ebooksgratis.com

See also ebooksgratis.com: no banners, no cookies, totally FREE.

CLASSICISTRANIERI HOME PAGE - YOUTUBE CHANNEL
Privacy Policy Cookie Policy Terms and Conditions
Christelijke Gereformeerde Gemeenten - Wikipedia

Christelijke Gereformeerde Gemeenten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Christelijke Gereformeerde Gemeenten
Indeling
Hoofdstroming Protestantisme
Richting Gereformeerd calvinisme
Voortgekomen uit Chr. Geref. Kerken in 1952
Afsplitsingen uiteengevallen in 1967/1968
Aard
Locatie Nederland
Karakter bevindelijk gereformeerd

De Christelijke Gereformeerde Gemeenten (CGG) waren een klein kerkverband dat in 1947 ontstond als afsplitsing van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). In dat jaar werd dominee Hendrik Visser geschorst als predikant vanwege een leerverschil en kwam daardoor buiten de Christelijke Gereformeerde Kerken te staan. In 1952 ontstond een tweede kerkformatie, namelijk de Christelijke Gereformeerde Gemeenten in Nederland (CGGIN). Het ontstaan van dit kerkverband lag samen met de persoon van de predikant Jacobus Gerardus van Minnen. Hij had moeite met de nieuwe ontwikkelingen binnen de CGK en wilde de oude lijn voortzetten. Voor het voortzetten van deze lijn zag hij geen ruimte binnen de groep bezwaarden die wel in de CGK bleven. Beide groepen zijn als bevindelijk gereformeerd te kenschetsen.

[bewerk] Ds. Visser

Dominee Visser diende achtereenvolgens de CGK te Bunschoten (1937), Middelharnis (1940) en Rotterdam-Zuid (1946) totdat hij vanwege bezwaren tegen zijn allegorische prediking, alsmede zijn dogmatische opvattingen ten aanzien van het geloof geschorst werd. Naar aanleiding hiervan onttrok de predikant zich op 28 mei 1947 aan de CGK, met een meerderheid van zijn gemeente, zodat de groep de beschikking kreeg over het kerkgebouw aan de Putselaan in Rotterdam.

De koers die hij vervolgens begon te varen kan als tweesporig gekenmerkt worden. Enerzijds heeft hij getracht terug te keren tot de CGK, anderzijds streefde hij ernaar om het kerkverband verder uit te breiden.

Bij zijn gemeenten sloten zich voornamelijk vrije groepen aan zoals Schiedam (1950), Werkendam (1950) en Gouderak (1953). Dominee Visser leidde enige personen op tot predikant waaronder M.J. Middelkoop en H. van Kooten (18971974).

In 1960 sloot zich het grootste deel van de CGK van Urk aan bij zijn gemeenten. Op aandrang van Urk kwamen de samensprekingen met de CGGIN rondom de predikant J.G. van Minnen in stroomversnelling zodat de vereniging op 13 mei 1961 een feit werd. Dominee Visser had echter ter wille van de vereniging zijn stellingen omtrent het geloof herroepen maar na korte tijd bleek de fusie niet bestendig doordat er te veel verschil van mening was over praktische zaken.

In 1967 viel het kerkverband rondom ds. Visser uiteen. De laatste classisvergadering van de CGG had plaats in het najaar van 1967. Aanleiding was dat dominee Visser, inmiddels predikant op Urk, zijn ambt in de CGG neerlegde. De gemeenten sloten zich voornamelijk aan bij de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland of de Gereformeerde Gemeenten.

