Byzantijns-Ottomaanse oorlogen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
||||||||||||||
Byzantijns-Ottomaanse oorlogen
Bapheus - Catalaanse Campagne - Brusa - Pelekanon - Nicaea (1331) - Nidomedia - Gallipoli - Adrianople - Beleg van Constantinopel (1422) - Thessalonika - Val van Constantinopel (1453) |
De Byzantijns-Ottomaanse oorlogen waren een reeks beslissende conflicten tussen de Ottomanen en de Byzantijnen die uiteindelijk tot de val van het Byzantijnse Rijk zouden leiden en het Ottomaanse Rijk tot grote hoogte zou brengen. De Byzantijnen hadden de laatste eeuwen vele tegenstanders moeten verslaan waarvan het Latijnse Keizerrijk, het Bulgaarse Rijk en het Servische Rijk de belangrijkste waren. Naarmate de Ottomanen in kracht toenamen, raakten ook zij betrokken bij de regionale gevechten. En via slimme diplomatie en pure kracht wisten de Ottomanen de Byzantijnen te onderwerpen en uiteindelijk het machtige Constantinopel te verslaan.
[bewerk] Wat vooraf ging
Na de Byzantijns-Seltsjoekse oorlogen hadden verscheidene Turken zich in Anatolië gevestigd en waren begonnen met het opzetten van Beyliks, half onafhankelijke staten. Osman I was een edelman geweest in het Sultanaat van Rûm en was de bezitter van land in het noord-westen van Anatolië, niet ver van Constantinopel. Door deze plaats kon Osman zeer goed profiteren van het verzwakte Byzantijnse Rijk van eind 13e eeuw. Deze verzwakking kwam door de nasleep van de verovering van het Rijk door de 'Latijnen'.