Filips de Goede
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
1396-1467 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Hertog van Bourgondië | ||||||
|
||||||
Hertog van Luxemburg | ||||||
|
||||||
Hertog van Brabant, Limburg, Neder-Lotharingen en Lothier | ||||||
|
||||||
Graaf van Vlaanderen, Artesië en Franche-comté | ||||||
|
||||||
Graaf van Holland en Zeeland en Henegouwen | ||||||
|
||||||
|
Filips de Goede (Dijon, 31 juli 1396 – Brugge, 15 juni 1467), ook Filips III van Bourgondië, was hertog van Bourgondië van 1419 tot aan zijn dood. Als landsheer van Vlaanderen, Brabant, Namen en Limburg heeft hij de basis gelegd van de natievorming in de Nederlanden. Gedurende korte periode was hij ook graaf van Charolais. Hij was de stichter van de Orde van het Gulden Vlies.
Inhoud |
[bewerk] Leven
Na de dood van zijn vader, Jan zonder Vrees, volgde Filips die op in het hertogdom Bourgondië en in de graafschappen Vlaanderen en Artesië (Artois). Tijdens zijn bestuur verwierf hij vervolgens het graafschap Namen (1429), de hertogdommen Brabant en Limburg door erfopvolging van Filips van Saint-Pol (1430), de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen (1433) alsook het hertogdom Luxemburg (1451).
Na de moord op zijn vader wendde hij zich af van Frankrijk en begon zich na de indrukwekkende expansie van zijn rijk te richten op de interne consolidatie van zijn gebieden. In zijn rol als heer van de Nederlandse gewesten voerde hij veel hervormingen door die het bestuur over zijn gebied moesten vergemakkelijken. Met name begon hij aan de invoering van een centraal bestuur voor alle Nederlandse gewesten, alsmede een centrale rechtspraak (de Grote Raad) en een centrale inning van belastingen in de vorm van één enkele som voor het hele gebied, die door de gewesten opgebracht werd volgens een door henzelf vast te stellen verdeelsleutel. Om dit centraal overleg mogelijk te maken, stelde Filips de eerste Staten-Generaal in, die hij in 1464 voor het eerst bijeen riep in Brugge. Deze centrale instellingen van Filips legden de basis voor Nederland als land (als groter geheel dan alleen de afzonderlijke gewesten) door de gewesten te confronteren met het feit dat ze gezamenlijke belangen hadden tegenover één enkele vorst.
In 1454 nam hij na de val van Constantinopel het kruis aan tijdens het banket van de fazant waar de aanwezigen de beroemde Vœu du faisan (Eed bij de fazant) zwoeren, mogelijk om de nederlaag van zijn vader tijdens de Slag bij Nicopolis van 1396 te wreken. In de eerste vergadering van de Staten-Generaal werd het regentschap besproken tijdens de afwezigheid van Filips, maar voor hij op kruistocht kon vertrekken, zakte hij in 1465 weg in seniliteit en zijn zoon Karel de Stoute nam vanaf toen de staatszaken waar.
[bewerk] Familie
Filips de Goede was de zoon van Jan zonder Vrees en Margaretha van Beieren-Straubing en trouwde drie keer.
- Eerste huwelijk met Michelle van Valois (1395-1422),
- Tweede huwelijk met Bonne van Artesië (1396-1425),
- Derde huwelijk op 7 januari 1430 te Sluis met Isabella van Portugal. Zij kregen één kind: Karel de Stoute (1433-1477).
Filips had ook 30 gekende maîtresses en 18 toegegeven bastaardkinderen, waaronder:
- Corneille van Bourgondië (c. 1420 - 1452), ook gekend als Cornelis van Beveren, gedood bij de slag van Bazel (1452);
- Antoine van Bourgondië (1421 - 5 mei 1504), graaf van La Roche, Sainte-Menehould, Guînes, heer van Crèvecoeur en Beveren;
- David van Bourgondië, (c. 1427 - 1496) die bisschop van Utrecht werd;
- Anna van Bourgondië (c. 1435 - 1508), gouvernante van Maria van Bourgondië, gehuwd met Adriaan van Borssele en later met Adolf van Kleef-Ravenstein;
- Raphaël van Bourgondië ook genoemd Raphaël de Marcatellis, (c. 1437 - 1508), abt van de Sint-Baafsabdij te Gent en van de Sint-Pietersabdij te Oudenburg;
- Boudewijn van Bourgondië (c. 1446 - 1508), heer van Fallais, Peer, Boudour, Sint-Annaland, Lovendegem, Zomergem en Fromont;
- Filips van Bourgondië (1464 - 1524), Bisschop van Utrecht
Antoine en Corneille zouden zijn lievelings-bastaards geweest zijn; zij droegen (eerst Corneille, dan Antoine) de titel van Groot-bastaard van Bourgondië (Grand bâtard de Bourgogne)
[bewerk] Buitenlandse politiek
Diplomatiek ging Filips de Goede veel voorzichtiger tewerk dan Jan zonder Vrees of zijn opvolger, Karel de Stoute. Hoewel hij handig gebruik maakte van de tweestrijd tussen Engeland en Frankrijk gedurende de Honderdjarige Oorlog nam hij zelden direct deel aan het conflict. In een campagne tegen Compiègne arresteerde hij Jeanne d'Arc, die hij uitleverde aan de Engelsen. Uiteindelijk dwong hij in 1435 de Franse koning tot verzoening in de Vrede van Atrecht. In 1436 besloot hij tot het Beleg van Calais om deze stad op de Engelsen te veroveren, maar moest zijn pogingen staken.
Zijn verdere expansiepolitiek was vooral gebaseerd op erfenissen en het opkopen van titels. Een éénmalige ingreep in de Hoekse en Kabeljauwse twisten zorgde ervoor dat Filips bij de Zoen van Delft zowel Holland, Zeeland als Henegouwen kon annexeren op Jacoba van Beieren.
[bewerk] Rijkdom van het hof
Het Bourgondische rijk omvatte de dichtsbevolkste en de rijkste gebieden van West-Europa. Niet toevallig liet Filips de Goede zich dan ook noemen als de "grand duc d'occitaine" (grote hertog van het westen), om hierbij zijn de facto onafhankelijkheid van Frankrijk te beklemtonen. Hoewel de burgers in de steden zich door hun economische macht steeds meer privileges begonnen toe te eigenen profiteerde de aristocratie op extravagante wijze mee van de rijkdom van zijn hof, dat zich uitte in halicunante uitgaven in kleding en stoffen of kunstvoorwerpen. Naar het schijnt zou het hof van Filips de Goede in de periode 1444-1446 tot 2% van de inkomensbegroting (recette génerale) hebben gespendeerd in de aankoop van goudbeklede stof en zijde. De Orde van het Gulden Vlies blonk uit in het houden van grootse festiviteiten, waarvan de meest legendarische wel het banket van de fazant moet worden beschouwd, waarin Filips de Goede zou verklaard hebben op kruistocht te trekken tegen het Ottomaanse rijk, als vergelding op de Val van Constantinopel en het falen van een vorige expeditie onder leiding van zijn vader, Jan zonder Vrees. Filips de Goede bouwde schitterende paleizen (Coudenberg te Brussel, Palais de ducs in Dijon) en profileerde zich als mecenas voor de culturele revolutie die zich ontwikkelde in deze contrijen. Hoewel Filips de Goede zelf eerder een voorstander was van wandtapijten, bereikte de schilderkunst onder Van Eyck en Rogier van der Weyden een hoogtepunt. De Bourgondische school ontstond uit een elite van musici (Gilles Binchois, Robert Morton, en later Guillaume Dufay) die dienden in de hofkapel van de hertogen.
[bewerk] Dood en begraafplaats
Filips de Goede stierf te Brugge op 15 juni 1467, en liet de hele stad in rouw. Een rouwstoet en 20.000 toeschouwers zouden hem begeleiden naar de Sint-Donaaskerk, waar hij ceremonieel en onder ongeziene pracht en praal werd begraven voor het altaar. In 1476 besliste Karel de Stoute om het stoffelijk overschot van zijn vader, naar diens uitdrukkelijke wens, over te brengen naar het Paleis der hertogen van Bourgondië in Dijon. Enkel het hart en ingewanden, die reeds apart werden bewaard, zijn achtergebleven in Brugge, tot op het moment van de afbraak van de kathedraal van Sint-Donaas te Brugge in 1799.