Katoen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Katoen is een zachte, eencellige vezel, die uit de opperhuid (epidermis) van de zaden der katoenplant groeit. De vezels worden doorgaans tot draden gesponnen en als zodanig gebruikt om zacht, luchtdoorlatend textiel van te maken.
Katoen is een zeer waardevol gewas, omdat slechts ongeveer 10% van het ruwe gewicht bij de verwerking verloren gaat. Als sporen van was, eiwit, en dergelijke zijn verwijderd, blijft een natuurlijke polymeer van zuivere cellulose over. Deze cellulose is gerangschikt op een manier die katoen unieke eigenschappen geeft op het gebied van sterkte, duurzaamheid, en absorptie. Elke vezel is samengesteld uit twintig tot dertig laagjes cellulose die keurig om elkaar heen gedraaid zijn. Wanneer de katoenbol (zaaddoos) wordt geopend, drogen de vezels tot gedraaide platte lintvormige draden, die met elkaar zijn verbonden. Deze vorm is ideaal voor het spinnen tot een fijn garen.
De katoenindustrie leunt zwaar op chemische producten als kunstmest en insecticide, waardoor de teelt niet erg milieuvriendelijk is. Sommige landbouwers schakelen over op een meer ecologische productiemethode. Inmiddels zijn er dan ook al producten van organisch ("Eko") katoen verkrijgbaar.
Inhoud |
[bewerk] De oogst
Het plukken van de katoen, wat vroeger handmatig gebeurde, vindt tegenwoordig veelal machinaal plaats. Hiervoor is het nodig, dat de plant eerst met een ontbladeringsmiddel wordt bewerkt. Bij de teelt van ecologisch katoen wordt dit veelal vermeden, door handmatig te plukken.
[bewerk] Geschiedenis
Katoen wordt in gebieden met een tropisch klimaat al duizenden jaren gebruikt om zeer fijn lichtgewicht doek te maken. Onderzoekers beweren dat Egyptenaren in 12.000 voor Christus al katoen hadden, en hebben sporen van katoen gevonden in Mexicaanse grotten (katoenen doek en fragmenten van vezels die met veren en bont waren verweven) die ongeveer 7000 jaar oud waren.
Maar de oudste geschreven bron heeft betrekking op Indische katoen. Katoen wordt in India al meer dan drieduizend jaar verbouwd, en er wordt naar verwezen in de Veda's die waarschijnlijk rond 3000 v.Chr. zijn geschreven. Meer dan tweeduizend jaar later schreef de grote Griekse historicus Herodotus over Indische katoen: "Er zijn daar bomen die in het wild groeien, en het fruit daarvan is een wol die mooier en beter is dan die van schapen. De Indiërs maken hun kleren van deze boomwol."
De Indische katoenindustrie raakte in verval ten tijde van de Britse industriële revolutie. De uitvinding van de Spinning Jenny (1764) en de spinmachine van Richard Arkwright (1769) maakten goedkope massaproductie in het Verenigde Koninkrijk mogelijk. De productiecapaciteit werd verder verbeterd toen Eli Whitney in 1793 een machine uitvond die de katoenvezel snel kon scheiden van de zaaddozen en de vaak kleverige zaden.
Tegenwoordig wordt katoen geproduceerd in alle delen van de wereld waarbij katoenplanten worden gebruikt die selectief zijn gekweekt zodat elke plant meer vezel opbrengt. In 2002 werd katoen geteeld op 33 miljoen hectare landbouwgrond. Dit leverde 21,3 miljoen ton ruwe katoen op, met een waarde van 20 miljard dollar.
[bewerk] Genetische manipulatie
De productie van katoen is sterk afhankelijk van pesticiden. Om deze afhankelijkheid te verminderen is genetisch gemanipuleerde katoen ontwikkeld. Deze wordt inmiddels wereldwijd verbouwd. Beweerd wordt dat bij genetisch gemanipuleerde katoen tot 80% minder pesticide kan worden gebruikt, vergeleken met gewone katoen. Volgens de International Service for the Acquisition of Agri-Biotech Applications (ISAAA) is genetisch gemanipuleerde katoen wereldwijd aangeplant, op een oppervlakte van in totaal 6,7 miljoen hectare (in 2002). Dit is 20% van het totale gebied dat wereldwijd voor de katoenteelt wordt gebruikt. In 2003 bestond 73% van de in de Verenigde Staten geteelde katoen uit genetisch gemanipuleerde katoen. De introductie van genetisch gemanipuleerde katoen liep in Australië uit op een commerciële ramp. De opbrengsten waren veel lager dan voorspeld, en er ontstond kruisbestuiving met andere soorten katoenplanten wat potentieel veel juridische problemen voor nietsvermoedende landbouwers kan veroorzaken. Nochtans leidde de introductie van een tweede soort van genetisch gemanipuleerde katoen ertoe dat in 2003 15% van de Australische katoen genetisch gemanipuleerd was, terwijl wordt verwacht dat in 2004 80% van de Australische katoen genetisch gemanipuleerd zal zijn. De originele variëteit zal dan worden verboden.
[bewerk] Externe link
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Cotton op Wikimedia Commons.
|