Ephraim Katzir
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ephraim Katzir (Kiev, 16 mei 1916) is een Israëlische biofysicus en een politicus bij de Israëlische Partij van de Arbeid. Hij diende als president van Israël één termijn van 5 jaar, van 1973 tot 1978.
Katzir werd geboren in Kiev, Oekraïne, met de naam Ephraim Katchalski. Hij veranderde zijn achternaam in de Hebreeuwse naam Katzir in 1973, nadat hij werd verkozen tot voorzitter van de Knesset. Maar in de wetenschappelijke gemeenschap blijft hij onder zijn oude naam bekend.
In 1925 emigreerde Katzir met zijn familie naar het toenmalig Brits mandaatgebied Palestina. Hij studeerde aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, waar hij een doctoraat behaalde.
Na een onderzoeksperiode buiten Israël, keerde hij terug en werd hoofd van de faculteit van biofysica aan het Weizmann Instituut der Wetenschappen in Rehovot. In 1966 werd hij Hoofdwetenschapper in het Israëlische defensieleger.
Ephraims broer Aharon, een chemisch fysicus, werd vermoord in 1972 tijdens een aanval door het Japanse Rode Leger op Ben Gurion Airport.
Tijdens het presidentschap van Katzir kwam voor het eerst in de Israëlische geschiedenis rechts aan de macht onder leiding van Menachem Begin. Toch kwam in die periode het vredesproces tussen Israël en zijn buurlanden op gang. In november 1977 was Katzir gastheer van de Egyptische president Anwar Sadat tijdens diens historische bezoek.
Ephraim Katzir ontving de Japanprijs 1985.
|