Emile Francqui
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Emile Francqui (Brussel, 25 juni 1863 - aldaar, 1 november 1935) was een Belgische militair, diplomaat en zakenman.
Als weeskind wordt hij van school naar het leger gestuurd, waar hij met 21 jaar als onderluitenant door koning Leopold II naar de Congo-Vrijstaat wordt gestuurd. In 1896 wordt hij Belgisch consul in China. Hij keert terug naar België in 1902 en begint zijn financiële carrière. Deze brengt hem tien jaar later op een directeursstoel bij de Generale Maatschappij.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog is hij voorzitter van het Nationaal Hulp- en Voedselcomité, waarna hij zich inzet voor het universitair onderwijs en wordt hij nauw betrokken bij de oprichting van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.
In China leert hij de latere Amerikaanse president Herbert Hoover kennen tijdens onderhandelingen over de toekenning van een groot spoorwegcontract. Alhoewel ze concurrenten zijn, hebben ze veel respect voor elkaar. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zet Hoover in de Verenigde Staten de Commission for Relief of Belgium op en steunt zo het Hulp- en Voedselcomité. De beschikbare middelen van het Comité worden later in het onderwijs geïnvesteerd; hiervoor wordt de Universitaire Stichting opgericht.
Onder impuls van de latere koning Leopold III wordt hij ook de eerste voorzitter van het Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen.
In 1933 wordt voor de eerste maal de naar hem vernoemde Francquiprijs toegekend. Deze is voor die Belgen bestemd die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de wetenschap waarvan de waarde het aanzien van België verhoogt. Onder andere Henri Pirenne en Ilya Prigogine hebben deze prijs mogen ontvangen.
In 1918 werd Emile Francqui benoemd tot minister van Staat.