De beunhaas (stripverhaal)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tom Poes en de beunhaas (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De beunhaas) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 9 juli 1958 en liep tot 9 september van dat jaar.
[bewerk] Het verhaal
Gelokt door een folder gaan heer Ollie en Tom Poes naar Kontreie, een land dat uiterst modern schijnt te zijn. Er heerst echter grote leegloop en al gauw komen ze erachter dat al die moderne gebouwen schone schijn en in slechte staat zijn. Al het werk wordt uitgevoerd door de familie De Haas, waarvan de jongens allemaal Beun en de meisjes Beuntje genoemd worden. De leden van de familie, zichzelf vaklieden noemend, leveren slecht werk, geven anderen de schuld en gaan huilen als buitenstaanders boos worden.
Er is één regeringsfunctionaris, Jansen geheten, die het hoofd aan de toestand probeert te bieden. Hij nodigt heer Ollie uit hem daarbij te helpen, maar schrikt er ook niet voor terug hem gevangen te zetten als hij zijn taak niet weet uit te voeren. Tom Poes kan de gevangenschap van zijn vriend niet voorkomen, maar draagt het hoofd van de familie, Oude Beun, bij Jansen voor als nieuwe adviseur. Dat loopt natuurlijk helemaal uit de hand: de gevangenis stort in, zodat heer Ollie kan ontsnappen, en het paleis van de koning wordt te gronde gericht met vuurwerk. Hierdoor raken de hazen uit de gratie bij Jansen, die zich ontpopt als het staatshoofd van Kontreie. Tom Poes krijgt van hem een lintje voor het bedenken van de list.
Voorganger: De kwanten |
Bommelsaga 9 juli 1958 - 9 september 1958 |
Opvolger: De kiekvogel |