[bewerk] Ds. Van Minnen

Dominee Jacobus Gerardus van Minnen (1900–1971), hoewel gedoopt in de Gereformeerde Kerk A, ontstaan uit de Christelijke Gereformeerde Kerk van 1869, groeide hij op binnen de (Vrije) Gereformeerde Gemeente te Vlaardingen. Deze gemeente was in 1880 ontstaan door een afsplitsing van de Christelijke Gereformeerde Kerk, en behoorde tot de kring van Kruisgemeenten rondom een van de laatste negentiende-eeuwse kruisdominees E. Fransen. In de periode 1910-1920 ontving Van Minnen afzonderlijke lessen in de gereformeerde geloofsleer van de bekende predikant P. van der Heijden omdat deze voorganger kennelijk bijzondere aanwijzingen had voor een toekomstige bestemming als predikant. Van dominee van der Heijden is bekend dat hij meerdere predikanten in zijn kring heeft opgeleid waaronder dominee G. van Reenen, en dat hij zich buiten de vereniging met de Gereformeerde Gemeenten heeft gehouden. De gemeente sloot zich onder ds. A. de Blois (1887–1971), die eveneens enige jaren onderwijs van ds. van der Heijden ontving, in 1920 aan bij de Gereformeerde Gemeenten waaronder eveneens Van Minnen die inmiddels onderwijzer geworden was.

Tijdens een pennenstrijd tussen de theologen Kersten en Jongeleen eind jaren 1920 over het Verbond der Genade koos Van Minnen de zijde van de christelijke gereformeerden. Volgens Van Minnen was hiervoor de basis gelegd door dominee De Blois, van wie bekend is dat hij andere accenten legde dan dominee Kersten. Wel voegde hij eraan toe dat we niet mogen vergeten de nadruk te leggen op de verbondsbeleving in de weg van wedergeboorte en dagelijkse bekering door Woord en Geest. De discussie over het verbond was ontstaan naar aanleiding van het in 1927 verschenen catechisatieboekje van ds. Jongeleen waarvan de inhoud van twee kanten werd bestreden, namelijk aan de ene zijde dr. Klaas Schilder die verklaarde dat er een ongereformeerde verbondsleer in naar voren werd gedragen en aan de andere zijde ds. Kersten die er een verbondsontzenuwende leer in gevonden had. Voortaan zou dit punt het onderscheid uitmaken tussen de diverse kerken, voortgekomen uit de afscheiding.

De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben altijd een soort middenpositie ingenomen binnen de gereformeerde gezindte, tussen enerzijds de Gereformeerde Gemeenten en anderzijds de Gereformeerde Kerken in Nederland. Volgens ds. Jan Hendrik Velema heeft "dit onze kerken altijd al gekenmerkt. Toen ik nog in Apeldoorn studeerde, zaten twee jaar boven mij de studenten E. du Marchie van Voorthuysen, J.G. van Minnen en H. Visser Mzn. — die later allen uit onze kerken zijn gegaan. In hetzelfde jaar als ik zaten J.C. Maris, W. Ruiter en J.M. Visser. Wij voelden toen al wel aan dat zij niet op dezelfde lijn zaten."

Van Minnen voelde zich theologisch vooral gevormd door professor P.J.M. de Bruin en Professor Gerard Wisse. De laatste vooral in zijn filosofie en apologetiek. Dat dominee van Minnen aanvankelijk op zijn plaats was binnen de CGK bewezen een groot aantal beroepen die hij in de loop der jaren heeft gekregen. Op dinsdag 19 oktober 1937 werd Van Minnen door dominee C. Smits bevestigd in Huizen, in 1945 nam hij een beroep aan naar Delft, om in 1948 opnieuw in Huizen bevestigd te worden door ds. M. Baan.

Inmiddels was er binnen de CGK een kring van bezwaarden ontstaan waartoe de predikanten M. Baan (1905–1973), N. de Jong (1899–1980), H. van Leeuwen (1906–1988), J.G. van Minnen en C. Smits (1898–1994) behoorden. Laatstgenoemde had in 1948 al op het punt gestaan de CGK de verlaten maar werd hier op het allerlaatste moment van weerhouden.

