Kamer van Koophandel.
- convergentie in het onderwijs, dankzij de GENT-akkoorden.
- culturele convergentie als gevolg van het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (vòòr 1995 het Cultureel Verdrag België-Nederland), kritisch gevolgd door de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland, waardoor o.a.:
- convergentie in de media. Hierbij is onlangs de samenwerking gekomen tussen de TROS en de VTM. Ook werken de VRT en de NOS samen in BVN-TV. In 2005 werd ook Internet-radiostation Radio Mi Amigo 192 opgericht, een vanuit Nederland opererende vrije radio die zich beroept op de Vlaamse zeezender Radio Mi Amigo en daarom naast Nederlandse ook Vlaamse dj's in dienst heeft. Radio Popular volgde in 2006.
- De samenwerking van de twee wereldhavens Rotterdam en Antwerpen en de som van het BNP van Nederland en Vlaanderen (zie Lijst van landen naar BNP) resulteren in de tiende grootste economie ter wereld, groter dan die van de superstaten Rusland en India.
- D66 ziet voordelen voor de economie, de werkgelegenheid en het toerisme ("lekker-weg-in-eigen-land"), maar is tegelijk sceptisch over de wens hiertoe van zowel Vlamingen als Nederlanders. Het maakt dan ook geen deel uit van hun programma.
- Het Vlaams links-liberale spirit zoekt de samenwerking op taal- en cultuurgebied maar ziet daarin grote verschillen: waar Vlaanderen op die terreinen erg actief is, geldt dit voor Nederland op EU-vlak minder.
- Vlaams-nationalistische partij N-VA wil, aldus haar congresteksten, een bijkomende samenwerking organiseren met Nederland.
- Radicaal-Vlaamse en rechts-extremistische partij Vlaams Blok, in 2004 hernoemd als Vlaams Belang, heeft al jaren een losse samenwerking met allerlei kleine extreem-rechtse partijen, groeperingen en personen uit het Nederlandse die allemaal naar de hand lijken te dingen van de succesvolle Vlaamse partij. In haar grondbeginselen verklaart de partij een zo nauw mogelijke band na te streven met Nederland.[3]
[bewerk] Contra
- Verschil in godsdienst: Vlamingen en Nederlanders zouden te verschillend zijn en dan met name de religie van de koningshuizen die ook als staatsgodsdienst gold (tot de negentiende eeuw) en tegengesteld is. Dit argument is niet geheel steekhoudend, omdat er in Nederland tegenwoordig meer katholieken zijn dan calvinisten en dat het zuidelijke landsdeel, bestaande uit Noord-Brabant, Limburg, oostelijk Overijssel (Twente) en zelfs delen van Noord-Holland en Zeeuws-Vlaanderen een katholieke meerderheid hebben. Wel hadden de Rooms-katholieken - vanwege de erfenis van de Tachtigjarige Oorlog en het protestantse karakter van de regering van de Republiek - van oudsher een achtergestelde politieke positie die pas begin twintigste eeuw ingelopen is. Ook is dit argument tegenwoordig minder relevant vanwege het huwelijk van Willem-Alexander met de rooms-katholieke Máxima.
- Vlamingen en Nederlanders zouden een antipathie ten opzichte van elkaar vertonen: gewezen wordt op de grote cultuurverschillen tussen Nederland en Vlaanderen waarbij vooral gewezen wordt op de verschillen in volksaard en het politieke landschap: kosmopolitisme versus introspectie, progressivisme versus conservatisme, vrijmoedigheid versus behoedzaamheid. De laatste jaren lijken Vlaanderen en Nederland elkaar daarin sterk te gaan benaderen. Bovendien worden de verschillen tussen de Nederlandse landstreken en regionale bevolkingen vaak miskend; zo kan de Hollandse Randstedelijke volksaard niet als dé algemeen-Nederlandse beschouwd worden.
