Fernando Álvarez de Toledo
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Fernando Álvarez de Toledo, hertog van Alva (eigenlijk Alba, wat geen uitspraakverschil is), bijgenaamd de IJzeren Hertog (Piedrahíta (Ávila), 29 oktober 1507 — Lissabon, 11 of 12 december 1582) was een Spaans generaal en landvoogd van de Nederlanden aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Zijn bewind leidde tot een verheviging van de opstand in de Nederlanden en uiteindelijk tot het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop
[bewerk] Vroege loopbaan
Als kind kreeg Alva van zijn grootvader al les in de militaire krijgskunde. Keizer Karel V benoemde hem als één van de bevelhebbers tijdens het beleg van Tunesië (1535). In de volgende jaren was Alva meerdere malen met succes betrokken bij Spaanse veldtochten.
Hij vervulde ook diplomatieke en politieke missies voor Filips. In 1556 werd hij bij voorbeeld benoemd tot onderkoning van Napels, en in 1558 - 1559 voerde hij namens Spanje de onderhandelingen die leidden tot de Vrede van Cateau-Cambrésis.
[bewerk] Landvoogd der Nederlanden
1567
In augustus 1567 werd Alva door de toenmalige koning Filips II naar de Nederlanden gestuurd met een leger van 10.000 man en onbeperkte bevoegdheid om orde op zaken te stellen.
Aanvankelijk was Alva alleen ingehuurd als 'probleemoplosser', maar de zittende landvoogdes Margaretha van Parma was zo ontzet door zijn hardhandige optreden, dat zij in september aftrad en terugkeerde naar Italië. Alva volgde haar toen op als landvoogd. Directe aanleiding voor de benoeming van Alva was de Beeldenstorm. Volgens een anekdote had Alva tegen Filips II gezegd dat hij maximaal zes maanden nodig zou hebben om de opstand neer te slaan en dat er "enkel wat koppen moesten rollen".
Vrijwel direct na zijn aankomst in Brussel richtte Alva de Raad van Beroerten (=onlusten) op. Zijn komst deed vele edelen als Willem van Oranje op de vlucht slaan naar Duitsland of Engeland. Anderen, zoals Graaf Egmont, bleven om hun diensten aan de nieuwe landvoogd ter beschikking te stellen. Echter werden deze achterblijvers bijna allemaal gevangen genomen op verdenking van verraad.
1568
De gevluchte stadhouder Willem van Oranje besloot in overleg met zijn broers, Lodewijk en Adolf van Nassau, en Joost de Soete, om een inval te wagen in de Nederlanden (zie Oranje's eerste invasie). Joost de Soete probeerde 23 april Roermond in te nemen, maar moest vluchten. In de Slag bij Dalheim twee dagen later werd hij verslagen door Alva's soldaten.
Op 23 mei wisten de broers Lodewijk en Adolf echter in de Slag bij Heiligerlee de Spaansgezinde stadhouder Graaf Aremberg te verslaan. Alva was hierover woedend en liet 18 edelen onthoofden op de Grote Markt van Brussel. Twee populaire edelen, Graaf Egmont en Graaf Horne, werden later eveneens als voorbeeld publiekelijk onthoofd in Brussel. Willem van Oranje had daar ook bij moeten zijn, maar omdat hij tijdig gevlucht was, ontkwam hij eraan.
Na deze daad trok Alva met zijn leger naar het noorden en voorkwam dat Lodewijk de stad Groningen innam. Na een achtervolging werd Lodewijk alsnog verslagen in de Slag bij Jemmingen, waardoor deze tweede aanval ook was mislukt.
In oktober probeerde Willem van Oranje het met zijn eigen leger nogmaals; hij stak onverwachts de Maas over bij Stokkem en dreigde Maastricht in te nemen. Alva was wederom snel ter plaatse en wist Oranje tegen te houden (zie Slag op het Lanakerveld). Na deze mislukking marcheerde Oranje westwaarts, waar hij Alva bestreed in de Slag bij Geldenaken, die Alva won. Dit betekende het einde van Oranje's eerste invasie, en was voor Alva een grote overwinning.
