Muziekonderwijs
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tegenwoordig behoort muziekonderwijs in vrijwel elke cultuur tot algemene ontwikkeling. Het ontstaan van het huidige muziekonderwijssysteem is echter een proces geweest dat al ruim 300 jaar loopt, en nog steeds niet volwaardig is.
Inhoud |
[bewerk] Het huidige muziekonderwijssysteem
[bewerk] Geschiedenis
Het muziekonderwijs was tot de late middeleeuwen nagenoeg uitsluitend het domein van kerken en kloosters. Muziekonderwijs stond gelijk met opleiding in een kerkkoor. Sedert de Renaissance kwam ook de wereldse muziek meer tot ontwikkeling, zodat kerkelijke kapelmeesters wat konden bijverdienen aan het hof van edelen en princen. Dit systeem breidde zich verder uit: rijke ouders betaalden beroepsmuzikanten om hun kinderen de basis van de muziek aan te leren. Koningen en andere edelen kregen soms ook op latere leeftijd nog les. Zo is bekend dat onder andere Wolfgang Amadeus Mozart en Antonio Salieri les hebben gegeven aan de Oostenrijkse koning. Lange tijd bleef muziekles iets dat alleen rijke mensen zich konden veroorloven. Deze muzieklessen waren privélessen, scholen besteedden überhaubt geen aandacht aan muziek. Vanaf de 19e eeuw werden muzieklessen echter toegankelijker voor mensen uit alle standen. Deze lessen waren nog altijd privélessen, maar veel goedkoper. Muzieklessen op scholen kwamen pas na de Tweede Wereldoorlog, bij de wederopbouw, goed op gang, destijds nog als 'muziekuurtje' voor de kleuterklassen. Het ontstaan van de huidige vorm van muziekonderwijs, vooral in landen met een protestantse traditie, is deels ook toe te schrijven aan de 17e eeuwse ontwikkelingen in Noord-Amerika. Pelgrims ontwikkelden er het Bay Psalm Boek, welke informatie verstrekte over solfège. Noordelijke kolonisten in Amerika leerden zichzelf op deze manier de basis van de muziek. Tegelijkertijd werd de muzikaliteit van de meest zuidelijke Noord-Amerikanen ontwikkeld met het zogenaamde 'rote learning'-systeem; een systeem dat uitging van het 'leren-door-reperteren'-principe.
[bewerk] Standaards
In de eeuwen na de eerste muzieklessen bepaalden de leraren zelf de standaards voor de muziek. De Amerikaanse organisatie MENC besloot in de 20e eeuw echter dat er een systeem met algemene standaards moest komen, en zo ontwikkelden zij de negen 'National Standards for Music Education', welke in 1994 werden gepresenteerd en sindsdien over de hele wereld worden gebruikt. Deze standaards zijn:
- Zingen, alleen en in groepsverband, een variërend repertoire
- Het bespelen van een instrument, eveneens met een variërend repertoire
- Improvisatie van melodieën, variaties en arrangementen
- Componeren van muziek volgens gespecificeerde richtlijnen
- Het lezen en noteren van bladmuziek
- Het luisteren naar, analyseren en beschrijven van muziek
- Muziek en muziekuitvoeringen evalueren
- De relatie leren begrijpen tussen muziek en andere vormen van kunst
- Muziek begrijpen in verhouding tot geschiedenis en cultuur
[bewerk] Muziekonderwijs in Nederland
Het Nederlandse muziekonderwijs is sinds de Tweede Wereldoorlog erg uitgebreid en opgesplitst in tientallen verschillende onderdelen. Vanaf de basisschool worden de meeste Europese kinderen nog steeds, vaak door vakleerkrachten, al enigszins muzikaal gevormd, door middel van simpele kinderliedjes en dansjes. In Nederland maakt op het middelbare onderwijs het muziekonderwijs (verplicht) deel uit van de basisvorming.
De particuliere of gemeentelijke muziekscholen zijn ook een belangrijk onderdeel in het Nederlandse muziekonderwijs. Op deze scholen leren leerlingen gericht bepaalde muziekinstrumenten bespelen, of kunnen zij solfègelessen volgen. Deze muziekscholen zijn niet academisch gericht en worden vaak al vanaf jonge leeftijd bezocht. Algemene Muzikale Vorming is daarin dan ook belangrijk, bedoeld voor kinderen vanaf 6 jaar.
De amateuristische koren en orkesten, die bijvoorbeeld door muziekscholen, kerken, scholen of andere instanties worden opgericht, zijn een essentieel onderdeel in de muzikale vorming, en bevredigen één van de standaards van de MENC: het samenspel.
Ook op academisch niveau zijn er verschillende (officiële) studies die met muziek te maken hebben. Het conservatorium is daarvan de bekendste. Dit is een hogere opleiding waar men zich kan opleiden tot musicus, acteur of danser. Als vervolgstudie hierop kan gekozen worden voor uitvoerend muzikant, dirigent of componist. Het conservatorium is opgesplitst in 'lichte muziek' en 'klassieke muziek'. Ook op universitair niveau is de studie muziekwetenschap, waar voornamelijk muziektheorie, -historie en -cultuur wordt aangeleerd.
[bewerk] Muziekonderwijs in Vlaanderen
Het muziekonderwijs kan privé zijn: van een beroemde musicus die tegen betaling masterclasses geeft, tot de gitaar-winkel die zijn koper een "introductiecursus" in de prijs mee aanbiedt. De kwaliteit/prijs verhouding van het privé-onderwijs is echter zeer variabel.
De Vlaamse overheid wil muziekonderwijs echter voor iedereen toegankelijk maken, zodat ze zelf muziekonderwijs inricht en subsidieert. Vlaanderen heeft op dat punt een lange traditie van gemeentelijke muziekscholen en muziekacademies (zie o.m. Peter Benoit).
Daarom bestaat er in elke grote gemeente een muziekafdeling van het deeltijds kunstonderwijs, de opvolger van de muziekscholen. Daar kunnen jongeren vanaf 8 jaar en volwassenen voor een klein inschrijvingsbedrag een uitgebreid en kwalitatief hoogstaand (door de overheid gecontroleerd) aanbod van individuele of groepscursussen volgen, zowel theoretisch als praktisch gericht.
Verder situeert het erkende muziekonderwijs zich op de volgende niveaus:
- In het gewone kleuter- en lager onderwijs is muziek of "muzische vorming" een onderdeel van de leerstof.
- Ook in de eerste graad van het secundair onderwijs in muzikale opvoeding een verplicht één-uursvak in het eerste leerjaar.
- In het buitengewoon onderwijs is muziek geen verplicht vak, maar bijna alle BLO-scholen, en veel BuSO-scholen programmeren het vanwege de vormende tot therapeutische waarde ervan.
- In de tweede en derde graad van het kunstsecundair onderwijs kan men een afdeling muziek volgen.
- Aan een hogeschool bestaat de professionele vorming (Master-niveau) tot musicus, componist, muziek-pedagoog, zanger, ... aan een conservatorium.
- Ook aan een hogeschool kan men een Bachelor behalen om muziekleraar te worden. En uiteraard staat muziek ook als opleidingsonderdeel geprogrammeerd bij de Bachelors kleuteronderwijs en lager onderwijs, omdat zijzelf de muzikale vorming moeten doorgeven.
- Aan de universiteit komt de muziek als studie-object in de opleiding Master in de musicologie aan bod.
[bewerk] Zie ook
- Muziekdidactiek
- Muziekpedagoog