Nassau-Saarbrücken
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nassau-Saarbrücken was de naam van een aantal takken van het huis van Nassau, waarbij de kern van het land werd gevormd door het graafschap Saarbrücken.
[bewerk] De vorming van het complex van bezittingen rond Saarbrücken
In 1381 erft graaf Philips I van Nassau-Weilburg (overleden 1429) via zijn moeder Johanna van Saarbrücken het graafschap Saarbrücken met Commercy en Morley in Lotharingen. Dit graafschap ligt ver verwijderd van zijn stamlanden en wordt de kern van een nieuw conglomeraat van bezittingen. In 1393 erft hij via zijn vrouw Johanna van Hohenlohe de heerlijkheid Kirchheimbolanden (met Dannenfels en Altenbaumberg) en de heerlijkheid Stauf. Verder verwerft de graaf in 1393 de helft van Ottweiler en in 1400 het slot Hattweiler en een aandeel in de burcht Nannstuhl (Landstuhl). De door deze expansie ontstane schulden noodzaken hem in 1411 de steden ambten Commercy en Morley te verpanden. In 1412 wordt Homburg aan de Blies verworven, in 1416 wordt het slot Frankenstein gekocht van de graven van Leiningen en in 1417 wordt Wöllstein (dat tot dan een pandbezit was) een volledig eigendom. In 1421 wordt de halve heerlijkheid Diemeringen gepand van Hendrik van Vinstingen.
[bewerk] Nassau-Saarbrücken, eerste tak (1442-1574)
[bewerk] Uitbouw van het graafschap
In 1442 delen de twee zoons van Philips I van Nassau-Weilburg het graafschap Nassau-Weilburg-Saarbrücken. De oudste broer, Jan II volgt in Saarbrücken en de jongere broer Philips II volgt in Weilburg. De bezittingen in de Palts (Dannenfels, Stauf, Kirchheim, Altenbaumberg, Wöllstein) blijven gemeenschappelijk. Het huwelijk van Jan II met Johanna van Loon levert met Heinsberg, Diest en Sichem een rijke erfenis, maar deze blijft niet binnen de dynastie. Hun dochter Elizabeth erft deze bezittingen en door haar huwelijk met hertog Willem van Gulik komen ze aan dat land. Het huwelijk van graaf Johan Lodewijk met Kataharina van Moers-Saarwerden levert meer op: in 1527 het graafschap Saarwerden in de Elzas en Lahr, Mahlberg en Kehl in Baden. De graven blijven katholiek en werken nauw samen met keizer Karel V en koning Ferdinand. Een belangrijke rol spelen ze niet, onder meer omdat het graafschap in 1544 gedeeld wordt.
[bewerk] De deling van 1544
- Philips krijgt Saarbrücken (uitgestorven 1554)
- Jan III krijgt Ottweiler (uitgestorven 1574)
- Adolf krijgt Kirchheim met de bezittingen in de Palts (uitgestorven 1559)
Deze deling duurt niet lang. In 1559 zijn de gebieden weer herenigd, waarna in 1574 de tak Nassau-Saarbrücken geheel is uitgestorven.
[bewerk] Saarbrücken verenigd met Nassau-Weilburg (1574-1629)
Na het uitsterven van Nassau-Saarbrücken in 1574 wordt het gebied herenigd met Nassau-Weilburg, dat inmiddels een protestantse staat is geworden. De reformatie wordt dus ook in Saarbrücken ingevoerd. Het graafschap Saarwerden wordt door het hertogdom Lotharingen als leen terug genomen. Omdat de broers Albrecht en Philips IV Nassau-Weilburg hebben gedeeld, delen ze in 1574 ook de Saarbrücker erfenis: Albrecht krijgt Ottweiler en Philips IV krijgt Saarbrücken. Na de dood van Philps IV in 1602 wordt alles weer verenigd. Na het uitsterven van Nassau-Wiesbaden-Idstein in 1605 zijn dan alle landen van de Walramse tak van het huis Nassau onder graaf Lodewijk II verenigd. Hij voert een gecentraliseerd bestuur, waarbij Saarbrücken het centrum is. Dit heeft echter geen blijvende effecten, want in 1629 vindt er een nieuwe verdeling van de landen plaats, midden in de Dertigjarige Oorlog en dat maakt de gebieden weerloos tegen militair geweld. De deling van 1629 kan aanvankelijk niet uitgevoerd worden omdat de graven op de vlucht zijn voor oorlogsgeweld. De definitieve verdeling vindt plaats op 6 maart 1651, dus na afloop van de Dertigjarige Oorlog.
- Jan krijgt het graafschap Wiesbaden-Idstein met de heerlijkheid Lahr en het halve ambt Kirberg.
- Willem Lodewijk krijgt het graafschap Saarbrücken met Jugendheim, Wöllstein, Alt- und Neuweilnau, Usingen en Kirberg
- Ernst Casimir krijgt het graafschap Weilburg met Reichelsheim, Kirchheim, Stauf en de Rijndorpen
in 1629 draagt het hertogdom Lotharingen het graafschap Saarwerden weer over aan Nassau.
[bewerk] Nassau-Saarbrücken, tweede tak (1629-1723)
Het graafschap Nassau-Saarbrücken wordt in 1659 verder verdeeld:
- Johan Lodewijk krijgt Ottweiler (uitgestorven 1728)
- Gustaaf Adolf krijgt Saarbrücken (uitgestorven 1723)
- Wolrad krijgt Usingen (uitgestorven 1816)
In deze tijd voert Frankrijk de Reunions-politiek. Saarbrücken, Ottweiler, Saarwerde en Homburg worden in 1679/80 bij Frankrijk ingelijfd. De [Vrede van Rijswijk]] in 1697 geeft de gebieden terug aan de rechtmatige eigenaren. Inmiddels waren de lande met geweld gerekatholiseerd. Deze rekatholisering mocht niet terug gedraaid worden.
[bewerk] Saarbrücken verenigd met Nassau-Wiesbaden en Nassau-Usingen (1723-1735)
Na het uitsterven van de oudste tak Saarbrücken valt het graafschap in 1723 aan de tak Ottweiler, die sinds 1721 ook in Wiesbaden-Idstein regeert. Omdat deze tak in 1728 uitsterft valt alles aan de derde tak, Nassau-Usingen. Vrijwel alle landen zijn nu weer herenigd, er is alleen nog een tak in Weilburg. Aan het eind va het regentschap van Charlotte Amalia van Nassau-Dillenburg in 1735 vindt er echter een nieuwe deling plaats onder haar beide zoons, waarbij er weer een zelfstandige tak te Saarbrücken ontstaat.
- Karel krijgt Nassau-Usingen (uitgestorven 1816)
- Willem Hendrik krijgt Nassau-Saarbrücken (uitgestorven 1797).
[bewerk] Nassau-Saarbrücken, derde tak (1735-1797)
Gedurende deze periode ontstaat er rust in het grafschap. In 1766 worden de grensgeschillen met Frankrijk opgelost. Daarbij worden 14 Frans-Lotharingse dorpen op de rechter oever van de Saar geruild tegen 13 plaatsen op de linker oever van de Saar. Hieronder valt de heerlijkheid Püttlingen, waarvan de graaf van Wied-Runkel eigenaar is. In 1768 regelt het vergelijk van Hagenbach met het keurvorstendom van de Palts de onenigheden tussen de landen. Franse revolutionaire troepen bezetten Saarbrücken in november 1793, waarna het land in 1797/1801 wordt ingelijfd bij Frankrijk. In 1797 sterft ook het huis Nassau-Saarbrücken uit. De aanspraken gaan naar de vorst van Nassau-Usingen. De vorst van Nassau-Usingen wordt in de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803 gecompenseerd voor het velies van Saarbrücken. Het Congres van Wenen kent het grootste deel van het graafschap Saarbrücken toe aan het koninkrijk Pruisen en een kleiner deel aan het koninkrijk Beieren. Ook blijven enkele dorpen bij Frankrijk.
[bewerk] Bezittingen in 1797
- Vorstendom Saarbrücken
- Heerlijkheid Ottweiler
- enige dorpen van de abdij Wadgassen
- twee-derde van het graafschap Saarwerden (ambt Harskirchen, het andere deel is in bezit van Nassau-Weilburg)
[bewerk] Regenten
regering | naam | geboren | overleden | familie |
---|---|---|---|---|
1381-1429 | Philips I | 1368 | 2-7-1429 | |
1429/42-1472 | Jan II | 4-4-1423 | 25-7-1472 | zoon |
1472-1545 | Johan Lodewijk | 19-10-1472 | 4-6-1545 | zoon |
1545-1554 | Philips | 25-7-1509 | 19-6-1554 | zoon |
1554-1574 | Jan III | 5-4-1511 | 23-11-1574 | broer |
1574-1602 | Philips IV | 14-10-1542 | 12-3-1602 | zoon van Philips III van Nassau-Weilburg |
1602-1627 | Lodewijk II | 9-8-1565 | 8-11-1627 | zoon van broer |
1625/7-1640 | Willem Lodewijk | 18-12-1590 | 22-8-1640 | zoon |
1640-1642 | Kraft | 7-11-1621 | 14-7-1642 | zoon |
1642-1659 | Johan Lodewijk | 24-5-1625 | 9-2-1690 | broer |
1642-1677 | Gustaaf Adolf | 27-3-1632 | 9-10-1777 | broer |
1677-1713 | Lodewijk Crato | 28-3-1663 | 14-2-1713 | zoon |
1713-1723 | Karel Lodewijk | 6-1-1665 | 6-12-1723 | broer |
1723-1728 | Frederik Lodewijk | 3-11-1651 | 25-5-1728 | zoon van Johan Lodewijk |
1728/35/42-1768 | Willem Hendrik | 6-3-1718 | 24-7-1768 | zoon van Wolrad van Nassau-Usingen |
1768-1794 | Lodewijk | 3-1-1745 | 2-3-1794 | zoon |
1794-1797 | Hendrik | 9-3-1768 | 27-4-1797 | zoon |
[bewerk] Literatuur
- K. Demandt, geschichte des Landes Hessen (1972)
- A.J Weidenbach, Nassauische Territorien (1870)