Noradrenaline
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Noradrenaline (ook norepinefrine of levarterenol) is een in het lichaam voorkomende neurotransmitter of hormoon, die een sterk opwekkende werking geeft. Als neurotransmitter komt hij voor in de hersenen (zie locus coeruleus), en in de zenuwuiteinden van het sympatische of orthosympatisch zenuwstelsel. Als hormoon wordt hij in het bijniermerg geproduceerd, waar de werking vergelijkbaar is met adrenaline
Over het algemeen voelen mensen met te weinig noradrenaline zich depressief en mensen met een teveel aan noradrenaline euforisch, gespannen, angstig of opgewonden. Dit hangt af van de stemming en/of van andere neurotransmitters, zoals onder andere serotonine.
Inhoud |
[bewerk] Vorming
- Fenylalanine wordt gehydroxyleerd. Hieruit ontstaat...
- Tyrosine wordt gehydroxyleerd. Hieruit ontstaat...
- L-Dopa wordt gedecarboxyleerd. Hieruit ontstaat...
- Dopamine wordt gehydroxyleerd. Hieruit ontstaat...
- Noradrenaline
Na methylering van noradrenaline kan nog adrenaline ontstaan.
[bewerk] Werking
Er zijn vijf typen adrenerge receptoren, α één en twee, en β één, twee en drie. De α-receptoren werken op de vaten en interne organen, de β-receptoren op het hart, hersenen, longen, alvleesklier en vetweefsels.
Dopa, dopamine, noradrenaline en adrenaline hebben elk verschillende eigenschappen met betrekking tot het stimuleren van de verschillende adrenerge receptoren.
Noradrenaline IV heeft overwegend een α 1+2, en β 1-receptorstimulerend effect. Het stimuleert de ionotropie (pompwerking) van het hart, vernauwt zowel de bloedvaten naar de interne organen als naar de periferie (skeletspieren). Netto resultaat is een bloeddrukverhogende werking. Ook vermindert het de spijsvertering. Bij hogere doseringen ontstaat pupilverwijding (een α 1 effect).
Noradrenaline IV wordt op de intensive-care gebruikt om (met name septische) shock te behandelen, het kan puur niet in een gewoon vat gespoten worden en wordt altijd over een centrale lijn gegeven.
Noradrenaline en adrenaline worden door het lichaam erg snel afgebroken (enkele minuten); het lichaam reageert met deze stoffen op stresssituaties. De bloeddruk stijgt en de spijsvertering wordt tijdelijk uitgezet. Het bloed is dan beschikbaar voor de hersenen en voor spieren die worden gebruikt. (De vaten in de spieren gaan pas weer open staan door lokale warmte en CO2-productie; maar zijn in principe door adrenerge stimulatie "geknepen".)
Methylxanthines zoals cafeïne, theobromine, etcetera kunnen de receptoren voor noradrenaline versterken en zorgen voor een krachtiger effect. Drugs zoals cocaïne en amfetamine stimuleren (ieder op een verschillende manier) de werking van noradrenaline.
[bewerk] Toepassing
Noradrenaline wordt toegediend bij hypotensie (bloeddrukverlaging) ten gevolge van een shock. Het mag echter niet worden geïnjecteerd als bij een narcose cyclopropaan of halothaan is gebruikt.
Bij depressie kunnen medicijnen gebruikt worden die de werking van noradrenaline stimuleren, zoals monoamino-oxidaseremmers. Bij hyperkynesie, hyperactiviteit, ADHD of ADD wordt soms Ritalin (Rilatine) voorgeschreven, dat de heropname van noradrenaline remt.
[bewerk] Klachten bij overdosis
- Fotofobie (lichtovergevoeligeheid)
- Hevig zweten
- braken
- Keelpijn
- Retrosternale pijn (pijn achter het borstbeen)
- Bloeddrukverhoging
- Hersenbloedingen
- Convulsies (spierschokken)
[bewerk] Zie ook
Neurotransmitters | |
---|---|
Acetylcholine (ACh) - Adrenaline - Anandamide - Asparaginezuur (Asp) - β-lipoproteïne - Bombesine - Cholecystokinine (CCK) - Corticotropine (ACTH) - Dimethyltryptamine - Dopamine (DA) - Dynorfine - Endorfine - Enkefaline - γ-aminoboterzuur (GABA) - Gastrine - Glucagon - Glutaminezuur (Glu) - Glycine (Gly) - Histamine - Koolstofmonoxide (CO) - Leumorfine - Melatonine - Motiline - Neurofysine I - Neurofysine II - Neurokinine A - Neurokinine B - Neuropeptide A - Neuropeptide γ - Neuropeptide Y - Noradrenaline - Oxytocine - Peptide YY - Secretine - Serotonine (5-HT) - Somatostatine - Stikstofoxide (NO) - Substantie P - Vasopressine |