Glaucoom
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts |
Glaucoom | |
ICD-10 | H40 - H42 |
ICD-9 | 365 |
|
Glaucoom of (zeer verouderde benaming) groene staar is een aandoening waarbij een verhoging van de druk in de oogbol onbehandeld tot gezichtsvelduitval en uiteindelijk tot blindheid leidt. Er bestaat echter ook een vorm van glaucoom waarbij de oogdruk ogenschijnlijk normaal is, maar toch tot karakteristieke aantasting van de gezichtzenuw leidt, het normale-drukglaucoom. De ziekte treedt meestal na het veertigste levensjaar op en verloopt meestal sluipend; langzamerhand vallen delen van het perifere gezichtsveld uit, wat door de lijder meestal niet opgemerkt wordt. Het centrale zien blijft lang intact.
[bewerk] Oorzaken
Bij glaucoom wordt de druk in de oogbol te hoog als gevolg van een verhoogde productie danwel vertraagde afvoer van kamervocht. Bij gezonde ogen ligt de oogdruk tussen de 10 en 21 mmHg. Bij een druk hoger dan 21 mmHg is de kans op het ontstaan van schade van de oogzenuw en derhalve van glaucoom verhoogd. De oorzaak van de verhoogde oogboldruk is niet altijd duidelijk.
Er is ook een vorm van glaucoom die acuut kan optreden, door het plotseling afsluiten van de natuurlijke afvoer van het oogvocht, die zich in de kamerhoek bevindt, waar de iris aan de rand bijna tegen de cornea aanligt. Het wordt vaak uitgelokt door omstandigheden met een wijde pupil (vaak 's nachts, soms na druppelen met pupilverwijdende oogdruppels). Dit is meestal heftig pijnlijk met fotofobie, roodheid, en tranen van het oog. Dit kan spontaan optreden of als late complicatie bij een aantal andere oogaandoeningen. Het is een indicatie voor een spoedconsult bij een oogarts. Glaucoom kan echter ook voorkomen als gevolg van traumata, intraoculaire bloedingen of worden geïnduceerd door medicijngebruik (door bijvoorbeeld corticosteroïden).
Als gevolg van de verhoogde oogboldruk worden de zenuwvezels van de gezichtszenuw langzaam aangetast. Omdat met name het perifere gezichtsveld uitvalt, dat relatief gezien slechts weinig bijdraagt aan het zien, valt glaucoom in de beginperiode niet of nauwelijks op. Naarmate het centrale gezichtsveld in gevaar komt, wordt het gezichtsveldverlies opgemerkt. Afhankelijk van de oorzaak van glaucoom kunnen beide ogen aangedaan zijn; meestal is er een verschil in ernst van de gezichtsvelduitval tussen beide ogen.
[bewerk] Behandeling
Behandeling is mogelijk met oogboldrukverlagende geneesmiddelen, en als dat niet helpt door een operatie. Middelen als pilocarpine in druppels of als gel bevorderen de afvoer van vocht in de voorste oogkamer door de pupil te verkleinen (miotica) waardoor de kamerhoek open wordt getrokken. Betablokkers zoals timolol verminderen de productie van dit vocht; koolzuuranhydraseremmers zoals acetazolamide remmen de productie; alfablokkers verhogen zowel de afvoer als remmen de productie; prostaglandine-analogen verhogen de afvoer weer. Reeds verloren gegane delen van het gezichtsveld komen hiermee niet terug; behandeling dient alleen om erger te voorkomen. Bij een operatie wordt een kunstmatige afvoer gecreëerd; dit kan op verschillende manieren.
Om deze reden zou eigenlijk bij iedereen boven de 40 jaar, zeker als glaucoom in de familie voorkomt, af en toe de oogboldruk moeten worden gemeten. Naast oogartsen hebben ook veel opticiens hiervoor de apparatuur in huis. Tenslotte komt het ook wel eens voor dat de afwijkingen die bij glaucoom worden gezien optreden zonder dat de oogboldruk meetbaar verhoogd is.
zie ook Grijze staar |