Krak des Chevaliers
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
|
Coördinaten | 34°45'N 36°17'E |
De Krak des Chevaliers (Arabisch: قلعة الحصن Qalacat al-Husn of حصن الأكراد Hisn al-Akrād) is een burcht in Noord-Syrië bij Tripoli. De Krak is hét symbool van de kruistochttijd en was een steunpunt van de Hospitaalridders, die meer bekend zijn onder hun latere naam 'Maltezer Orde'. De naam 'Krak' komt uit het Syrisch, een oude vorm van Aramees, en betekent 'burcht'. Het ligt op een 650 meter hoge heuvel en controleert de destijds enige weg van Antiochië naar Beiroet.
[bewerk] Ontwerp
Een eerste vesting op de plaats werd in 1031 opgericht voor de emir van Aleppo. De versterking werd tijdens de Eerste Kruistocht veroverd door Raymond IV van Toulouse, en in 1144 werd ze aan de Hospitaalridders gegeven. Deze orde herbouwde het tot een machtig kasteel, de grootste kruisvaardersburcht van het Midden-Oosten, met een binnengebouw en daaromheen een losstaande buitenmuur van drie meter dik, voorzien van zeven torens. In één van de torens woonde de Grootmeester van de Hospitaalridders, en in het kasteel was plaats voor een zestigtal volledig uitgeruste ridders en zo'n 2000 soldaten. In het binnenkasteel was een kapel, een ontvangsthal, een 120 meter lange opslagruimte en twee grote stallen, met ruimte voor 2000 paarden. De Krak was gereed in 1170, en is een voorbeeld geworden voor het ontwerp van vele burchten in Europa.
[bewerk] Belegeringen
Het kasteel is enkele malen zonder succes belegerd, onder andere door Nur ad-Din en zijn opvolger Saladin. In 1271 werd het met een truc veroverd door de Mammelukken onder leiding van sultan Baibars, die het nog verder versterkte en de kapel verving door een moskee.
[bewerk] Werelderfgoed
In juli 2006 werd deze nog altijd bijzonder imposante burcht door UNESCO op de lijst van het Werelderfgoed geplaatst samen met het complex te Qal'at Salah El-Din.
Werelderfgoed in Syrië | |
---|---|
Aleppo · Bosra· Damascus · Kasteel van Saladin · Krak des Chevaliers · Palmyra (Syrië) |