Lie-groep
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het wiskundige begrip Lie-groep of Liegroep werd door Sophus Lie ingevoerd (hij sprak van continue transformatiegroep) om continue symmetrieën te modelleren. Een voorbeeld van een continue symmetrie is "rotatiesymmetrie": een vorm die ongewijzigd blijft bij wenteling. Een voorbeeld van een niet-continue (discrete) symmetrie is "spiegeling": een vorm die ongewijzigd blijft als links en rechts verwisseld worden.
Inhoud |
[bewerk] Definitie
Een Liegroep is een verzameling G waarop een groepsbewerking gedefinieerd is, en die tegelijk ook een gladde variëteit is (-manifold, zie ook differentiaalmeetkunde). De groepsbewerking en de -structuur moeten compatibel zijn in de zin dat de afbeelding een gladde afbeelding is tussen variëteiten.
[bewerk] Voorbeelden
- is een abelse Liegroep.
- is een abelse Liegroep voor de vermenigvuldiging van complexe getallen. Hij modelleert het hierboven geciteerde begrip "rotatiesymmetrie" in het complexe vlak.
- Als G en H Liegroepen zijn, dan bestaan standaardconstructies om van het cartesisch product zowel een groep als een gladde variëteit te maken, en het is niet moeilijk in te zien dat dit opnieuw een Liegroep vormt.
- De complexe getallen verschillend van 0 vormen een abelse groep voor de vermenigvuldiging. Dit is een Liegroep die isomorf is met S1× via het isomorfisme
- De algemene lineaire groep GL(n,K) over een lichaam K bestaat uit de vierkante n×n-matrices over K waarvan de determinant verschillend is van 0 (reguliere matrices). De groepsbewerking is het (niet-commutatieve) product van matrices. Voor en heeft hij de structuur van een Lie-groep (met reële dimensie n2 resp. 2n2).
- De algemene lineaire groep heeft als centrum de ondergroep die bestaat uit de omkeerbare veelvouden van de eenheidsmatrix. De factorgroep heet projectieve linaire groep of projectieve algemene lineaire groep:
- PGL(n,K) = GL(n,K) / Z(GL(n,K))
- Informeel zijn dit de "lineaire transformaties op een schaalfactor na". De reële projectieve lineaire groep is een (n2-1)-dimensionale Liegroep. De complexe projectieve lineaire groep is een (2n2-2)-dimensionale Liegroep.
- De orthogonale groep O(n) is de deelgroep van GL(n,) die bestaat uit de orthogonale matrices, dit zijn matrices die de inverse zijn van hun getransponeerde:
- O(n) is onsamenhangend: hij valt uiteen in twee samenhangscomponenten, de rotaties en de rotatie-inversies. De eersten hebben determinant 1, de laatsten hebben determinant -1. De rotaties vormen een samenhangende deelgroep van O(n), genaamd speciale orthogonale groep en genoteerd SO(n).
- SO(2) is in alle opzichten (groep en variëteit) gelijkwaardig met S1 via het volgende isomorfisme van Liegroepen:
- waar en het reële resp. het imaginaire deel van een complex getal aanduiden.
- De unitaire groep U(n) is de deelgroep van GL(n,) die bestaat uit de unitaire matrices, dit zijn matrices die de inverse zijn van hun hermitisch getransponeerde (transponeren, en vervolgens elk complex getal vervangen door zijn toegevoegd complex getal):
- De determinant van een unitaire matrix is een complex getal met absolute waarde 1. Het bijzondere geval U(1) is opnieuw S1.
- Voor n>1 is U(n) niet enkelvoudig. Hij heeft als (samenhangende) normaaldeler de speciale unitaire groep SU(n), dit zijn de unitaire matrices met determinant 1.
- De speciale lineaire groep SL(n,K) over een lichaam K bestaat uit de vierkante n×n-matrices over K waarvan de determinant 1 is. Voor en heeft hij de structuur van een Lie-groep (met reële dimensie n2-1 resp. 2n2-2).
- De symplectische groep Sp(2n,K) over een lichaam K bestaat uit de vierkante 2n×2n-matrices M over K met de eigenschap
- In deze formule betekent MT de getransponeerde matrix van M, en In is een n×n-eenheidsmatrix.
- De symplectische groep is een deelgroep van de speciale lineaire groep SL(2n,K). Voor en is hij een Lie-groep (met reële dimensie n(2n+1) resp. 2n(2n+1)).
