ebooksgratis.com

See also ebooksgratis.com: no banners, no cookies, totally FREE.

CLASSICISTRANIERI HOME PAGE - YOUTUBE CHANNEL
Privacy Policy Cookie Policy Terms and Conditions
Begijnen en begarden - Wikipedia

Begijnen en begarden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Begijnen en begarden zijn vrouwen en mannen die leven als alleenstaanden of deel uitmaakt van een soort vrije lekengemeenschap binnen de Rooms-katholieke Kerk. In tegenstelling tot een lid van een kloosterorde leggen de begijnen en begarden geen eeuwige geloften af; hoewel zij kuisheid beloven, mogen zij wel geldelijk en onroerend eigendom behouden. Door sommigen wordt de term begijn ook (spottend) gebruikt voor "vrome vrouw" of kwezel (Zuid-Nederlands).

Hun patroonheilige is de Heilige Begga. Het woord 'begijn' zou afgeleid zijn van deze naam. Andere bronnen zeggen echter dat 'begijn' afkomstig is van de kleur van hun pijen: beige. Nog andere bronnen zeggen dat het woord afkomstig zou zijn van Albigenzen. Ook wordt wel verondersteld dat de term 'begijn' is afgeleid van de stam begg die zou duiden op mompelen, stamelen (vgl. het Franse bègue= stamelaar). In deze opvatting is een begijn een vrouw die voortdurend gebeden prevelt.

Dit artikel behandelt in eerste instantie de begijnen.

Het Brugse begijnhof
Het Brugse begijnhof

Inhoud

[bewerk] Geschiedenis

[bewerk] 11e eeuw

Als gevolg van de Gregoriaanse hervormingen ontstonden in geheel West-Europa spontane en georganiseerde religieuze bewegingen. Omstreeks de 11e eeuw waren er bewegingen die een terugkeer naar de oorsprong van de kerk zoals beschreven in het Nieuwe Testament en de Handelingen van de Apostelen voor ogen hadden.

Het streefdoel van deze Apostolieken was een leven in eenvoud, armoede en kuisheid uit protest tegen de geestelijkheid die openlijk samenleefde met concubines en geen aandacht meer had voor hun parochianen.

[bewerk] 12e eeuw

In de loop van de 12e eeuw leefden meer en meer vrouwen alleen of in kleine groepen, thuis bij hun familie of in aparte huizen om teruggetrokken van de wereld een vroom leven te leiden, in vrijwillige armoede en kuisheid. Men trof deze religieuze vrouwen aan over geheel West-Europa van Scandinavië tot in Spanje. Hun naam evolueerde van "vrome vrouwen" naar religieuze vrouwen die in de volksmond de spotnaam "begijnen" meekregen met een ketterse bijgedachte. In de aanvang van de 13e eeuw deelden de zogenoemde begijnen die naam met een hele reeks van ketterse bewegingen zoals Albigenzen, Vrije geesten en andere. In sommige groepen begijnen zullen wellicht ook wel verwante ideeën hebben geleefd.

De kerk bekeek deze groep die steeds groter werd, en door zijn onafhankelijkheid ontsnapte aan de controle van de geestelijkheid, met grote argwaan. Sommige geestelijken zagen dat het volk in zijn vraag naar een andere kerk behoefte had aan geestelijke begeleiding; Lambertus li Bege, een priester uit het Luikse, vertaalde voor deze vrouwen het leven van de heilige Agnes en delen uit de Handelingen van de Apostelen. Men moest echter wachten tot omstreeks 1240 om de eerste vormen van een georganiseerde beweging te kunnen onderscheiden die zich langzaam van de naam "Begijn" ging bedienen zonder nog de bijgedachte aan ketterse praktijken met zich te nemen.

In de Lage Landen in de buurt van Nijvel en Oignies in Brabant en in het Luikse ontstonden de eerste kernen van samenlevende groepen religieuze vrouwen onder de naam Begijnen. Maria van Oignies, Ida van Leuven en anderen werden door toenmalige geestelijken en het volk als bijna-heiligen beschouwd. Deze gemeenschappen schaarden zich rondom een ziekenhuis of een kapel en leefden van de inkomsten van hun arbeid. De beweging concentreerde zich, aan het einde van de 13e eeuw, voornamelijk in het noorden van Frankrijk, Vlaanderen, Brabant, Luik, de Rijnstreek in Duitsland van Keulen tot Bazel, en in mindere mate Italië en Zuid-Frankrijk.

[bewerk] 14e eeuw

In 1311 trof de kerk op het concilie van Vienne maatregelen tegen wat genoemd werd de ketterse bewegingen in begijnse kringen. De getroffen besluiten werden nooit omgezet in maatregelen behalve in Duitsland en Frankrijk, maar de bisschoppen in de Lage Landen verdedigden het orthodoxe van de begijnen in hun bisdommen, waardoor ze van de verschillende pausen vrijstellingen verkregen en ze hun gemeenschappen verder konden uitbreiden.

In de praktijk kwam het erop neer dat alleen nog begijnen geduld werden die zich vrijwillig samenvoegden in conventen of begijnhoven onder leiding van kloosterlingen of een priester. De begijnhoven werden door een muur omgeven en tussen zonsondergang en zonsopgang van de buitenwereld afgescheiden. De begijnen leefden er een godvruchtig leven met alle dagen het volgen van de heilige mis, luisteren naar de preek, gebedsstonden en het lezen van de psalmen in het goddelijk officie indien mogelijk. Bovendien baden zij reeds vroeg de Mariale devotie van de rozenkrans. De begijnen stelden zich onder leiding van een grootmeesteres en gehoorzaamden aan de statuten die door de bisschoppen werden goedgekeurd.

In tegenstelling tot kloosterzusters, die eeuwige geloften aflegden, verklaarden de begijnen alleen maar sober, in kuisheid en met hun eigen inkomsten of met wat ze verdienden met de inkomsten van hun handarbeid te zullen leven. Ze waren echter vrij om uit te treden om te huwen waarbij ze zes weken voor de huwelijksvoltrekking het begijnhof moesten verlaten. Het begijnhof bevatte jonge meisjes, ongehuwde vrouwen van alle leeftijden en weduwen. Jonge meisjes werden aan de begijnen toevertrouwd om er onderwijs te krijgen.

[bewerk] 15e eeuw

De beweging groeide zelfs zover dat ze in de 15e eeuw in bepaalde steden tussen 2 en 5% van de totale bevolking uitmaakte, en sommige begijnhoven als Keulen, Mechelen, Gent en andere telden op hun hoogtepunt tot meer dan 2000 begijnen.

[bewerk] Recente geschiedenis

In de loop van de verdere geschiedenis kende de begijnenbeweging door de vervolgingen in het zuiden van Europa, Zwitserland en Duitsland een grote terugloop om tegen het einde van de 18e eeuw nog vrijwel alleen in de Nederlanden voor te komen. De begijnhoven in Vlaanderen maken sedert 1998 deel uit van het werelderfgoed van de UNESCO en kan men nog uitzonderlijk een bejaard begijntje aantreffen. Nadat op 23 mei 2008 de bijna 100-jarige Marcella Van Hoecke (1908), grootjuffrouw van het klein Begijnhof in Sint-Amandsberg, overleden is, rest er wereldwijd nog slechts één begijn: Marcella Pattyn (1920), begijn in het begijnhof te Kortrijk (nu verblijvend in rusthuis Sint-Jozef in Kortrijk).

[bewerk] Zie ook


aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -