Kubus (ruimtelijke figuur)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Kubus / Zesvlak
Type	Platonisch lichaam
Zijden	vierkanten
Zijvlakken	6
Hoekpunten	8
Ribben	12
Opengesneden zesvlak
Zijvlakken per hoekpunt	3
Ribben per zijvlak	4
Duale vorm	achtvlak
De vijf platonische lichamen: Viervlak - Zesvlak - Achtvlak - Twaalfvlak - Twintigvlak

Een kubus of hexaëder is een regelmatig veelvlak dat bestaat uit zes vlakken die alle vierkanten zijn. Een kubus komt in het dagelijks leven vaak voor, dit komt doordat de kubus een regelmatig figuur is en doordat de kubus kan worden gestapeld zonder tussenruimte.

[bewerk] Eigenschappen

Een kubus is een balk met gelijke ribben en heeft daarom zes vlakken die alle vierkanten zijn, en twaalf ribben en acht hoekpunten.

De inhoud van een kubus wordt berekend door de formule l³, waarbij l de lengte van een ribbe is.

De oppervlakte van een kubus wordt berekend door 6 × l², waarbij l de lengte van een ribbe is.

De diagonaal van een kubus wordt berekend door de formule , waarbij l de lengte van een ribbe is. Deze formule is ontstaan door de stelling van Pythagoras 2 keer uit te voeren.

Een kubus kan gestapeld worden zonder tussenruimte, in tegenstelling tot veel andere ruimtelijke figuren.

[bewerk] Gebruik dagelijks leven

Een kubus komt in het dagelijks leven vaak voor. Een bekend voorbeeld hiervan is de dobbelsteen. Het voordeel van het gebruik van een kubus als dobbelsteen is het feit dat een kubus een regelmatige veelvlak is, wat de kans dat een dobbelsteen op een vakje komt, even groot maakt. Een ander voordeel is het feit dat een vakje 'boven' komt te liggen (in stilstand), bij sommige andere regelmatige veelvlakken (bijvoorbeeld de tetraëder) is dit niet het geval. In ieder geval is de kubus het regelmatig veelvlak met de minste zijden, waarbij één der vlakken boven ligt, waardoor het makkelijker is waar te nemen welk getal boven ligt. Als laatste is zes een gangbaar getal, het volgende regelmatige veelvlak waarbij één der vlakken boven ligt zou de dodecaëder (twaalfvlak) zijn, een minder gangbaar getal binnen de spellen. Wanneer men toch de reeks van één tot twaalf nodig heeft, gebruikt men veelal twee dobbelstenen, zoals bij Monopoly. Dit houdt wel in dat de één nooit kan vallen. Wanneer men met twee dobbelstenen hetzelfde getal werpt, heeft dit vaak een aparte spelsituatie tot gevolg. Bij Monopoly mag men bijvoorbeeld nogmaals werpen, wanneer men met de beide dobbelstenen hetzelfde getal werpt.

Een kubus wordt vaak gebruikt voor vervoer en opbergen. Een voordeel van de kubus is het feit dat er bij stapelen van identieke kubussen geen tussenruimtes behoeven te zijn, dit in tegenstelling tot veel andere ruimtelijke figuren. Dit maakt de kubusvorm, bij een schaarste aan ruimte, handig bij opbergen. Gebouwen zijn veelal ook in een kubus of aanverwanten (een veelvlak bestaande uit rechthoeken en vierkanten, kortom een balk) gebouwd. De voordelen hiervan zijn dat het alle ruimte gebruikt en dat het gebouw recht omhoog gebouwd kan worden, wat voordelen biedt met betrekking tot de lichtinval. Een ander voordeel is het bepaalde gebruik van materialen. Zo kan men bakstenen voor elk huis gebruiken, groot of klein, maar bij een rond huis zouden voor een groter huis andere bakstenen moeten worden gebruikt dan voor een klein huis.