Kasteel van Chambord

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het kasteel van Chambord (Château de Chambord) is een kasteel bij Chambord in het departement Loir-et-Cher, in de Loire-streek in het midden in Frankrijk. Het is één van de kastelen van de Loire.

Het kasteel is het grootste en waarschijnlijk het beroemdste kasteel aan de Loire. Het ligt bij de stad Blois bij de rivier de Cosson in de Sologne aan de rand van het Forêt de Boulogne in het bosrijke natuurgebied Réserve Nationale de Chasse. Het kasteel telt 440 kamers, 365 torens en 1036 ramen. Het domein is 5500 hectare groot, groter dan de agglomeratie Parijs, en is volledig omringd door een 32 kilometer lange muur.

Het kasteel van Chambord staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO.

Achterzijde van het kasteel van Chambord

[bewerk] Geschiedenis

Chambord is een 16e eeuws jachtkasteel. Koning Frans I van Frankrijk begon in 1519 met de bouw. Bij het ontwerp zou waarschijnlijk onder anderen ook Leonardo da Vinci betrokken zijn geweest. In 1519 werkten er 2000 arbeiders aan. Na 20 jaar waren de parterre en de eerste verdieping gereed. Hendrik II en zijn echtgenote Catharina de' Medici gingen door. Hendrik IV liet het liggen en zijn zoon Gaston d'Orléans zette het werk voort.

Tijdens de Franse revolutie werd het oorspronkelijke meubilair een deel van de vloeren (voor bouwmateriaal gesloopt), geveild en een groot deel van de cassette-deuren opgestookt.

In de 18e eeuw was er weinig activiteit, maar werd soms bewoond, onder meer door de Poolse koning Stanislas I en de Franse maarschalk Maurice de Saxe. In 1821 is het aangekocht voor Henri d'Artois, kleinzoon van Karel X, die de titel voerde: 'Graaf van Chambord'. Negen jaar later vertrokken ze in ballingschap en stond het weer lange tijd leeg, tot in 1930 de Franse staat eigenaar van het kasteel werd en een begin kon worden gemaakt met het herstel. Sinds 1932 is het Frans staatsdomein.

In 1939, kort voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werden de kunstverzamelingen van het Louvre (waaronder de Mona Lisa en Venus van Milo) en de stukken van het museum van Compiègne in Chambord veiliggesteld. Een Amerikaanse bommenwerper stortte neer op het gazon van het kasteel op 22 juni 1944.

Na 1945 heeft een grootscheepse restauratie Chambord veel van zijn oorspronkelijke karakter teruggegeven. Het kasteel wordt vandaag de dag door een gigantische hoeveelheid touristen bezocht.

[bewerk] Ligging

Het kasteel is het hele jaar geopend. Het is bereikbaar via de A10 vanuit Orléans via Blois over de N152.

[bewerk] Architectuur

Dubbele wenteltrap

Chambord is misschien het ultieme toonbeeld van Franse renaissancearchitectuur. Zoals Fontainebleau is het een jachtslot, 156 meter lang, 117 meter breed en telt 440 kamers, zalen en vertrekken, 385 vuurplaatsen. De monumentale ronde hoektorens typeren de Franse stijl, het dak staat vol staat met schoorstenen die er als aparte gebouwen uitzien, het moest er komen uit te zien de skyline van Constantinopel. De symmetrische gevels zijn opgetrokken in witte zandsteen, met veel reliefs gedecoreerd. Het wapen van Frans I (de salamander) is in overal terug te vinden, aan de muren, tegen de plafonds, in de vloeren. Eén van de meest uitzonderlijke details is de dubbele (helix) wenteltrap die de donjon met de eerste verdieping verbindt, en volgens apocriefe overlevering mogelijkerwijs (nooit aangetoond) gebaseerd is op een ontwerp van Leonardo da Vinci. Chambord heeft een schitterende collectie wandtapijten, hoofdzakelijk uit de 15e en 16e eeuw. Op de tweede verdieping zijn voorwerpen tentoongesteld die voor het overgrote deel met de jacht te maken hebben. Het park (52.5‑km²) is ook grotendeels in Franse stijl gehouden.