1569-1571
Tenslotte voerde Alva de Tiende Penning in, een belastingmaatregel die tot grote woede leidde.
De Raad van Beroerten was met een staf van 170 man (in 1569) naar de maatstaven van die tijd erg efficiënt. Tijdens de vijf jaar van Alva's bewind werden zo'n 8.950 personen uit alle lagen van de bevolking ondervraagd en veroordeeld wegens verraad, ketterij of beide; verbeurdverklaring van goederen bij vermogende veroordeelden kwam veel voor. In totaal werden er meer dan 1.000 terechtgesteld. [1]
1572-1573
Al deze efficiëntie bleek echter volkomen contraproductief; de opstandelingen buitten het karakter van Alva's bewind uit in hun propaganda-pamfletten, waarvan een enorme impuls uitging voor de opstand in de Nederlanden. De opstandelingen veroverden met behulp van de geuzen diverse steden in de Nederlanden, waarvan de Inname van Den Briel op 1 april 1572 de bekendste is. Alva en zijn zoon Don Frederik slaagden er wel in om grote delen terug te veroveren.
Op 2 oktober 1572 plunderden en moordden de Spanjaarden onder zijn leiding in de Zuid-Nederlandse stad Mechelen, nadat er daar in de maand september voordien even een niet-katholiek bestuur aan het bewind was geweest. Op 15 november van dat jaar onderging het Noord-Nederlandse Zutphen een dergelijk lot.
In juli 1573 werd Haarlem, na een zwaar beleg van meer dan een jaar ingenomen, onder leiding van Alva's zoon Fadrique Álvarez de Toledo, waarbij Kenau Simonsdochter Hasselaer haar faam vestigde; bij het beleg van Alkmaar begon, zoals dat spreekwoordelijk ging heten, de victorie voor de opstandelingen; na twee afgeslagen bestormingen weigerden de onderbetaalde troepen, die bij Haarlem ook al zulke verliezen hadden geleden, een bevel voor een derde bestorming op te volgen en het beleg werd afgebroken. De Watergeuzen verweerden zich succesvol in een drietal zeeslagen tegen Spaanse schepen. Vanwege deze tegenslagen en zijn kwetsbare gezondheid diende Alva bij Filips II zijn ontslag in. Dit werd in december 1573 door Filips II geaccepteerd. Alva werd opgevolgd door Don Luis de Requesens.
[bewerk] Spanje en Portugal
Na zijn terugkeer werd hij aanvankelijk als held binnengehaald door Filips II, maar door een liefdesaffaire van zijn zoon Don Fradrique werd ook Alva zelf in opspraak gebracht. Alva werd verbannen van het hof en bracht zijn tijd door in het kasteel van Uceda. Daar zou hij twee jaar verblijven. Alva bleek in 1580 weer onmisbaar voor Filips, toen Portugal in verzet ontstond tegen Filips' aanspraak op de Portugese troon. Alva werd benoemd tot opperbevelhebber. Na de Slag bij Alcântara (1580) nam hij Lissabon in, verdreef de leider van de opstand en droeg Portugal over aan Filips II.
Alva stierf kort na het neerslaan van de opstand in Portugal in december 1582.
Voorganger: Margaretha van Parma |
Landvoogd van de Nederlanden 1567-1573 |
Opvolger: Luis de Zúñiga y Requesens |
[bewerk] Trivia
- Hij vervult de rol van slechterik in het Suske en Wiske album Het Spaanse spook
- De houten dukdalf paaltjes ontlenen waarschijnlijk hun naam aan de Hertog van Alva (Duc d'Alve)
[bewerk] Referenties
- ^ De Republiek 1477 - 1806, J.I. Israel, 1996