- Daarnaast lijkt Nederland ten opzichte van Vlaanderen te lijden aan een chronisch 1830-complex, papenhaat en een economisch gemotiveerd chauvinisme. In Vlaanderen lijkt men dan weer van tijd tot tijd de annexatieplannen uit 1919 en 1920 te koesteren als gevoelens van afkeer zich vooral uiten over kwesties die de haven van Antwerpen betreffen: de HST of HSL, de uitdieping van de Westerschelde en de revitalisering van de IJzeren Rijn-verbinding langs Weert, Roermond en door Nationaal Park De Meinweg, zoals uit de debatten in het Nederlands parlement in 2004 en 2005 bleek. In 2007 echter stemde de Tweede Kamer uiteindelijk toch in met de uitdieping van de Schelde, zodat dat twistpunt is opgelost.
- Een argument dat men vooral aan Nederlandse kant hoort, is dat in Vlaanderen inmiddels een kwart van de bevolking op extreem-rechts stemt, terwijl dat in Nederland veel minder is. Een populistische beweging naar rechts is in Nederland echter ook vast te stellen. Bovendien zien de Nederlanders hierbij vaak over het hoofd dat het extreemrechts stemgedrag in Vlaanderen in belangrijke mate wordt gevoed door separatistische sentimenten (splitsing van Vlaanderen en Wallonië). Onder de separatisten zijn zowel voorstanders van onafhankelijk Vlaanderen als van een Groot-Nederland.
[bewerk] Aanhangers en aanhang
De Groot-Nederlandse beweging ontstond aan het einde van de 19de eeuw. In België kwam de Nederlandstalige burgerij steeds meer in het geweer tegen de bevoorrechte positie van het Frans en de dienovereenkomstige achterstelling van het Nederlands door de overheid en in het openbare leven. De wens om de verbroken band tussen de Nederlandssprekenden te herstellen en de positie van het Nederlands in België te verbeteren leidde tot de oprichting van het Algemeen-Nederlands Verbond in 1895.
De Eerste Wereldoorlog verscherpte de tegenstellingen tussen Franstaligen en Nederlandstaligen in België door de misstanden binnen het Belgische leger. Het terugdraaien van maatregelen van de 'Flamenpolitik' van de Duitse bezetter, die onder andere de bestuurlijke scheiding tussen een Nederlands- en een Franstalig deel van België inhield, leidde tot een anti-Belgische reactie in de Vlaamse Beweging. De wens om af te scheiden van België en aan te sluiten bij Nederland werd sterker.
Het Algemeen-Nederlands Verbond kon aan het einde van de Eerste Wereldoorlog rekenen op een aanzienlijke aanhang in zowel Nederland als België, onder meer onder studenten. Onenigheid over de radicale koers van de Vlaamse Beweging leidde echter tot een afscheuring van de studentenafdelingen in het Diets Studenten Verbond. Tijdens het interbellum was de Groot-Nederlandse gedachte populair in Nederland en deze populariteit werd breed gedragen door alle zuilen heen.
De Tweede Wereldoorlog bracht niet alleen België maar ook Nederland onder Duitse bezetting. Even werd er geloofd dat de Duitsers een Groot-Nederlandse staat zouden toestaan. De Duitse bezetter, en met name de SS-stroming, zag echter niets in dit idee; men wenste een Groot-Duits ofwel Groot-Germaans Rijk waarin de verschillen tussen Duitse en Nederlandse bevolkingsgroepen miskend werden. Hitler verbood na verloop van tijd alle Groot-Nederlandse propaganda, en sommige groepen als Nederland Eén! gingen in het verzet tegen de nazi's. Vooraanstaande Groot-Nederlanders kwamen zelfs in een gevangenkamp terecht, zoals de Nederlandse professor Pieter Geyl en enkele Nederlandse leden van Verdinaso.
Na de oorlog kreeg de Groot-Nederlandse gedachte echter het stigma van collaboratie opgeplakt. Vele Vlaamse kopstukken van de Groot-Nederlandse gedachte voor 1940 hadden namelijk verregaand gecollaboreerd met de Duitsers, met name in het VNV, en hadden in contact gestaan met de NSB. De NSB had op haar beurt de term 'Diets' gekaapt en de prinsenvlag misbruikt voor haar eigen politieke doeleinden. Zodoende kwam de Groot-Nederlandse gedachte in een kwaad daglicht te staan in beide Benelux-staten.
Enkele decennia na de oorlog kwamen er in de politiek langzaamaan toch mensen die de gedachte opnieuw voorstelden. Eerst waren dit alleen radicale partijen, maar ook bij de gematigde partijen kreeg (en krijgt) het idee geleidelijk meer aandacht.
