De kwanten
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tom Poes en de kwanten (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De kwanten) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 7 mei 1958 en liep tot 8 juli van dat jaar.
[bewerk] Het verhaal
Heer Ollie droomt dat hij een vakantie vindt in de tuin van Bommelstein. Hoewel het graven hem niets oplevert, verschijnt er, wanneer Joost het gat dichtgooit, een wit figuurtje en kort daarna een mysterieuze bushalte. Om middernacht verschijnt er inderdaad een door een kwant bestuurde bus naar het onbekende Goesting. Heer Ollie voldoet aan de criteria voor de rit en gaat mee, Tom Poes wordt geweigerd en gaat uitzoeken waar die bushalte vandaan komt en wat Goesting dan wel is. Ambtenaar eerste klasse Dorknoper ziet een ambtelijke misstand en gaat samen met hem op zoek.
Goesting blijkt een plaats te zijn waar alles gebeurt zoals je dat wenst en heer Ollie heeft er dan ook een prettige tijd. Tom Poes en Dorknoper weten er op eigen gelegenheid te komen, dit tegen de zin van de kwanten, die trammelant en tierelier verwachten. Aanvankelijk kunnen ze wel aan de wensen van de drie voldoen, maar wanneer die toch tegengesteld blijken te zijn dreigt kortsluiting.
Die dreigt inderdaad onder de bushalte en deze wordt dan ook door monteurs verwijderd en de elektriciteitskabels gerepareerd. Hiermee verdwijnt Goesting en worden heer Ollie, Tom Poes en Dorknoper in de werkelijke wereld teruggeworpen.
[bewerk] Hoorspel
| Voorganger: De argwaners |
Bommelsaga 7 mei 1958 - 8 juli 1958 |
Opvolger: De beunhaas |
