Fadrique Álvarez de Toledo
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Don Fadrique Álvarez de Toledo (Lissabon, 21 september 1537 - aldaar, 11 december 1583), hertog van Huescar en hertog van Alva, doorgaans aangeduid als Don Frederik, was een Spaans bevelhebber van infanterie ten tijde van het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Hij is vooral bekend als leider van de troepen tijdens de veroveringen van Mechelen, Zutphen, Naarden en Haarlem (zie Don Frederiks veldtocht). Ook was hij aanvoerder van de Spaanse troepen tijdens het beleg van Alkmaar.
Don Frederik werd in 1537 geboren als tweede zoon van Don Fernando Álvarez de Toledo, hertog van Alva. Over de jeugd van Don Frederik is weinig bekend. Wel is bekend dat hij maar weinig vrienden had en vele vijanden. Een groot deel van de machthebbers in Spanje, waaronder koning Filips II, had ronduit een hekel aan hem. Hij zou in 1566 in het geheim getrouwd zijn met Magdalena de Guzmán. Filips II was zo kwaad over dit huwelijk dat hij Magdalena in een klooster liet plaatsen en Don Frederik naar Afrika liet verbannen. Het lukte de hertog van Alva echter om zijn zoon naar de Nederlanden te krijgen en hij maakte hem direct opperbevelhebber van de infanterie. Mogelijk hoopte Alva dat door militaire successen zijn zoon weer in genade zou worden opgenomen door Filips II.
In de Nederlanden viel Don Frederik op door zijn bloedige veroveringen van steden: in Mechelen, Zutphen, Naarden en Haarlem werd door de Spaanse veroveraars vreselijk huisgehouden. Volgens sommige historici was dit een wanhopige poging om eerherstel te krijgen.
Nadat Don Frederik het beleg van Alkmaar moest opgeven doordat de dijken werden doorgestoken, was het snel afgelopen met Don Frederik. De hertog van Alva werd vervangen door Don Luis de Requesens en keerde met zijn zoon terug naar Spanje. In Spanje kreeg vooral Don Frederik de schuld van de nederlaag: de hertog van Alva stond nog in een hoog aanzien en het was voor de tegenstanders van Alva veel makkelijker de pijlen te richten op de veel kwetsbaardere zoon. Don Frederik werd bij thuiskomst niet door Filips II ontvangen en direct verbannen van het hof. Enkele jaren later werd hij zelfs vastgezet in een kasteel. Eenmaal gevangen ging de anti-propaganda door: zijn vijanden probeerden hem keer op keer in diskrediet te brengen.
Vanaf 1573 ging het slecht met de gezondheid. Hij stierf uiteindelijk tien jaar later.