[bewerk] In de politiek
In de naoorlogse politiek hebben gematigde figuren zich eens of meermaals positief over dit idee uitgesproken. Deze zijn onder andere:
- de dominee Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard,
- Marcel Minnaert,
- Willy Kuijpers en Hugo Schiltz
- Hilbrand Nawijn (Partij voor Nederland)
in het verleden, en in het heden:
- Wetstraatjournalist Siegfried Bracke
- Nederlands journalist bij de Europese Unie Derk Jan Eppink,
- Jan Terlouw (D66),
- Sven Gatz (Open VLD) en Bert Bakker (D66), [4]
- Erik Jurgens (PvdA),
- Bart De Wever en Matthias Storme (N-VA),
- Bert Anciaux (spirit),
- Louis Tobback (sp.a),
- Axel Buyse (Vlaams Vertegenwoordiger in Nederland),
- Andries Postma (CDA) en
- Frits Bolkestein (VVD)
Politici die min of meer als radicaal worden gezien en het idee steunen zijn:
- Geert Wilders (PVV), zie ook verder in dit artikel
- Filip Dewinter (Vlaams Belang)
- Verscheidene leden van de Nationale Alliantie en de Nederlandse Volksunie
Op 12 mei 2008 liet Geert Wilders (PVV) in De Telegraaf weten dat hij een fusie van Nederland en Vlaanderen wel ziet zitten. Als voordelen noemt hij de haven van Antwerpen, het goede schoolsysteem in Vlaanderen, een extra luchthaven, verbeterende werkgelegenheid en lagere belastingen. Wilders stelt dan ook voor, als navolging van eerdere peilingen, referenda te houden in zowel Nederland als Vlaanderen over de fusie. Hij is niet van plan zo'n fusie aan de Vlamingen op te leggen, maar zegt dat Balkenende over dit onderwerp met zijn Vlaamse collega's moet gaan praten.[5] Balkenende reageerde hierop door te zeggen dat het "lot van België niet aan ons is".[6] Vanuit Vlaamse hoek reageerde Luc van der Kelen met de woorden dat hij blij was dat de Vlamingen welkom zijn, maar een fusie niet ziet zitten.[7] Het Vlaams Belang zei het pleidooi van Wilders te steunen, hoewel een onafhankelijk Vlaanderen de hoogste prioriteit heeft, zien ze de Federatie der Nederlanden als en logisch en wenselijk vervolg hiervan.[8] Yves Leterme reageerde op 13 juni 2008 in de Volkskrant met de woorden dat een fusie tussen België en Nederland 'science-fiction' is en dat Wilders te simplistisch denkt over de Belgische crisis. Leterme sprak wel zijn steun uit voor een verdere samenwerking in Benelux-verband, ook wilde hij een nauwere samenwerking met Noordrijn-Westfalen.[9]
[bewerk] Onderzoeken naar ondersteuning van de Groot-Nederlandse gedachte
Het Algemeen-Nederlands Verbond en het opgeheven Algemeen-Nederlands Congres bundelden velen aan beide kanten van de grens en 'in de diaspora' die een op taal en cultuur gebaseerde Groot-Nederlandse gedachte aanhangen. Ook in de Marnixring en de Orde van den Prince en onder de abonnees van Ons Erfdeel en Septentrion vindt men veel Groot-Nederlanders terug. Grensoverschrijdend gemeente-overlegorgaan BeNeGo bepleit op praktische gronden een Groot-Nederland.
Volgens een in het verleden door het Nederlandse dagblad De Telegraaf gehouden peiling onder 3500 lezers was een kwart van hen vóór het samengaan van Vlaanderen en Nederland. In Vlaanderen is de aanhang van de idee onduidelijker. Bij een onderzoek van Jaak Billiet van de Katholieke Universiteit Leuven uit 1999, bleek 1 à 2% van de Vlamingen gewonnen voor dit idee. Bij niet-representatieve opiniepeilingen op het internet lopen de resultaten uiteen: van 2% tot 51%.
Het ANP meldde op 21 augustus 2007 dat uit onderzoek van TNS NIPO[10] (in opdracht van RTL) blijkt dat ruim 85 procent van de Nederlanders een intensievere samenwerking met Vlaanderen wel ziet zitten. Sterker nog, bijna twee op de drie Nederlanders zijn vóór een samenvoeging van de twee gebieden. Meer dan 60 procent van de Nederlanders denkt dat beide landen beter worden van een fusie. Verder blijkt dat één op de vijf Nederlanders vindt dat de Oranjes de nieuwe staat moeten leiden, 16 procent vindt dat beide koningshuizen moeten worden afgeschaft en 17 procent vindt dat beide gebieden hun koningshuizen moeten behouden. Wel denkt 83 procent van de ondervraagden dat België ondanks alles zelfstandig zal blijven voortbestaan, tegenover 14 procent die denkt dat België zich zal splitsen. Een kwart van de Nederlanders steunt de gedachte dat Vlaanderen en Wallonië van elkaar moeten scheiden. Als reactie hierop voerden zowel VRT als de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws een internetpeiling uit in Vlaanderen. Beide tonen een uiteenlopend resultaat: VRT laat 36% optekenen, Het Laatste Nieuws 50,9% met 12,7% die die optie wil op latere termijn.
Een echt duidelijk patroon tekent zich dus niet af in de peilingen. Wel is er sinds 2007 in de media meer aandacht voor de idee. Dit komt onder andere door de 6 maanden durende politieke crisis die België heeft doorgemaakt, waardoor men meer naar alternatieven is gaan kijken. Sinds de vorming van de interim-regering is de discussie (voorlopig) weer gaan liggen.
[bewerk] Opmerking
[bewerk] Heel-Nederland
In de Vlaamse Beweging, bij de Vlaams-nationalisten, wordt de term Heel-Nederland gebruikt waar het volgens de definiëring in dit artikel Groot-Nederland zou moeten zijn. De schijnbare begripsverwarring heeft te maken met de perceptie van een volksnationalistische wereldbeschouwer: de Nederlandse natie zou zich definiëren als de volkseenheid die het Nederlands als taal hanteert. Daaruit volgt dat Nederland, Vlaanderen en ook Zuid- of Frans-Vlaanderen een organische eenheid vormen op grond van het Nederlandse volk dat daar al eeuwenlang verblijft.
Zie ook de opmerking over deze begripsverwarring bij Heel-Nederland.
[bewerk] Andere namen voor Groot-Nederland
Behalve Groot-Nederland (bedacht door Pieter Geyl) en Heel-Nederland door bovenstaande Vlaams-nationalisten (o.a. Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard), bestaan er nog andere namen voor de staat die Vlaanderen en Nederland zou moeten verenigen. Dietsland wordt ook vaak gebruikt. In feite is dit een variatie op Duitsland, wat te maken heeft met het begrip Diets, dat vroeger zowel 'Nederlands' als 'Duits' betekende. Vanwege mogelijke verwarring, en omdat deze benaming besmet is geraakt vanwege de collaboratiebewegingen in de Tweede Wereldoorlog (zie boven), is deze ongeschikt bevonden. De Verenigde Nederlanden wordt ook vaak genoemd, maar deze naam is dan weer lang.
[bewerk] Orangisme
De vlag leidt vaak tot verwarring met het begrip orangisme in Belgische zin. Veel orangisten zijn Groot-Nederlanders en vice versa, zeker sinds 1980. Orangisme is gericht op het Huis van Oranje-Nassau, grootneerlandisme echter op de meer staatkundige en culturele problematiek. Niettemin zijn de scheidslijnen in Vlaanderen vrij dun geworden, wegens de vermeende Fransgezindheid van de Belgische monarchie.
Een Groot-Nederlander kan streven naar een monarchie of Dubbelmonarchie, de terugkeer van het stadhouderschap, een republiek, een unie, een eenheidsstaat, een federatie of een confederatie. Dat alles kan natuurlijk desgewenst ook binnen de Benelux of de Europese Unie.
[bewerk] Zie ook
- Aldietse beweging
- Groot-Nederlandse gedachte
- Heel-Nederland
- Lage Landen
- Pan-nationalisme
- Rattachisme
[bewerk] Externe links
Bronnen, noten en/of referenties: |
|