Hartinfarct
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts |
Hartinfarct | |
|
|
ICD-10 | I21-I22 |
ICD-9 | 410 |
DiseasesDB | 8664 |
MedlinePlus | 000195 |
eMedicine | med/1567 emerg/327 ped/2520 |
|
Een hartinfarct of myocardinfarct, in de volksmond hartaanval is het afsterven van een deel van de hartspier door onderbreking van de bloedtoevoer ervan door de kransslagaderen. Dit kan leiden tot (soms op korte termijn levensbedreigende) ritmestoornissen en tot hartfalen door onvoldoende pompwerking van het hart. Een hartaanval ontstaat vrijwel altijd doordat zich op de plaats van een atherosclerotische plaque in een kransslagader een bloedstolsel vormt waardoor de toevoer van bloed, die voordien al geringer was, nu opeens helemaal wordt afgesneden. Zeldzame oorzaken van een afsluiting van een kransvat en dus een hartinfarct zijn: een dissectie van de wand van het kransvat, embolisatie van een stolsel (trombus) vanuit de linker hartkamer of vasculitis van een kransvat.
De patiënt voelt in typische gevallen een zware, drukkende pijn midden achter het borstbeen, soms uitstralend naar de kaken of de schouders en armen, vooral de linker schouder. Dit gaat vaak gepaard met zweten, bleekheid en doodsangst. In verband met de kans op ritmestoornissen is het van belang zo snel mogelijk in een ziekenhuis te worden opgenomen. Iemand met een hartaanval die bewusteloos raakt door uitvallen van de pompfunctie van het hart tgv een ritmestoornis (ventrikelfibrilleren) kan, als de omstanders alert reageren en op de juiste wijze hartmassage en kunstmatige beademing geven, enige tientallen minuten langer in leven gehouden worden tot het hart door defibrillatie weer kan worden opgestart. Defibrillators zijn in iedere ambulance aanwezig, en steeds vaker op plaatsen waar veel mensen bijeen komen zoals winkelcentra en uiteraard in ziekenhuizen. Ook steeds meer brandweerkorpsen bezitten een defibrillator, omdat deze vaak sneller aanwezig kunnen zijn dan een ambulance. Wordt de circulatie niet hersteld dan treedt de dood na ca 10 minuten in, al eerder (na ca 5 min) is er onomkeerbare hersenbeschadiging opgetreden.
Uit een Japans onderzoek[1] (2006) blijkt echter dat in geval van hartstilstand na een hartaanval de overlevingskansen verdubbelen indien enkel en alleen hartmassage toegepast wordt. Beademing zou tijdverspilling zijn. Bij hartstilstand door hartaanval krijgt de persoon automatisch extra zuurstof door de hyperventilatie waarmee de aanval begon, maar door de stilgevallen bloedcirculatie bereikt deze zuurstof de hersenen niet meer. Indien snel ingegrepen wordt en enkel hartmassage toegepast wordt, zou de ademhaling vanzelf weer op gang moeten komen. Hartmassage is op zich ook een minieme, onrechtstreekse vorm van beademing want de borstholte wordt afwisselend groter en kleiner, aldus Japanse wetenschappers. Bij verstikking zou de combinatie met beademing dan wel meer aangewezen zijn. De Nederlandse en Europese reanimatieraad acht het echter waarschijnlijk dat hun conclusies anders geweest zouden zijn als de richtlijnen na 2005 in het onderzoek zouden zijn betrokken. Daarom blijft beademing onderdeel van de richtlijn.[2]
In het ziekenhuis kan, als de afsluiting in de kransslagader nog niet zo lang bestaat dat de spierschade al irreversibel is, getracht worden het afgesloten bloedvat weer te openen door het uitvoeren van een ballondilatatie (dotteren) in de acute fase in combinatie met het geven van bloedverdunnende middelen. Vroeger werd een hartinfarct behandeld door het geven van zeer sterk werkende bloedverdunners zoals urokinase. Dit werd thrombolyse genoemd.
Als ritmestoornissen uitblijven of met succes kunnen worden bestreden en het spierverlies niet zo groot is dat de pompfunctie ernstig wordt aangetast, vindt genezing in de loop van enige weken plaats.
Risicofactoren voor versneld ontwikkelen van aderverkalking respectievelijk het optreden van een hartaanval zijn: het mannelijk geslacht, een hoge leeftijd, het voorkomen van ischemische hartklachten en/of vaatlijden in de naaste familie (het gezin, eerste lijn), suikerziekte, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, roken, alcoholmisbruik, weinig bewegen/inactiviteit, ongezond eten, overgewicht/obesitas en lichamelijke of psychische stress.
[bewerk] Referenties
- ^ SOS-KANTO study group. Cardiopulmonary resuscitation by bystanders with chest compressions only (SOSKANTO):an observational study. Lancet 2007; 369: 920-26
- ^ Nederlandse Reanimatieraad, Commentaar van de Nederlandse Reanimatie Raad op de «compression-only » studie in The Lancet van 17 maart 2007, aangetroffen op http://www.reanimatieraad.nl/_content/news/reactie%20katonstudie.pdf op 2 jli 2007