Famotidine
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Famotidine | ||
Structuur van famotidine | ||
|
||
|
||
Biol. beschikbaarheid: | 20–66% | |
Metabolisatie: | Hepatisch - minder dan 30% | |
Halfwaardetijd: | 2,5-4 uur | |
Uitscheiding: | Renaal | |
|
||
Geneesmiddelengroep: | Maagzuursecretie-inhibitoren | |
Subklasse: | H2-antihistaminica | |
Indicaties: | Brandend maagzuur Refluxoesofagitis |
|
Voorschrift/recept: | Niet steeds vereist | |
Toediening: | Oraal, IV | |
|
||
Zwangerschapscat.: | B1 (Au), B (VS) | |
Lactatie: | Komt in grote hoeveelheden in de moedermelk | |
Rijvaardigheid: | Mogelijk enkele dagen duizelig | |
Alcohol: | Te vermijden (irriteert de maag) | |
Voeding: | Geen contraindicaties | |
|
||
ATC code : | A02BA03 | |
PubChem: | 3325 | |
DrugBank: | APRD00296 | |
|
||
Molecuulgewicht: | 337,449 g/mol | |
|
Famotidine remt de productie van maagzuur. Het is sinds 1987 internationaal op de markt.
[bewerk] Werking
Het geneesmiddel behoort tot de groep H2-antagonisten. Het vermindert de aanmaak van zuur in de maag.
[bewerk] Indicaties
Het wordt gebruikt bij
- Brandend maagzuur
- Refluxoesofagitis
- Maag- en darmzweer
- Syndroom van Zollinger-Ellison
[bewerk] Mogelijke nevenwerkingen
Bij minder dan 5% treden nevenwerkingen op. De meest voorkomende zijn:
- Hoofdpijn
- Moeheid
- Huideruptie
- Spierpijn
- Mentale verwardheid (vooral bij hoge doses, bij bejaarden of bij nierinsufficiëntie)
- Bradycardie en hypotensie (bij intraveneuze toediening)
- Interstitiële nefritis en hepatitis (zelden).
- Reversibele gynaecomastie
- Impotentie (zelden)