Bolsjewiek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bolsjewieken (ook: Bolsjevieken; Russisch: Большеви́к, afgeleid van bolsjinstvó, "meerderheid"): aanduiding voor de communistische partij van Lenin. De Bolsjewieken noemden zich vanaf de jaren 20 Communistische Partij van de Sovjet-Unie.
[bewerk] Ontstaan
In 1903 ontstonden ten gevolge van een scheuring in de Russische Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (RSDAP) het bolsjewisme en het mensjewisme. In verband met de organisatorische opvattingen van Lenin (in zijn brochure Wat te Doen? (1902), stoelend op het marxisme) besloten hij en zijn volgelingen een eigen weg te gaan. In 1903 hield de RSDAP, die in Rusland illegaal was, in Brussel en Londen haar 2e congres.
Later ontstonden twee stromingen: de mensjewieken (de minderheid) en de bolsjewieken (de meerderheid). Na de val van de monarchie (tsaar), veroorzaakt door de Februarirevolutie, vormden de mensjewieken de Voorlopige Regering onder leiding van Alexander Kerenski. Deze regering was onmachtig om de lopende oorlog tegen Duitsland te beëindigen, hetgeen meer en meer kwaad bloed zette bij de Russische bevolking. De bolsjewieken voerden een politiek van agitatie tegen de Voorlopige Regering en voor een verdere doorvoering van de revolutie naar het socialisme (communisme). In de loop van 1917 voerden de mensjewieken een stijgende repressie uit tegen de bolsjewieken (Lenin en Stalin moesten onderduiken, Trotski werd gevangengenomen). In november 1917 (gregoriaanse kalender; oktober volgens de juliaanse kalender) mondde deze mix van ontevredenheid, oorlogsmoeheid, agitatie en repressie uit in de Oktoberrevolutie, die de bolsjewieken aan de macht bracht.