[bewerk] Veralgemening
Als er geen behoefte bestaat om aan de groepselementen coördinaten toe te kennen, dan kan continue symmetrie ook worden gemodelleerd door het algemene begrip topologische groep. Elke Lie-groep is een topologische groep, maar niet andersom.
[bewerk] Lie-algebra van een Liegroep
Zij G een Liegroep. Met iedere vector uit TGe, de raakruimte aan G in het neutraal element e, komt een invariant vectorveld X overeen. De waarde van X boven een willekeurig punt wordt bekomen door de differentiaal van de afbeelding "linkse samenstelling met g" toe te passen op :
De Liehaak van twee invariante vectorvelden is opnieuw een invariant vectorveld. Hij maakt van de reële vectorruimte der invariante vectorvelden op G een (niet-associatieve) algebra, meer bepaald een Lie-algebra.
Intuïtief meet de Liehaak het "infinitesimale tweede-orde effect" van een kleine verschuiving in de richting van X, gevolgd door een kleine verschuiving in de richting van Y, gevolgd door een kleine verschuiving in de richting van − X, gevolgd door een kleine verschuiving in de richting van − Y.
De Lie-algebra van een Liegroep voldoet aan de definiërende voorwaarden van een abstracte Lie-algebra.
[bewerk] Voorbeelden
De Lie-algebra van is de vectorruimte met als productbewerking de constante 0: een zogenaamde abelse Lie-algebra.
De Lie-algebra van is de vectorruimte der vierkante reële -matrices, met als productbewerking de ringcommutator:
De Lie-algebra van O(n) is dezelfde als die van SO(n), namelijk: de scheefsymmetrische vierkante reële -matrices:
De productbewerking is opnieuw de ringcommutator. Het is niet moeilijk na te gaan dat de commutator van scheefsymmetrische matrices opnieuw scheefsymmetrisch is:
De Lie-algebra van bestaat uit de reële -matrices met spoor 0, d.w.z. . Analoog voor .
[bewerk] Eenparameter-deelgroepen
Een éénparameter-deelgroep van een Liegroep G is een glad groepshomoformisme van de Liegroep naar G
Voor elke rakende vector in de raakruimte TGe bestaat er een uniek glad groepshomomorfisme waarvan de afgeleide in 0 gelijk is aan . De exponentiële afbeelding is de afbeelding exp van de Lie-algebra van G naar G zelf die met ieder invariant vectorveld het groepselement φ(1) associeert.
De benaming "exponentiële afbeelding" wordt verantwoord door de eigenschap
De Lie-algebra van G is een eindigdimensionale reële vectorruimte, en kan dus op natuurlijke wijze als gladde variëteit worden opgevat. In die zin is de exponentiële afbeelding glad, en lokaal diffeomorf in de omgeving van 0.
[bewerk] Haarmaat
Een lokaal compacte Liegroep beschikt altijd over een linksinvariante maat, dit is een maat μ op de Borelstam van G (de sigma-algebra voortgebracht door de open verzamelingen van G) met de eigenschap dat
(evenals de impliciete veronderstelling dat μ niet constant 0 is).
Deze maat is sigma-eindig (eindig bij een compacte Liegroep) en heet Haarmaat van G, genoemd naar de Hongaar Alfred Haar. Ze is uniek op een reële factor na.
Er bestaat natuurlijk ook een rechtsinvariante maat μR, eveneens uniek op een coëfficiënt na. Als G niet abels is, hoeven de links- en rechtsinvariante maten geen veelvoud van elkaar te zijn. Er bestaat echter wel een meetbare functie , modulus of modulaire functie genoemd, met de eigenschap dat
Niet alleen abelse Liegroepen, maar ook compacte Liegroepen zijn unimodulair in de zin dat Δ een constante is, d.w.z. dat rechtsinvariante maten eveneens linksinvariant zijn.
De Haarmaat van welbepaalde Liegroepen ligt aan de basis van de meetkundige maattheorie ofte probabilistische meetkunde, om zin te geven aan begrippen zoals "de gemiddelde dikte van een convexe figuur" of "de kans dat een willekeurige rotatie van een kegel om zijn top, een gegeven vlak snijdt".
Aan de hand van de Haarmaat definieert men ook de convolutie van twee functies op G.