Menachem Begin
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Menachem Begin מנחם בגין |
|
---|---|
6e Minister-president van Israël | |
16 augustus 1913 - 9 maart 1992 | |
Voorganger | Yitzhak Rabin |
Opvolger | Yitzhak Shamir |
Partij | Likud |
Geboorte | 16 augustus 1913 Brest |
Overlijden | 9 maart 1992 Jeruzalem |
Portaal Politiek |
Menachem Wolfovitch Begin (Brest, 16 augustus 1913 – Jeruzalem, 9 maart 1992) was een Israëlisch politicus en de 6e premier van Israël. Menachem Begin (Hebreeuws: מנחם בגין) werd vooral bekend door de Camp-David-akkoorden met de Egyptische president Anwar Sadat die beiden de Nobelprijs voor de Vrede opleverde in 1978.
Menachem Begin werd geboren in Brest in Rusland waar hij vanaf 1939 de leider van de Zionistische Betar-organisatie was. Na de Duitse inval in Polen vluchtte hij naar Litouwen. Na de bezetting van Litouwen door de Sovjet-Unie werd Begin in september 1940 gearresteerd. Hij zat tot 1941 gevangen, maar mocht vertrekken voor de opbouw van het Poolse Tweede Korps. De tocht van de Polen ging via Perzië en het Midden-Oosten, waar Begin in 1942 achterbleef in het Britse Mandaatgebied Palestina.
Vanaf 1942 was hij lid van de Irgoen Tsewa'i Leoemi (Hebreeuws voor Nationale Legerorganisatie, afgekort als Etsel) en in 1947 nam hij daar de leiding over. Begin wordt verantwoordelijk gehouden voor de terroristische bomaanslag op het Koning Davidhotel in Jeruzalem, waar op dat moment het Britse militaire hoofdkwartier was gevestigd en waarbij 91 mensen omkwamen.
Na de stichting van de staat Israël vormde Begin de Herut-partij, die later de dominante fractie van de Likoed-partij zou worden, en leidde de oppositie. In 1977, 29 jaar na de oprichting van de staat, won zijn partij voor de eerste keer de verkiezingen. Hij vormde een regering met de religieuze partijen, die later ook op de steun van de Democraten kon rekenen. In 1979 ondertekenden Begin en Anwar Sadat onder leiding van Jimmy Carter de Camp David-akkoorden. In dat verdrag werd de Sinaï terugegeven aan Egypte waarbij ook alle Israëlische nederzettingen werden ontruimd en vernietigd.
In 1981 genoot Begin zijn tweede en laatste verkiezingsoverwinning, alweer op Shimon Peres. In 1982 trok Israël onder Begin Libanon binnen om de PLO buiten raketaanvalsbereik van de noordelijke grens te krijgen. Naar aanleiding van de bloedbaden in Sabra en Shatila, die Libanese christelijke milities (zogenaamde falangisten) aanrichtten op Palestijnse vluchtelingen en waarbij vele duizenden burgers omkwamen, kwam in Israël een protestbeweging op gang die onafhankelijk juridisch onderzoek eiste. Dat onderzoek kwam er in de vorm van commissie Cahn, die concludeerde dat minister van defensie Ariel Sharon, die later premier zou worden, zijdelingse verantwoordelijkheid droeg voor het bloedbad, waarna hij moest aftreden.
Begin kwam weinig gehavend uit het onderzoek, maar het was duidelijk dat hij zijn greep op de regering had verloren. Eerder al had hij verklaard dat in het gevecht rond het Libanese Beaufort geen Israëlische soldaten waren gesneuveld, hetgeen feitelijk onjuist was. In augustus 1983 trok Begin zich terug uit de politiek. Hij was hevig teleurgesteld en gedeprimeerd door de oorlog, de dood van zijn vrouw en zijn eigen ziekte. Hij stierf in Jeruzalem in 1992.
Na zijn dood werd bekend dat Begin persoonlijk als leider binnen Irgun drie bomaanslagen op de West-Duitse bondskanselier Konrad Adenauer beraamd en gepland heeft. Hierbij bleef Adenauer grotendeels ongedeerd, wel doodden de Israëlische terroristen een Duitse politie-agent.
Een zoon van Begin, Benny Begin, heeft evenals zijn vader een carrière in de Israëlische politiek en werkt voor de Knesset.
[bewerk] Externe links
- (en) (he) Begincentrum
|