Dominee Van Minnen trad op 27 juli 1952 wel uit de CGK "omdat op grond van Schrift en Belijdenis het onverantwoordelijk was in de CGK te blijven en vooral voor de jeugd zo misleid te worden". Zijn bezwaren (en van de andere broeders) tegen de ontwikkelingen binnen het kerkgenootschap kwamen op het volgende neer:

  • Een almeer verstarde verbondsprediking en verbondsobjectivering zonder nadruk op beleving en bekering.
  • Een voorwerpelijke Christusprediking, waarin gemist wordt de kennis onze diepe ellende en bevinding hoe de Christus functioneert in het hart, dus onderwerpelijke prediking.
  • Stelmatig dwingen om na belijdenis ten avondmaal te komen.
  • De samensprekingen met de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Gereformeerde Kerken onderhoudende art. 31 K.O. wat (volgens Van Minnen) wijst op een ontwikkeling in de "verkeerde richting".
  • Het zoeken naar nieuwe vormen in liturgie, psalmberijming, ritmisch zingen, belijdenisvragen voortkomend uit geestelijke verarming.
  • Het teleurstellen van de studenten die van de theologische school komen, voornamelijk door gebrek aan schriftuurlijke bevindelijke prediking.
  • Het jeugdwerk dat zich op een verkeerde manier zou ontwikkelen.
  • Het belemmeren van de classis Amsterdam van de uitvoering der kerkelijke tucht en het pogen een dam op te werpen tegen de wereldgelijkvormigheid.

In 1953 hebben de CGK mede als reactie op deze bezwaren een officiële kanselboodschap laten uitgaan. Professor Wisse achtte het allergelukkigst dat de synode hiermee de bezwaren niet heeft ontkend, maar in feite onderstreept. Onze kerk ontkomt niet aan de gevaren van de moderne neo-religieuze geest dienaagaande, waaronder een levendgemaakte ziel zucht en versmacht. Ook waarschuwde Wisse dat de CGK 'de veronderstelde wedergeboorte de voordeur der kerk hebben uitgeworpen, maar bezig zijn haar door de achterdeur weer binnen te halen'.

De vorming van een nieuwe kerkverband was zijn poging om Christelijk Gereformeerd te kunnen blijven op de wijze zoals het kerkgenootschap oorspronkelijk was, naar de praktijk en de prediking van hen die ons daarin zijn voorgegaan, zoals wijlen ds. Schotel, ds. v.d. Vegt, docent van der Heijden en meerderen.

Behalve in Huizen ontstonden ook in andere plaatsen gemeenten die zich bij Van Minnen aansloten, te weten Bussum (1952), Drachten (1954), Delft (1954) en Twijzelerheide (1957). Verder sloten zich nog enkele buitenstaanders bij zijn gemeenten aan. Dit gebeurde in Hoofddorp (1954), Vlaardingen (1954) en Zwolle (1955). Binnen het kerkverband functioneerden verder de predikanten G. Salomons (18901975) en G.J. van Vliet (18801954). Binnen het kerkverband werd H. Groen (19171957) opgeleid tot predikant.

Ook na zijn uittreding onderhield dominee van Minnen contacten met bezwaarde predikanten binnen de CGK. Als bestuurslid was Van Minnen betrokken bij de Gereformeerde Bijbelstichting en de oprichting van het Reformatorisch Dagblad.

Dat het kerkverband van de CGGIN, als voortzetting van de oude CGK, niet tot gestalte is gekomen, heeft voor een groot deel te maken met de invloed van Professor Wisse die destijds nog in leven was. Na zijn overlijden hebben de bezwaarden zich verenigd in de kring Bewaar het Pand (1964) Verder zijn behoorlijk wat predikanten individueel overgestapt naar andere bevindelijke kerken, voornamelijk de Gereformeerde Gemeenten. Soms vonden echter gemeenten en predikanten elkaar vanuit christelijke gereformeerde achtergrond zoals ds. E. Venema en Drachten.

[bewerk] Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties:

Geschriften J.G. van Minnen:

  • Predikatie Het gedenken van Gods weldadigheid in Neerlands verlossing, Huizen 1945
  • Remmende factoren bij het zondagsschool-onderwijs, Naarden 1948
  • Onder het Licht van Gods Lamp - schriftoverdenkingen, Haarlem 1952
  • Alleenlijk ditmaal - preek naar aanleiding van 25-jarige ambtsjubileum, Delft 1962
  • Licht en Schaduw - religieuze gedichten met voorwoord ds. F. Bakker, Oostburg 1964



aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -