Morannon
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Morannon (Sindarin voor Zwarte Poort) is de toegangspoort naar Mordor in het boek In de ban van de ring van J.R.R. Tolkien.
De poort werd oorspronkelijk gebouwd door Sauron, met hulp van de Ene Ring, om het strategische punt tussen de Ephel Duath en de Ered Lithui te verdedigen. Na de eerste val van de Barad-Dûr aan het einde van de Tweede Era werd de Morannon een Númenoreaans fort. Samen met Minas Ithil en Cirith Ungol moest de poort voorkomen dat het kwaad uit Mordor kon ontsnappen.
Na de burgeroorlog van Gondor kwamen de Nazgûl weer te voorschijn, en de orks van Mordor heroverden zowel de Morannon als Minas Ithil (dat werd omgedoopt to Minas Morgul) en Cirith Ungol.
Tijdens de Oorlog om de Ring stond een leger van 7000 man, inclusief Aragorn II, voor de poort. Het was een afleidingsmanoeuvre om Frodo Balings de kans te geven om ongezien Orodruin te bereiken en de Ene Ring te vernietigen. De list was succesvol, en nadat de Ring vernietigd was verging de Morannon tot as.