Jan J. Hinlopen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jan Jacobsz. Hinlopen (Amsterdam, 10 mei 1626 - aldaar, 4 september 1666) was een rijke lakenhandelaar, projectontwikkelaar, schepen in het stadhuis, luitenant in de schutterij en een verwoed verzamelaar van schilderijen.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Jan was de zoon van de Jacob J. Hinlopen en Sara de Wael, woonachtig op de Nieuwendijk en de Herengracht. Later woonde hij met zijn broer Jacob (1621-1679) op de Leliegracht, hoek Keizersgracht. De broers verdienden geld met o.a. een lakenhandel in de Warmoesstraat en het bouwen van een tiental huizen in de Jordaan. Sinds 1651 was hij actief in de schutterij en in 1655 maakte hij deel uit van de parade van schutters bij de inwijding van het nieuwe stadhuis. In 1657 trouwde Jan J. Hinlopen met Leonore Huydecoper van Maarsseveen (1631-1663), de dochter van Johan Huydecoper, een schatrijke burgemeester. Jan Vos ontwierp een complete voorstelling van vijf vertoningen met begeleidende gedichten. Iedere vertoning bestond uit wel dertig tot veertig figuren, die op allegorische wijze de wanhoop van Amsterdam tijdens de pestepidemie ... uitbeeldden.
Hij heeft Apollo en Themis, zij Pallas en Huiszorg tot speelgenoten. Voorzichtigheid, Schranderheid, Beleefdheid en Redelijkheid staan aan de ene zijde van de troon; aanminnigheid, Vriendelijkheid, Meewarigheid en Wakkerheid aan de andere ... [1] |
Hinlopen was enkele maanden kerkmeester van de Nieuwe kerk, maar zegde die functie op toen hij commissaris van Kleine zaken werd. In 1660 werd hij gekozen tot schepen, maar zegde die functie op toen zijn schoonvader presiderend burgemeester werd. In 1661 werd hij opnieuw tot schepen gekozen. In 1663 verloor Jan J. Hinlopen zijn jongste dochter aan de mazelen, zijn vrouw stierf enkele maanden later na een miskraam. Zijn enige zoon Jacob stierf op Pijnenburg en werd begraven in Lage Vuursche.[2] In 1665 hertrouwde Jan met Lucia Wijbrants in de Nieuwe Kerk. Jan J. Hinlopen liet zich met zijn nieuwe echtgenote door Bartholomeus van der Helst schilderen met zijn overleden vrouw, de kinderen, de honden op de achtergrond.[3] Op 13 november beviel zijn vrouw van een doodgeboren kind. Jan J. Hinlopen stierf op 40-jarige leeftijd. Zijn laatste functie was commissaris van Huwelijkse zaken.
[bewerk] Zijn collectie
Na de voltooiing in 1660 verkocht Rembrandt het schilderij Ahasveros en Haman aan het feestmaal van Esther aan Jan J. Hinlopen.[4] De aanleiding voor het schilderij was het toneelstuk Hester, oft de verlossing der Jooden, dat was opgedragen aan zijn vrouw Leonore Huydecoper.[5] Het toneelstuk, geschreven door Johannes Serwouters (1623-1677), was in 1659 opgevoerd in de schouwburg. Dit is wellicht een van de weinige schilderijen van Rembrandt waarvan de herkomst lijkt te kan worden teruggevoerd tot 1662, twee jaar na zijn voltooiing. In dat jaar verscheen in een dichtbundel van Jan Vos een gedicht op een schilderij in de collectie van Jan Jacobsz. Hinloopen.[6]
De collectie bevatte verder twee schilderijen van Jan Lievens, Lazarus door Christus van den dood gewekt, en een Christus in 't graf; een schilderij met bloemen door Willem van Aelst en een Simon in de tempel met het Christuskind door Gerbrand van den Eeckhout.[7] In zijn ruime onderkomen in de Nieuwe Doelenstraat hing een Venus in een wolk vol cupido’s door Peter Paul Rubens, dat hij van zijn schoonvader had geërfd. Jan Vos bezong zijn schilderijencollectie, het barnstenen kistje dat Leonora geschenk had gekregen van de Grote Keurvorst, maar ook het voortijdige overlijden van vrouw en kinderen.
Het is onduidelijk hoeveel schilderijen van Gabriel Metsu Jan J. Hinlopen in zijn bezit had of hoe vaak hij opdrachten gaf om zichzelf en/of zijn vrouw te portretteren. Mogelijk schilderde Metsu Jan en zijn vrouw en haar zuster bij de kraamvisite (1661). Vanwege de grote ruimte en de gelijkenis van de schouw, ook te zien op een schilderij van Pieter de Hoogh, hebben kunsthistorici geopperd dat Metsu het gezelschap situeerde in de vroedschapskamer van het stadhuis op de Dam.[8] Vast staat dat hij het gezin schilderde rond 1663, in een sterk gelijkende omgeving. Na zijn dood liet de weduwe Lucia Wijbrants zich opnieuw door Metsu schilderen.
[bewerk] De erfgenamen
Jan Hinlopen en Leonora Huydecoper hadden vier kinderen: Jacob (20 januari 1658 – 12 juli 1664), Johanna Maria (16 april 1659 – 15 juni 1719), Sara (12 juni 1660 – 16 juni 1749), and Geertrui (1 januari 1662 – 14 augustus 1663). Allen werden gedoopt in de Westerkerk. Zijn beide dochters Johanna Maria en Sara Hinlopen hadden grote moeite met hun stiefmoeder, ook vanwege de erfenis.[9] Lucia Wijbrants koos eieren voor haar geld en hertrouwde in 1672 een burgemeester uit Utrecht, die vanwege de Franse bezetting naar Amsterdam was gevlucht. De ooms/voogden, Jacob J. Hinlopen en burgemeester Joan Huydecoper van Maarsseveen, waren evenmin populair bij de tamelijk zelfstandige en schatrijke meisjes, die zo snel mogelijk op eigen benen wilden staan.
Joan Huydecoper had graag gezien dat zijn oudste zoon in het huwelijk treden met zijn nicht Johanna Maria, die pertinent weigerde.[10] Johanna Maria Hinlopen trouwde, tegen de zin van haar voogden met Johan van der Merct, een advocaat, afkomstig uit Middelburg. Het huwelijk vond plaats in de dorpskerk van Amstelveen.
Na het overlijden van haar oom Jacob, wilde Sara zelf haar erfenis beheren en administreren en diende daartoe een verzoekschrift aan de Staten van Holland. De schilderijen, na het overlijden van Jan J. Hinlopen onder beheer van zijn broer Jacob, werden in februari 1680 onder de beide (?) erfgenamen verloot.[11] Sara koos voor haar gearrangeerde huwelijk met Albert Geelvinck eveneens een romantische locatie: het kerkje van Sloterdijk.
[bewerk] Zie ook
- Museum Geelvinck-Hinlopen Huis
Bronnen, noten en/of referenties: |
|
[bewerk] Externe links
- Doopbewijzen van vier kinderen
- Website Metropolitan Museum met het schilderij de kraamvisite door Gabriel Metsu
- De familie Hinlopen rond 1663 door Gabriel Metsu. Het origineel bevindt zich in de Gemäldegalerie, Berlijn
- Portret van Lucia Wijbrants (1667) door Gabriel Metsu in Minneapolis Institute of Arts
- De opwekking van Lazarus door Jan Lievens (1631) in het bezit Jan J. Hinlopen