Gi
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Japanse gi (着) betekent kleding en wordt onder meer gebruikt om de sportkleding aan te duiden bij zelfverdedigingskunsten en vechtsporten zoals jiujitsu, judo, karate en aikido. Doordat gi een algemene term is, wordt normaal gesproken het soort gi specifiek aangegeven, met namen als dōgi, jūdō-gi, karate-gi, aikidō-gi en jūjutsu-gi. De kleding bestaat uit een witte of crèmekleurige katoenen jas en broek. Bij jūdōwedstrijden worden tegenwoordig ook wel gekleurde pakken gebruikt zodat de scheidsrechter tijdens het gevecht beter kan zien welk lichaamsdeel bij welke sporter hoort.
De gi wordt met behulp van de obi (band) vastgemaakt. De gi verschilt van sport tot sport, speciaal wat stevigheid betreft. Stijlen waarbij meer vastgegrepen en geworpen wordt, zoals jūdō, gebruiken doorgaans een zeer stevige gi, die veelal dubbel geweven is. Stijlen waarbij men elkaar niet of nauwelijks vastgrijpt gebruiken vaak minder stevige gi's.
Het correct dragen van de gi is onderdeel van de dojo-etiquette. Tijdens het oefenen of een wedstrijd raakt de jas vaak los en moet deze dus vaak weer netjes worden vastgemaakt.
Strikt genomen is het woord "gi" foutief. Het is ontstaan in het westen. In het Japans wordt het woord dōgi (道着) gebruikt, wat "kledij voor de (spirituele) weg" betekent. De "gi" in "dōgi" is een typisch Japanse verzachting van een medeklinker in het midden van een woord. Als men "dōgi" dus in twee splitst, wordt dat "dō" en "ki", dezelfde "ki" als in "kimono". Datzelfde begrip, "kimono" (着物) wordt ook vaak verkeerdelijk gebruikt voor "dōgi" in het Westen, hoewel het echt niet hetzelfde is.
Vanwege de fonetische gelijkheid met het woord "dōgi" (胴着 - onderkledij voor de kimono) én de overeenstemmende snit wordt vaak gedacht en beweerd dat dit hetzelfde is. Dit is echter niet correct.
Vaak wordt ook het woord "keikogi" gebruikt (稽古着) wat gewoon "trainingspak" betekent. Dit kan echter ook een modern trainingspak voor allerlei westerse sporten zijn. [1]
De broek van de keikogi/dōgi heet zubon, de vest uwagi
[bewerk] Materialen
Veruit de meeste keikogi zijn vervaardigd uit linnen of canvas. Naargelang de vechtsport of krijgskunst die wordt beoefend varieert wel de sterkte van het materiaal. De meest voorkomende kleur is wit. Sommige stijlen verkiezen echter zwart. Bij jūdō is de laatste jaren ook blauw in zwang geraakt om tijdens wedstrijden te verduidelijken wie de grond raakt en wie een punt scoort. Andere kleuren zijn ook mogelijk. Zo verkiezen sommige traditionele stijlen alsook kendō een donkerblauwe keikogi. De meeste dōgi zijn in één kleur gehouden met één of twee opnaaiers van de federatie en eventueel de club zelf. Vooral in de Verenigde Staten van Amerika tref je evenwel vaak keikogi aan in fantasiekleuren en -motieven en soms zelfs met een grote opdruk op de rug.